Er zijn meer uitspraken die tot ernstig ingrijpen zullen
moeten leiden. Dr. C. L. C. van Nieuwenhuizen,
vice-voorzitter van de Nederlandse Hartstichting en
voorzitter van de Wetenschappelijke Adviesraad, heeft
gezegd dat luchtverontreiniging kan leiden tot long
afwijkingen, welke afwijkingen worden gevolgd door
hartziekten.
Als voorbeeld noemde hij streken met veel industrie,
ondermeer rond Sheffield en het Ruhrgebied, waar
vijfmaal meer longcarcinoom en elasticiteitsverlies van
de longen geconstateerd is dan op plaatsen waar geen
of weinig luchtverontreiniging voorkomt.
Prof. Dr. Ir. F. M. Maas, hoogleraar in de land-
schapskunde te Delft, heeft onlangs gepleit voor een
beter milieubeheer. Noodzakelijk is dat er tussen basis
industrie- en woongebieden een groenstrook van ten
minste 3,5 km openblijft. Waar deze stroken te smal
zijn (bijvoorbeeld in Hoogvliet en Pernis) is het van
het grootste belang voor de milieuhygiëne, dat de
industriekern wordt gesaneerd.
Sanering van een woonkern is minder wenselijk en een
stad breek je niet zo gauw af. (Soms wel, soms niet!
de G.) Prof. Maas heeft met grote zorg geconstateerd
dat de bermen langs de weg in toenemende mate
te lijden hebben van het overvloedig gebruik van
scherpe stoffen, zoals strooizout.
Het verdiende volgens hem de voorkeur de beplanting
verder van de weg aan te leggen dan gedaan wordt.
Ir. H. B. Peteri, verbonden aan de wetenschappelijke
staf van Unilever, zei nog niet zo lang geleden, dat
het mogelijk is dat lokale verstoringen van het leef
milieu kunnen uitgroeien tot mondiale verstoringen.
Met andere woorden de verstoring van het leefmilieu
is een wereldprobleem, is ook een economisch pro
bleem.
Dat economische van het probleem is tot uiting ge
komen in Economisch Statische Berichten van 21
januari en 1 april jl. waarin Drs. R. Hueting van
het Centraal Bureau voor de Statistiek de waarde
van de natuur in geld uitdrukt.
Het heeft inderdaad lang geduurd voordat zij, die
uit liefde voor het milieu, voor de natuur, voor het
landschapsschoon, voor de monumenten, kortom vóór
de schoonheid van het land ijverden, die ijver econo
misch zien uitgedrukt.
In het Natuurbeschermingsjaar 1970 zal iedereen met
zichzelf te rade moeten gaan wat hij kan doen tot be
houd van een gezond leefmilieu. De contactcommissie
Dorpsverfraaiing in de gemeente Voorst heeft onder
de naam „Ons dorp moet schoner worden" al jaren
lang gestreden tegen de verontreiniging van de schoon
heid van het land.
Als het nu gaat om „verfraai het milieu, begin bij
uzelf" dan heeft die Commissie in Voorst adviezen
in overvloed.
Per slot van rekening moet de oplossing van een
wereldvraagstuk ergens beginnen.
A. C. de G.
.33
ff
z i a
65