DE HERVORMDE KERK TE OTTERLO Toen wij ons, nu ongeveer negen jaar geleden, uit Arnhem in Otterlo vestigden trof ons in het bijzonder de bouwwijze van het oude hervormde kerkje. Bijzon der belangrijk, maar bij nadere beschouwing op onverantwoorde wijze in de loop der tijden verminkt. Een lelijke aanbouw viel al bij het eerste aanzien op. In het interieur lelijke banken; vochtige muren. Enkele mooie banken, een verantwoorde preekstoel en een mooi orgel vormden een grote tegenstelling met het verminkte geheel. Oorspronkelijk was de kerk een mooi gotisch geheel met een hoog koorgedeelte en een laag middenschip. Nu op gelijke hoogte afgedekt met een flauw gebogen dak. Hiervoor waren de muren van het oorspronkelijk lagere gedeelte opgetrokken. Ver moedelijk dateert het kerkje al uit de 13de eeuw, maar zekerheid bestaat hierover niet. Tot overmaat van ramp werd, met de beste bedoelingen om de vochtig heid van de muren tegen te gaan, de muurpartij aan de buitenzijde bepleisterd. Gelukkig kwam dit alles op een gemeente-avond ter sprake. Er werd een plan tot restauratie van de kerk aangenomen. In overleg met het kerkbestuur en met de Rijksdienst Monumentenzorg is men thans met een algehele restauratie begonnen, met geldelijke steun van rijk, provincie en de gemeente Ede. Voor de kleine gemeente is dit een daad van moed te noemen! De restauratie, die kan leiden tot een verantwoord geheel naar bekende en nog te vinden gegevens, wordt uitgevoerd, onder leiding van het architektenbureau Feenstra te Arnhem, door het aannemersbedrijf Feber- wee te Deventer. Belangrijke vondsten zijn al naar voren gekomen. Als er niets tussen komt hoopt men over ongeveer twee jaar met de gehele restauratie gereed te zijn. Geheel met hulp van gemeenteleden is een tijdelijke hulpkerk gebouwd. Nog eens alle hulde voor deze kleine kerkelijke gemeente. Otterlo, juni 1970. G. F. Mejuffrouw W. G. de Gooyer te Otterlo, die, letterlijk en figuurlijk dicht bij de restauratie leeft, maakte ons attent op het voor de kerk verloren gaan van de doopvont. In zijn boek over de Veluwe verhaalt Jac. Gazenbeek dat tijdens de mobilisatie 1914/1918 een militair, van de Harskamp naar Otterlo fietsend, de doopvont in de tuin van een kerkbestuurder vond. Hij kocht het monument voor een appel en een ei, volgens het gerucht voor vijf gulden. De militair was de latere eigenaar van het Kasteel Bergh te 's-Heerenberg, alwaar de doopvont, romaans van stijl, het slotplein van het kasteel siert. Het ziet er niet naar uit, dat de doopvont weer in de kerk van Otterlo zal komen. Gebrek aan historische kennis, aan heemkunde en gevoel voor schoonheid heeft zich weer eens gewroken. 119

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1970 | | pagina 27