PRIORITEIT VOOR ECONOMIE OF
VOOR SCHOONHEID?
HOOGBOUW EN GEZONDHEID
te verplaatsen. De gemeente was dan een sta-in-de-
weg kwijt en het huis zou weer als vanouds in een
landelijke omgeving komen.
De eigenaren waren tot deze oplossing steeds bereid.
De gemeente echter weigerde zich tot verplaatsing te
verplichten. Verkoopsonderhandelingen werden dus
niet gevoerd, totdat in september 1969 de gemeente
van standpunt veranderde en bereid bleek tot aankoop
over te gaan, met verplichting het gebouw te hand
haven of te verplaatsen. Daar het huis op de Monu
mentenlijst staat, zou voor die verplaatsing de mede
werking van Monumentenzorg nodig zijn, welke dan
ook in uitzicht werd gesteld.
Nadat de gemeente nog een poging gewaagd had om
de veerverbinding op te heffen, waardoor de bewoning
van het kasteeltje bemoeilijkt wordt, kon daarna uit
eindelijk overeensteming worden bereikt. De gemeente
zal het huis aankopen met de bedoeling dat het gebouw
zal worden overgebracht naar een daartoe zeer ge
schikte plaats in Heenvliet, waar het een waardevolle
bijdrage zal vormen tot de vele goed gerestaureerde
historische gebouwen, die zich daar reeds bevinden.
De uitstekende technische diensten van de gemeente
Rotterdam (waarbij niet te vergeten de formidabele
plantsoenendienst) zullen zeker een waarborg vormen
om opnieuw, met de medewerking van de zijde van
Monumentenzorg, een kostelijk geheel te doen ont
staan. Van veel belang zal daarbij zijn de zorg die
aan afbraak en herbouw worden besteed, opdat niet
onnodig iets waardevols verloren gaat.
Al met al is dit voor de gemeente een kostbare historie,
doch van vrij ondergeschikte betekenis in verhouding
tot de totale overheidsinvesteringen in dit gebied.
Speciaal in de streek bij Rotterdam, waar de Oliphant
ligt en waar gigantische industrieën verrijzen, is het
een verademing voor bewoners en passanten, om ook
enkele elementen van historie, rust en schoonheid aan
te treffen; de talloze perspublikaties, in de loop des
tijds over „de Oliphant" verschenen, hebben wel doen
zien hoeveel belangstelling daarvoor bestaat. Moderne
wijken en eenvormige constructies zijn er al genoeg:
gun de mens van vandaag (en die van morgen) ook
een niet-zakelijke verkwikking, en heb daarvoor iets
over!
Naast dit locale aspect heeft „de 01iphant"-affaire
ook nog enkele meer algemene aspekten.
In de eerste plaats bleek, dat de particulier in strijd
met de overheid niet per se het onderspit behoeft te
delven. Met geduld en vasthoudendheid kan wel eens
resultaat worden bereikt. Dit is een morele steun voor
anderen die door overheidsplannen in het gedrang
dreigen te raken. Anderzijds kan men hopen, dat
andere instanties, zich spiegelend aan dit geval, voor
zichtiger zullen opperen wanneer het gaat om natuur
en schoonheid enerzijds en industriële expansie ander
zijds.
In de tweede plaats blijkt weer eens het onschatbaar
belang, dat onze democratie een administratieve recht
spraak kent waar een zeer zorgvuldig afwegen van
belangen plaats vindt.
Tenslotte één ding, dat helaas niet uit de doeken zal
komen: had de gemeente Rotterdam uiteindelijk het
gelijk aan haar zijde, toen zij stelde dat de volstrekte
inknelling van het door de Kroon gehandhaafde
monument in overeenstemming zou zijn met de be
treffende uitspraken? Al te tragisch mag men deze
onzekerheid echter niet nemen, waar immers die uit
spraken voldoende houvast boden om via ver
plaatsing een acceptabeler resultaat te verkrijgen
dan handhaving temidden van zware industrie.
De gemeente Heenvliet zal ongetwijfeld met genoegen
het fraaie monument, dat eerst tengevolge van annex
atie op Rotterdams gebied was komen te liggen, weer
binnen haar grenzen zien terugkeren!
De Bond Heemschut die de jarenlange strijd niet
enkel volgde, maar ook met adressen ondersteund
heeft, ziet met belangstelling de ontwikkeling in
Heenvliet tegemoet.
„Niet meer in de eerste plaats letten op produktiviteit
en ekonomische prioriteiten, maar meer op de schoon
heid van de steden en het welzijn van de burgers", al
dus de Amerikaanse ekonoom en diplomaat John
Kenneth Galbraith. Hij zei dit op het congres Citizen
and City in the year 2000, welk congres was georga
niseerd door de Fondation Européenne de la Culture.
In de visie van de mens van de industriële revolutie is
die stad de beste, die het drukst is, het snelst groeit en
waar het meeste geld wordt verdiend.
Nodig is, aldus prof. Galbraith, een nieuw stedelijk be
grip of eenvoudiger misschien terugkeer naar de op
vattingen uit de tijd vóór de industriële revolutie.
In die steden, die niet meer onder de pressie staan van
ekonomische prioriteiten is in de eerste plaats een
deugdelijke kontrole nodig op het gebruik van ruimte
en land.
Daarbij zal vooral de schoonheid scherpe aandacht
moeten hebben.
Bij flatbewoners is twee keer zoveel ziekten, zoals bron
chitis, longontsteking en middenoorontsteking gekon-
stateerd als bij hen, die in eengezinshuizen wonen.
Psychoneurotische en geestelijke stoornissen hebben
ook twee maal zoveel vat op flatbewoners. Dat is het
resultaat van een onderzoek, ingesteld door de Engels
man D. M. Fanning onder vijfhonderd gezinnen van
Engelse militairen, die naar Duitsland waren gezonden.
Er was ook iets goeds van de flatbewoning te vermel
den, namelijk minder rheumatische aandoeningen dan
bij de laag-bij-de-grondse bewoning. Afwijkingen aan
de ademhalingsorganen bleken te wijten aan de slechte
ventilatiemogelijkheden bij de hoogbouwbewoners.
Als men niet bereid is de toekomstige huizenbouw
wetenschappelijk door te lichten, dan wordt de toe
komstige hoogbouw de kweekplaats van allerhande
ziekten en gebreken, aldus dr. Fanning.
104