Zuidtangent net zo groot maakt als dat bij de zuid- en de oost tangent het geval is (max 400 m'). Men zou dan gebruik moeten maken van de aanwezige brede en gemakkelijk te verbreden trasees, nl, de Her man Colleniusstraat (rooilijnafstand 20 m') en de Prinsesseweg (rooilijnafstand 32 m'). De bestaande 8 m' brede brug over het Reitdiep moet uiteraard ver breed worden. Door ook de Taco Mesdagstraat (rooilijnafstand 15 m') in te schakelen zou misschien een splitsing van de west-tangent (net als de in het Verkeersplan 1969 voorgestelde noord-tangent over de Nieuwe Kerkhof) te bereiken zijn, waarbij dan nog een brug over het Reitdiep moet worden gelegd. Het komt mij voor dat de bebouwing langs de west zijde van het trasee Colleniusstraat-Prinsesseweg een voudiger, goedkoper en sneller te verwerven en te amoveren is, dan een doorbraak door de in het Ver keersplan 1969 aangeduide 17 straatwanden. Bij het kiezen van het Prinsesseweg-trasee kan de aan sluiting op het Emmaviadukt ook eenvoudiger en rui mer worden gemaakt, waarbij eventueel nog een parkeergarage op de hoek van de Eendrachtskade z.z. en de Paterswoldseweg kan worden gesitueerd. Verder kan een doorverbinding worden gemaakt tussen de Hofstede de Grootkade en de Friese straatweg door demping van de korte zijarm van het Reitdiep, of beter nog door het leggen van een rijweg langs dit water, over het terrein van de huidige houthandel van Calcar en Penon. De uiteindelijke bestemming van de gronden tussen deze nieuwe west-tangent en de verdeelring (Wester singel) zal in het nader uit te werken Struktuurplan Binnenstad 1969 en het Struktuurplan Groningen 1969 moeten worden vastgelegd. De hier vrijkomende bouw terreinen zijn bij uitstek geschikt voor kantoren, maga zijnen, kleinere bedrijven en woningen, voorzover deze in de eigenlijke binnenstad geen plaats meer kunnen vinden. Door het hier voorgestelde trasee te kiezen is m.i. ook de uitvoering in fasen sneller en beter te realiseren dan het in het Verkeersplan 1969 voorgestelde trasee. De afstand tussen deze nieuwe west-tangent en de in het Struktuurplan Groningen 1969 aangegeven ver keersweg tussen Rijksweg 43 (naar Hoogeveen) via Middenlaan, Laan 1940-45, Admiraal de Ruyterlaan, Rembrandt van Rijnlaan en de Friese straatweg is ongeveer 350 m'. Het tussen deze beide wegen gelegen gebied kan zonder bezwaar voor wonen bestemd blij ven, zoals in het Struktuurplan Groningen 1969 aange duid staat. De wat uitvoeriger behandeling van deze tangent door een aparte studiecommissie is t.g.v. de gekompliseerd- heid der materie zeker gerechtvaardigd. Naast de belangen van het wegverkeer, het openbare streekver voer, het openbare stadsvervoer, het scheepvaartver keer, de koel water voorziening van de Hunze-centrale, de waterafvoer, e.d. In het rapport worden vier alternatieve trasees ge noemd, waarvan vrijwel zonder enig kommentaar wordt gezegd dat „Uit vorenstaande korte trasee- beschouwing blijkt (sic!) dat trasee 2 gecombineerd met het westelijk deel van trasee 3 op het eerste gezicht de minste bezwaren oproept. Deze indruk werd bij de nadere beschouwing bevestigd, om welke reden dit trasee door de commissie zuidtangent nader op zijn merites, mogelijkheden om vormgeving is onder zocht (p. 4). Hierdoor wordt de beoordelaars inzicht onthouden waarom men tot deze beslissing kwam. Dat is niet alleen jammer, maar ook onaanvaardbaar, omdat op deze wijze een werkelijk en objektief oordeel door de SAR onmogelijk wordt. Op p. 6 staat dat de commissie zich niet verdiept heeft in de problemen van de westtangent, desondanks is zij van mening dat de Eendrachtbrug welke in het voorgestelde westtangent-trasee opgenomen is, moeilijk door een hoge brug vervangen kan worden. De motivering is wel zeer pover voor een vele tientallen miljoenen verslindend en vele jaren durend projekt. Is het rijks-, provinciale, gemeentelijke zuinigheid of gewoon provincialisme om te stellen dat de brug slechts enkele jaren geleden gebouwd is (1956)? Wat is een „behoorlijke" verkeerskapasiteit? Cijfers ontbreken hier geheel. De aanwezige bebouwing kan nauwelijks een bezwaar zijn, er staat slechts één hoge flat, terwijl de aanslui tende bebouwing voor een groot deel voor sanering in aanmerking komt, althans als men ziet hoe de west tangent gesitueerd is. Blijkbaar is men deze keer veel gevoeliger voor een (niet aanwezige) omringende bebouwing dan bij het aanleggen van het Emma viadukt met het zojuist gereedgekomen aansluitstuk naar het Julianaplein. Bepaald bezwaar moet er gemaakt worden tegen het laten verdwijnen van de groene taluds langs de noord zijde van de Stationsweg. Dit zou opnieuw een ern stige aantasting zijn van een prettig aandoend stads gezicht. Ik meen dat een krachtig protest tegen alleen maar civiel-technische overwegingen hier op zijn plaats is. Men moet zich eens indenken hoe vanaf de Herebrug, Ubo Emmiussingel en Emmabrug de overgang van weg naar water d.m.v. de keerwanden in moderne uitvoering visueel vernietigd wordt. Op het veel te weinige groen in onze stad wordt hiermee voor de zoveelste keer een onverantwoorde aanslag gepleegd. Hier hadden zich de stedebouwkundige en de stede bouwkundig opgeleide verkeersadviseurs zich moeten laten horen. Op p. 7 c. Uitvoeringsniveau, komt een van de belangrijkste bezwaren naar voren, niet alleen tegen de zuidtangent, maar tegen het gehele verkeers plan nl. het ontbreken van enig cijfermateriaal inzake verkeersonderzoek c.q. berekeningen. Zonder dit mate riaal valt er niet te werken. Sedert 1965 werkt het bureau Goudappel-Goffeng aan het verkeersplan van Groningen. Dat wordt dus een lustrum, dat we graag gevierd zagen met een vracht aan onderzoekresultaten en cijfers. 98

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1970 | | pagina 32