HET EINDE VAN „DE EENDRACHT" Soms ziet men een ongeluk lang van tevoren aan komen, met het beklemmende gevoel dat er niets meer tegen te doen is. Dat was het geval met de sloping van het huis „De Eendracht" aan de Overtoom in Amsterdam. De Overtoom wordt een city-ader. Op zichzelf is dat een normale en zelfs gunstige ontwikkeling. Eén van de hoofdpunten uit het kommentaar van de zeventien verenigingen op de ontwerp Tweede Nota Binnen stad was juist, dat er ruimte moet komen in de negentiende-eeuwse wijken rondom de binnenstad voor de bedrijven, die in het centrum klem zitten. Gebeurt dat niet en blijft de bedrijfsexpansie opgesloten in de oude stad, met als enige ontsnappingsmogelijkheid een verplaatsing naar de „subcities" aan de rand van de vooroorlogse bebouwing, dan vreet de cityvorming de binnenstad steeds verder weg. De sprong naar subcities is immers vaak te groot voor bedrijven, die veel dage lijkse kontakten onderhouden met andere, nog centraal gevestigde bedrijven. Zou er in de negentiende-eeuwse gordel voldoende geschikte bedrijfsruimte te krijgen zijn, dan behoeft de verplaatsing geen noemenswaardig verlies van de bestaande kontakten tengevolge te heb ben. In feite is deze ontwikkeling al jaren lang geruisloos gaande. De P.C. Hooftstraat, de Van Baerlestraat en hun omgeving veranderen geleidelijk in citystraten met goede winkels en veel kantoren. De laatste tijd ziet men hetzelfde gebeuren aan de westzijde van het Vondelpark, met de Overtoom als belangrijkste ader. Vóór de demping in 1902 was de Overtoom het water, waarover in het kinderliedje gezongen werd: „Varen naar de Overtoom, drinken zoete melk met room Aan het eind van de Overtoomse Vaart was de overhaal naar de Kostverloren Vaart, waar De Overtoom in een slopeloze lijd. De prentbriefkaarten da- teren om 1900. kleine platboomde schuiten over de dijk heen ge haald konden worden en daar vlakbij lag ook de sluis als een belangrijk punt in de waterkering tussen de IJ-boezem en het hoogheemraadschap Rijnland. Eeuwenlang is het rondom de sluis een knooppunt van de binnenvaart geweest. Daar hoorden de her bergen bij en de uitspanningen, - voor de zoete melk! - de winkels, waar schippers vonden wat zij nodig hadden, en de aanlegplaatsen voor de trekschuit diensten. Van dat alles is op het ogenblik alleen het Aals meerder Veerhuis overgebleven. De oude dorpsbe bouwing naast het Veerhuis, waaronder een zeven- tiende-eeuwse winkel van scheepsbehoeften, die in zijn gevel mooie leeuwenmaskers had en van binnen heerlijk naar teer en touw rook, is twee jaar geleden weggesloopt om plaats te maken voor een massaal en agressief lelijk kantoorgebouw. De waterkerende sluis werd in 1942 verplaatst naar de doorgang tussen de Nieuwe Meer en de Kost verloren Vaart. Langs de Overtoom, ombuigend naar de Amstelveense weg of afsplitsend over de brug naar het Surinameplein, knort tot vroeg in de morgen het in- en uitvalsverkeer naar Amstelveen, Schiphol en Den Haag. De demping van de Overtoom was in deze gedaante verwisseling niet eens het begin. Schade van Westrum citeert in „Amsterdam per vigilante" de voordracht van 1900, waarin B. W. aan de Raad het dempings- voorstel doen. „Deze vaart, zo goed als niet deelende in de waterverversching, verkeert in een voortdurend vervuilden toestand, waaromtrent herhaalde malen klachten zijn ingekomen. In de tweede plaats kan de langs de vaart gelegen weg, de Vondelkade, die een der hoofdtoegangen naar de stad vormt en als zoo danig ten eenen male onvoldoende is, alleen door demping der vaart verbeterd worden Langs de vervuilde vaart was toen al een rommelige voor stadbebouwing verrezen. Wij moeten verder in de geschiedenis teruggaan om de toestand te vinden, die de Amsterdammers lokte tot een pleziérvaart naar de uitspanningen bij de sluis. Nog vroeger, in de eerste eeuwen van Amster dam, heette de langs de vaart lopende weg naar de stad de Heiligeweg. De naam, die nog voortleeft in het kleine stukje straat tussen de Kalverstraat en het Koningsplein, duidt op de bedevaarten naar de Heilige Stede, de in 1908 gesloopte Nieuwezijds Kapel. Op de kaart van Balthazar Florisz. van Berckenrode uit 1625 zien wij ter plaatse, waar de Leidsestraat begint, nog de Heiligewegspoort, daarbuiten gaat „de Heiligewech" verder langs de „Vaert na den Over toom." Langs de weg en aan de overzijde van de vaart is daar een open bebouwing zichtbaar, met 66

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1970 | | pagina 26