HET HUIS „DE OLIPHANT"
„De Oliphant" in het midden van de zandvlakte.
Zoals bekend, wordt reeds sinds jaren strijd gevoerd
door de familie Van Everdingen, eigenaar van het uit
1592 daterende kasteeltje „de Oliphant" te Heenvliet,
om dit door overheidsmaatregelen in het gedrang
geraakte, laatstelijk door de uitbreiding van het Botlek-
gebied, bezit. Tengevolge van de aanleg van nieuwe
kanalen was het geïsoleerd komen te liggen, als een
enclave in een voor haven-industrie bestemd terrein.
Ondanks vertogen van de gemeente Rotterdam
had de Kroon reeds in 1965 twee maal beslist, dat wel
de uitbreiding van het Botlekgebied moest doorgaan,
doch dat het Huis „de Oliphant" en het daartoe
behorende terrein niet aan de door Rotterdam ont
wikkelde activiteiten ten offer mocht vallen, doch
gehandhaafd moest worden.
De gemeente legde dit nu zo uit, dat weliswaar „de
Oliphant" met het eigen terrein van 1 /i ha gespaard
moest blijven, doch dat dit buiten wèl ingekneld mocht
worden door onmiddellijk daaromheen liggende indus
triële complexen zoals b.v. olie-tank-installaties e.d.
Aldus zou een dwaze toestand ontstaan, ook al omdat
het huis 4 meter lager zou komen te liggen dan de
omringende industrie-terreinen. Omdat het zo bekoor
lijke monument uiteindelijk dan weinig of geen reële
betekenis meer zou hebben, zijn de eigenaren wederom
in beroep bij de Kroon gegaan om te bereiken dat „de
Oliphant" een zodanige entourage krijgen zou, dat de
handhaving van dit buiten zin heeft en dat de bewo
ning zou kunnen worden voortgezet. Zij zagen voor
zich het schrikbeeld van „de Binkhorst" bij Den
Haag, eerst fraai gerestaureerd en daarna beknibbeld
wat betreft oppervlak en omgeving. Welke zin heeft
het een monument wel formeel te behouden,
doch het daarna als een bizarre solitair in een reus
achtig industriegebied te laten „ronddrijven"?
Intussen was echter duidelijk geworden, dat het niet
beschikken over „de Oliphant" de gemeente Rotter
dam tot kostbare werken noopte en nog verder nopen
zou, zodat de vraag opkwam, of het wellicht beter
ware om, als „pis-aller" het gebouw zo goed mogelijk
103