Op Heemwacht TON KOOT Wat is inspraak? Onze onvolprezen Van Dale noemt „inspraak": „het spreken dat tot ons inkomt, hetzij als uiting van een godheid, of als stem van binnen, innerlijke aan sporing". Kennelijk wordt dit niet bedoeld door de verschillende stadsbesturen, die in antwoord op het onbehagen, de teleurstelling over, dan wel de afwijzing van de veelal zo eenzijdig technokratisch ingestelde plannen, die uit de stedebouwkundige keukens der stadsf abrieken komen, gelegenheid geven tot „inspraak". Veelal zijn dit „hearings", dat zijn de „klets-maar-an- jongens"-avonden, waar men geduldig toeluistert en dan de deuren achter zich dichtklapt om de eenmaal voorgenomen plannen onveranderd door te drukken in de Gemeenteraden. En dan zijn wij weer in de politieke lichamen, waar andere maatstokken worden gehanteerd dan die van de culturele betekenis der historisch doorleefde stads kernen. Met cultuur hier dan bedoeld de verfijning in diverse hoge waarden van het leven, het bereikte beschavings peil. Terecht heeft het Genootschap Amstelodamum in zijn jaarverslag 1969 opgemerkt, dat het uitlokken van spontane reakties na een voordracht weinig zinvol lijkt. Gedoeld wordt dan onder meer op die van 16 januari 1969 in het wijkcentrum Jordaan. Het beperken van de discussie tot het beantwoorden van vragen, zoals op 19 november in het stadhuis, bevredigt evenmin de gerechtvaardigde verlangens naar overleg. Verheugend is uiteraard de grotere bereidheid van het Gemeentebestuur van Amsterdam om de burgerij te horen, maar als dat alleen maar de bedoeling heeft om de burgerij haar onbehagen te laten afblazen en dan zelf onbewogen zijn oorspronkelijke plannen te laten doorvoeren, is dit alles niet meer dan een lapje voor het bloeden. De fout schuilt eerder in de samenstelling van de organen, die de plannen voorbereiden. Die is een zijdig. Dit plannen maken blijkt dan al zó gecompli ceerd, zó kostbaar en zó ingepast, dat eigenlijk van afwijken geen sprake meer is. Zo is in Amsterdam de Bakkersstraat-sloping door gedrukt, zó gaat de Nieuwmarkt-omgeving ten gronde, zó ligt de Jordaan op apegapen, zó zal de Rozengracht ten gronde gaan, de Sarphatistraat haar karakter ver liezen, zó zijn de metroplannen met doorbraak, sloping en wijziging van het aanzien van de binnenstad van Amsterdam er gekomen, zó is de vestiging van het C A complex in Amersfoort een voldongen feit, zó is de Drakenburghoogbouw in het hart van Utrecht kunnen verrijzen. Dat gebeurt wel veel taktvoller dan vroeger. In leidingen tot deze plannen zijn zeer zoet gevooisd. Zij beginnen met uiting te geven aan de wens van het Gemeentebestuur om aard en karakter van de stads kern te behouden, om de monumenten te beschermen en (zo hier en daar) te restaureren en vooral om de stad leefbaar te houden. Ja, zo begint het. Maar wie dat rustig afwacht in vol vertrouwen op zijn zorgzame Gemeentebestuur en daarna ziet wat er aan plannen uitgevoerd is, die krijgt de schrik van zijn leven. Want leefbaar maken blijkt dan betekend te hebben, de bulldozers erdoor jagen, brede verkeerswegen door de stad trekken en vervolgens de betonmolens laten aanrukken om langs die wegen de bunkers in de lijn te zetten. Overdreven? Kom nou, neemt de moeite om eens te gaan kijken! „Inspraak"? Spaart u de moeite! Kiest liever bestuur ders met méér cultureel besef, brengt uw stem uit op die kandidaten, die u het vertrouwen hebben gegeven, dat zij in plaats of gewest waar zij u gaan vertegenwoordigen, ook uw mening vertegenwoordigen. En roept hen ter verantwoording als zij daarvan af wijken om redenen, die u te vaag zijn, omdat deze buiten uw bereik achter gesloten deuren zijn gevormd. Misschien komt er dan een andere en betere inspraak, namelijk die der innerlijke aansporing! Het is natuurlijk ook denkbaar, dat de politieke partij en zulke kandidaten niet in voorraad hebben en dus ook niet op hun lijsten plaatsen. Laat dan de bull dozers maar oprukken en spreekt u maar in! Woudrichem's karakter in het geding Het provinciaal bestuur van Noord-Brabant heeft een conceptmemorie van toelichting laten verschijnen bij het herindelingsplan Land van Heusden en Altena. Daarbij ligt het in het voornemen drie gemeenten te vormen: 1 Altena, 2 Aalburg, 3 Dussen. Dit was voor ons bestuur aanleiding zich tot Gede puteerde Staten van Noord-Brabant te wenden om uiting te geven aan zijn begrip tot een meer bruikbare indeling van het gewest te komen. Toch meent ons bestuur, dat bijzondere aandacht moet worden gevraagd voor de konsekwenties van het voorgestelde herindelingsplan. De Bond Heemschut, die zich het waken voor de schoonheid ten doel stelt, zet hier begrijpelijk deze schoonheid centraal. Het stadje Woudrichem was vanouds de hoofdstad van het Land van Altena. Het bewaart daar in zijn 16de-eeuwse gebastionneerde omwalling, grachten, een in oorsprong 15de-eeuwse kerk, een 16de-eeuws 25

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1970 | | pagina 7