c.
laan en een nieuw te konstrueren brug over een
fraai stuk stadswater, de Noorderhaven.
De eigenlijke binnenstad wordt per auto bereik
baar gedacht door lusvormige tracées, waardoor
men niet via Vismarkt en Grote Markt naar de
andere kant van de stad kan komen, maar in
de toekomst een parkeergarage blok bij de winkel
straten kan bereijcen voor kort parkeren.
Voor langparkeerders zullen er parkeergarages
buiten de Diepen moeten worden aangelegd.
Het openbaar vervoer zal een belangrijke bijdrage
moeten leveren om de massale verkeersrelaties
met het centrale stadsgedeelte tot stand te brengen.
De hoofdelementen in de nieuwe stadsstruktuur zullen
primair voor het „grote" verkeer zijn. Het bestaande
stelsel van straten blijft als verdeler fungeren, dat
tevens voor de fiets en de brommer beschikbaar blijft,
f. Het centrumgebied (Grote Markt, Vismarkt,
Herestraat, Kwinkeplein, begin Oude Ebbinge-
d.
e.
straat, A-kerkhof N.Z., Zwanestraat, Stoeldraaier
straat en Poelestraat) zal als hoogwaardige kern
moeten worden aangewezen, waar door middel
van hoogbouw konsentratie plaats vindt, waardoor
een brandpunt van aktiviteiten ontstaat.
g. In dit kerngebied zal een voetgangersgebied
dienen te komen (Herestraat tot Zuiderdiep, zuide
lijk deel Vismarkt, zuidelijk deel Grote Markt).
h. Uit een oogpunt van centrumvorming wordt een
drastische sanering noodzakelijk geacht.
De principiële kritiek op dit ontwerp-verkeersplan
1967 kan als volgt worden samengevat.
1. De eerste 8 bladzijden van het rapport zijn on
bevredigend omdat het verhaal onnauwkeurig is,
weinig bewijskracht bezit en niet logisch door
dacht is. Het gaat om een visie op de verkeers
problematiek (p. 2), waarvoor cijfermatige kon-
trole nodig is (p. 29). Zolang echter geen analyse
heeft plaats gevonden is een visie voorbarig.
De sterk verbrede uitmonding van de Oude Ebbingestraat. Een zekere versmalling is aangebracht d.rn.v. tivee overbouwde gale
rijen. Op het dak van het warenhuis V.&D. een verhogingdie i?i strijd is met de tuederopbouwvoorschriften, maar waarvoor
stedebouwkundig ongemotiveerd ontheffing werd verleend.
60