WAT DOEN WE MET ONZE HOFJES? Het rustieke 17 de-eeuwse Sint Jacobshofje te Leiden is in de 19de eeuw „gemoderniseerd" Als in de bloeitijd van de middeleeuwen de liefdadig heid, gestimuleerd en veelal geregeld door de kerk, hoogtij viert, duikt er naast de goede werken voor armen en zieken een soort bejaardenzorg op in de vorm van het stichten van hofjes. Hiertoe wordt veelal een erf be bouwd met een stuk of twaalf huisjes en soms een kapel letje. Bejaarde mannen, vrouwen of echtparen verdrin gen zich om een plaats te vinden in een van de huisjes, waar ze van een onbezorgde oude dag kunnen genieten, zonder huur te moeten betalen en in de meeste gevallen preuven genietend in de vorm van voedsel, kleding of brandstof. De bewoners van een hofje dienen zich strikt aan tal van orderegels te houden en moeten niet ver geten op de daartoe bestemde tijden te bidden voor het zieleheil van de stichter, die uit naastenliefde het hofje heeft gesticht. De onzekere, onrustige 16de eeuw levert weinig hofjes op. Kerken en kloosters verarmen. De armen en onge- lukkigen worden niet langer gezien als dankbare objec ten voor het bedrijven van liefdadigheid, maar als last posten voor de maatschappij. Bovendien begint kapitaal vorming van belang te worden, terwijl het Humanisme tracht de armenzorg uit de kerkelijke sfeer van liefdadig heid te trekken, door er een staatszaak van te willen maken. Kerkelijk en wereldlijk Toch is de tijd van de hofjes niet voorbij. Na de refor matie, als de armenzorg vooral in Holland op strak Calvinistische wijze veelal centraal geregeld wordt in nauw overleg tussen kerkelijk en wereldlijk bestuur, zijn er toch weer talrijke, veelal rijke, kinderloze echtparen, die hun met moeite vergaard bezit niet na hun dood naar alle kanten verspreid willen zien en overgaan tot het stichten van een hofje, vaak met de voorwaarde daar aan verbonden, dat hun naam of hun portret „ten eeuwigen dage" in of aan het hofje te zien zal zijn. Soms bestaan de hofjes uit een rijtje huisjes aan de 129

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1970 | | pagina 13