steden, stookplaatsen en vloeren van geglazuurde pla
vuizen. --
Omstreeks 1925 waren de verdiepingen leeg gebroken
en de kameren samengevoegd, zodat bewoning per ver
dieping ontstond.
Tijdens deze onderzoekingen kwam er onverwacht be
zoek van een oudere heer, die vertelde dit huis goed te
kennen uit zijn jeugdjaren vóór 1925; deze kwam veel
bij zijn oom, die woonde in de kelder met het gezin en
gebruikte de andere kelderwoning als bergplaats voor
zijn gereedschappen voor het beroep van Amsterdamse
kruier.
In het voorhuis was een café. Onder de plaats van de
spiltrap was de tap. In het vertrek achter het voorhuis
bevond zich het biljart en het sanitair.
De klanten die hier vertoefden waren allen verbonden
aan de beurtschippers en de veerboten, die vóór de wal
aanlegden in de Amstel en in het café hun waladres
hadden.
Zijn tante Suze, die buiten het gezin nog enige functies
had, nl. beheer van het café, verhuurde ook de boven-
kameren en moest 's avonds na sluiting de privaat-
Dit is aan de stoep-zijgevel van het huis aan de Prinsengracht.
Zo zag het huis eruit in 1967voor de restauratie. Zo ziet het huis er nu uit.
117