Het Gelderse Bronkhorst, gemeente Steenderen, begiftigd met de Heemschut Oorkonde,
werd tot beschermd dorpsgezicht verklaard.
gebruik, door het verkeer, door sa
nering en woningvernieuwing, kortom
door een oneindig aantal factoren,
waarop de Commissie voor de Oude
Stad niet alleen geen enkele invloed
heeft, maar waarvan zij zich zelfs
geen overzicht heeft kunnen vormen.
Het komt ons dan ook noodzakelijk
voor, een speciale Dienst, onafhanke
lijk van de bestaande Gemeentelijke
Diensten tot stand te brengen die
het aspect van de Monumentenzorg
kan bestuderen ten aanzien van de
gehele binnenstad, en die de bestaan
de situatie in zijn totaliteit kan be
oordelen. Deze dienst zal nimmer
kunnen derogeren aan de kracht en
de invloed van andere gemeentelijke
organen, doch zal wel noodzakelijker
wijze zijn stem moeten laten horen
bij de totstandkoming van alle plan
nen voor de Amsterdamse binnen
stad, opdat de Monumentenzorg
daarbij niet in het gedrang komt. De
huidige diensten missen zowel de
oriëntering als de middelen, welke
een werkelijke bestudering van de
problemen der Monumentenzorg en
het leveren van bijdragen tot een ge
zonde en levenskrachtige oplossing
daarvan mogelijk maken.
Waar de betrokken problemen in hun
totaliteit voor de binnenstad nog nim
mer bestudeerd zijn, treft het onze
verenigingen met grote zorg, dat er
thans plannen bestaan, een vrij grote
categorie van monumenten, z.g.n.
tweede-rangs-monumenten, als zoda
nig af te schrijven, en in hun toekom
stige verlies te berusten. Waar een
helder inzicht in de gevolgen van een
dergelijke daad vooralsnog ontbreekt,
komt het ons voor, dat de gevolgen
daarvan zeer waarschijnlijk rampzalig
zullen zijn.
Ongetwijfeld zal de nood der tijden
er toe drijven, dat offers moeten wor
den gebracht. Het is echter niet on
redelijk te verlangen, dat een duide
lijk overzicht wordt gevormd van de
omvang van de te brengen offers, en
van de werkwijzen, waarmede men
het overige wenst te behouden.
De tijd tot het nemen van beslissin
gen in deze materie is nog niet
gekomen, nu een duidelijk beeld, van
wat er op het spel staat, ontbreekt.
Dit beeld zal slechts gevormd kun
nen worden door de instelling van
meergenoemde Gemeentelijke Dienst
voor de Monumentenzorg, als zelf
standige Gemeentelijke Dienst, los
van de bestaande Diensten en orga
nen.
Onze Besturen nemen de vrijheid,
op de instelling van deze Dienst bij
Uw College met de allermeeste klem
aan te dringen en in afwachting daar
van het slopen van monumenten met
alle kracht te verhinderen.
Uw beslissing zien wij gaarne tege
moet."
Die beslissing leidde wel tot de ge
wenste dienst, maar niet tot „een
speciale Dienst", onafhankelijk van de
bestaande Gemeentelijke Diensten",
zoals gevraagd was. Evenmin kon de
vertegenwoordiger van de oudheid
kundige verenigingen gewicht van
betekenis in de schaal leggen, aan
gezien hij geen plaats kreeg in de
„kleine commissie" die de dagelijkse
leiding had, maar in de „grote" of
plenaire commissie.
Intussen ontwikkelde het gemeente
lijk bureau voor de Monumentenzorg
in samenwerking met de Rijksdienst
een vruchtbare werkwijze. Het zou
de eerste tien jaren van zijn bestaan,
19531963, een totaal van 650 pan
den kunnen doen restaureren en zijn
produktie opvoeren tot 100 per jaar
met een streven tot 150 panden per
jaar. Heemschut's streven moet er op
gericht blijven dat alle gemeenten, die
beschermde monumenten bezitten,
ook een dienst voor de monumenten
zorg in het leven te roepen, des
noods, in het geval van kleine ge
meenten, regionaal.
Op een ander feit zouden wij nog de
aandacht willen vestigen, al ware het
maar om nu terugziend te kun
nen doen beseffen, dat de adviezen
van Heemschut niet uit bekrompen
behoudendheid voortkwamen, zoals
sommigen wel eens verwijten. Hét is
waarlijk niet de enige maal, dat
Heemschut's inzichten bij beschou
wing achteraf, blijken de toets der
kritiek ten volle te kunnen door
staan.
Het betrof opnieuw Amsterdam.. Dit
maal het- nieuw te bouwen stadhuis.-
Hoewel Heemschut de voorrang gaf
aan het Paleis op de Dam als repre
sentatief stadhuis, met een kantoren-
fabriek elders, betuigde het bestuur,
na strijd tegen de vestiging van een
stadhuis aan de Turfmarkt, instem
ming met een vestiging aan de Am-
stel op Zwanenburg (met de bedoe-