VERKEER(D) IN GRONINGEN Molta„Irjet kt-i* vet<£eteV (fëiedeto) Toen bij de bevrijding in april 1945 grote delen van de binnenstad van Groningen door kanonvuur van de bevrijders in brand geraakten en tot de grond toe afbrandden, omdat de duitse bezettingstroepen geen bluswerk toelieten, stond Groningen voor de op dat moment onoverkomelijk lijkende opgave de binnenstad weer op te bouwen op zodanige wijze dat de herken baarheid van de stad niet geschaad zou worden, terwijl tevens rekening diende te worden gehouden met een (geheel onbekende) toekomstige groei als grootste handelsstad van noord-Nederland. Aangezien de toenmalige stedebouwers (Prof. Granpré Molière, geassisteerd door Ir. C. Pouderoyen en geadviseerd door o.a. Ir. P. Verhagen) geen idee hadden welk een enorme vlucht het partikulier auto verkeer zou nemen, werd deze faktor in de planning vrijwel geheel verwaarloosd. Wel werden er verkeers- cirkulatieplannen getekend, waarbij diverse straten voor éénrichtingsverkeer werden bestemd (b.v. Pelster- straat, Herestraat, Gelkingestraat, O. Ebbingestraat en Oude Boteringestraat) en de hoofdtoegang tot het centrum nl. de Herestraat, reeds op het Hereplein min of meer afgesloten werd. Maar tot een echte prognose inzake toekomstige aantallen te verwachten partiku- liere auto's, is het nimmer gekomen. Op herhaald aan dringen, o.a. mijnerzijds als medewerker aan het Wederopbouwplan, werd in 1947 Ir. Van Loohuizen uit Delft als verkeersadviseur aangetrokken. Zijn in vloed op de uiteindelijke vormgeving van het plan is helaas vrij gering geweest. Uit het ontworpen plan is duidelijk af te lezen dat de oude opvatting van het centrale plein dat alle verkeer tot zich moest trekken, gehandhaafd bleef. Meer nog, deze funktie werd nog versterkt door de doorbraak St. Walburgstraat-Kreupelstraatje langs de voet van de Martinitoren voor te stellen. Ik herinner mij nog goed hoe wij met Professor Molière bij de maquette stonden en deze oplossing als bij toeval door het verschuiven van diverse blokken vonden en daar zeer enthousiast over waren. Nadat Prof. Molière in 1951 teleurgesteld over de trage gang van zaken en de vele tegenwerking ontslag genomen had, werd er een nieuwe supervisiekommissie ingesteld, bestaande uit Ir. W. van Tijen, Ir. A. J. van der Steur en H. W. van Boven, direkteur van de dienst voor Stadsuitbreiding en Volkshuisvesting, welke laat ste later vervangen werd door G. B. Smid als waar nemend direkteur van deze dienst. Tevens werd er een verkeerskommissie ingesteld om de plannen op verkeersgebied te begeleiden, bestaande uit de heren H. J. Vegter (hoofd gem. bur. Weder opbouw, gronduitgifte), wethouder O. W., Burge meester Tuin, A. Brugmans, Ir. B. D. H. Tellegen, H. Neissing (verkeerspolitie), direkteur V D, Ir. Dibbits en Ir. Vollmüller (Rijkswaterstaat), Dr. Ir. G. W. van Heukelom (restaurateur van de Martini toren), G. B. Smid (stedebouwk. dienst stadsuit breiding en volkshuisvesting). In 1952 kwam de zoveelste herziening van het Weder opbouwplan tot stand, met als hoofdkenmerken (Nieuwsblad van het Noorden, 30 mei 1952) 1. Aanvaarding van de Stadhuis-uitbreiding volgens de hoofdopzet van het ontwerp Vegter. (Zoals het thans is uitgevoerd). 2. Doortrekking van de Oude Ebbingestraat naar de Grote Markt, zoals reeds door de Raad is aanvaard met brede uitmonding met aan weers kanten overbouw. (Zoals thans is uitgevoerd). 3. Scheppen van een situatie aan de Oude Ebbinge straat voor een warenhuis met daarbij behorende parkeer-, laad- en caféruimte. (Zoals thans is uit- voerd warenhuis V D). 4. Verbreding van Walburgstraat-Kreupelstraatje naar een verkeerspleintje ten noorden van de noordwand van de Grote Markt, waarop zich met behulp van een uitmonding langs de voet van de Martinitoren en de uitmonding van de Oude Ebbingestraat op de Grote Markt het gehele in- en uitgaande verkeer in noordelijke en noord oostelijke richting afwikkelt. (Het thans bestaande Kwinkeplein e.o.). 5. Verbetering van de indeling van het Martini kerkhof. 6. Verplaatsing van de Studentensociëteit naar de oostwand van de Grote Markt. 7. Overname van het plan van het Kunstcentrum met restaurant aan de oostwand van de Grote Markt en langs de St. Jansstraat. 8. Afbraak van de zwaar gehavende Hoofdwacht, aan de voet van de Martinitoren, ter verkrijging van een bredere verkeersweg (Martinikerkhof z.z.) langs de Martinikerk. Deze Hoofdwacht zal, na afbraak van het oude Politiebureau ten noorden van de Martinitoren op die plaats herbouwd worden. Dit partiële Wederopbouwplan werd in oktober 1952 door de Gemeenteraad aanvaard. Na heftige strijd (polemieken in de krant, diskussies etc.) werd in juni 1953 het (thans bestaande) raad huisuitbreidingsplan van Ir. Vegter door de Gemeente raad aangenomen. Toen in 1962 het doorbraakvoorstel Walburgstraat- Kreupelstraatje moest worden uitgevoerd, was het in de kringen van deskundigen (planologen en verkeers- eksperts) reeds duidelijk dat, in verband met de steeds sneller aanwassende stroom van partikuliere auto's, deze verkeersaantrekkende doorbraak op den duur funest voor het stadshart, met name de Grote Markt, zou worden. Maar zoals het met vrijwel alle siviel-technische op- 58

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1970 | | pagina 18