Wateroverlast door optrekkend grondwater 42 Wij leven in een land met veel water, een over het algemeen hoog grondwaterpeil en grote opper vlakten land beneden het zeeniveau. Dit brengt auto matisch met zich mee dat het overgrote deel van ons huizenbezit met de fundamenten in het grondwater staat. Daarmee wordt uiteraard bij de bouw rekening gehouden, of het nu betonbouw of bouw in metsel steen betreft. In het geval van gemetselde muren wordt tot even boven het grondpeil een zogenaamd „trasraam" ingemetseld, bijvoorbeeld bestaande uit een aantal lagen klinkers, een zeer harde baksteen soort, die geen vocht doorlaat. In vroeger eeuwen werd vaak lei, koper of lood horizontaal in muren ingemetseld om aldus een kering te verkrijgen tegen optrekkend grondwater. Dit was een zeer goede bescherming. Waar het na gelaten werd, waren de bouwmuren dus onbeschermd tegen grondwater, dat daarin door de capillairwerking in de steen en de mortel omhoog trok, met alle ge volgen van dien: schimmelvorming op de muren, los laten of schimmelen van behang, vlekken op en los laten van stucwerk, aantasting van lambrizeringen en bespanningen met gobelins, rotten van vloerbalken, schade aan meubilair en andere voorwerpen en altijd een muffe lucht. Van belang is voorts ook dat de thermische isolatiewaarde van vochtige muren belang rijk lager ligt dan die van droge muren, hetgeen o.a. resulteert in hoger brandstofverbruik voor ver warming in het koude jaargetijde. Bij het vorenstaande moet in aanmerking worden genomen dat het grondwaterpeil geen vast gegeven is. Door natuurlijke oorzaken of door ingrijpen van de mens kan een wijziging van dit grondwaterpeil zijn ingetreden. In sommige gevallen, namelijk bij ver laging van het peil, kan dit een vermindering van de kans op het optrekken van grondwater in bouwmuren tot gevolg hebben, maar anderzijds schade aan de fundering wegens aantasting van de boveneinden van houten heipalen en dientengevolge verzakking van ge bouwen. Bij verhoging van het grondwaterpeil wordt het risico van schade door optrekkend grondwater uiteraard groter. Er is in Nederland een onbekend, maar in ieder geval ongenoemd groot aantal oude, respectievelijk historische gebouwen dat door de destijds gevolgde bouwwijze last heeft van water, hetzij grondwater, hetzij hemelwater, in vele gevallen van beide. Dit zijn de gebouwen zonder of althans zonder goed tras raam en meestal zonder spouw. De bouwwijze met een spouw in de bouwmuren is immers nog maar van betrekkelijk jonge datum. In het hieronder verder volgende zal in hoofd zaak aandacht besteed worden aan bescherming van gebouwen tegen optrekkend grondwater, in het bij zonder aan de vraag of hiertegen iets gedaan kan worden en, zo ja, wat? Er is een bekende en reeds zeer lang toegepaste methode, volgens welke in oude gebouwen, indien die dit nog waard zijn, achteraf alsnog trasramen aan gebracht worden. Dit gebeurt dan door horizontaal uithakken, boven het grondpeil, van enkele lagen metselsteen, het in de aldus ontstane opening inleggen van loodslabben, tegenwoordig ook wel kunststofvel- len, en het daarna weer dichtmetselen van de opening. Dit is een goede, maar ingrijpende werkwijze, die in feite de constructie van het gebouw aantast. Zij moet met grote zorg en voorzichtigheid worden uitgevoerd, bij kleine opeenvolgende stukken, aangezien men niet ineens uit de gehele lengte van een muur een paar lagen stenen kan wegnemen zonder dat deze instort, althans indien men kostbaar stutwerk wil vermijden teneinde de kosten van de ingreep zo laag mogelijk te houden. Het zal voorts zonder meer duidelijk zijn dat deze werkwijze alleen maar toe te passen is bij dunne muren, 1-steens of 1-steens, maar zeker niet dikker. Om maar direct een extreem geval te noemen: deze werkwijze is' bijvoorbeeld volstrekt ondenkbaar bij mu ren van grote dikte, soms zelfs meer dan een meter, vooral bij historische gebouwen, zoals kastelen, kerken, kloosters, poortgebouwen, oude molens e.d. En al helemaal uitgesloten is deze werkwijze bij uit metsel steen en/of bepaalde natuursteen, o.a. veelvuldig zand steen, opgetrokken pilaren en kolommen. In de laatste decennia is veel onderzoekwerk ver richt om een systeem te vinden, dat in alle zich voor doende gevallen toegepast zou kunnen worden, even goed is als een goed trasraam en bij toepassing in dunne muren minder kosten veroorzaakt dan het achteraf inbrengen van lood. Met verschillende welis waar in theorie vernuftige systemen is internationaal op grote schaal geëxperimenteerd, maar in de praktijk met teleurstellend resultaat. Het zou te ver voeren hier een opsomming te geven van de betreffende systemen en de daarmee bereikte resultaten. Een feit is echter dat belanghebbenden, waaronder niet weinigen, die één of meer droogwerken volgens de bedoelde werkwijzen hebben laten uit voeren, o.a. belangrijke overheidsinstanties, lang zamerhand, uitermate wantrouwend geworden zijn, als het gaat om nieuwe systemen ter bescherming van gebouwen tegen optrekkend grondwater. Gezien de opgedane ervaring is dit alleszins verklaarbaar. Toch moet men ook op dit gebied waakzaam blijven, want door niet aflatend speurwerk wordt tenslotte vrijwel altijd iets gevonden, dat de toets der kritiek kan doorstaan. Zo ook in dit geval. Zoals hierboven vermeld, is er de betrouwbare werk wijze van het inbrengen van lood- of kunststofslabben, maar alleen voor betrekkelijk dunne muren. Daarnaast bestaat nu ook een geheel ander systeem; dat in Enge land ontwikkeld is en dat zijn deugdelijkheid ruim schoots bewezen heeft. Deze werkwijze, welke berust

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1970 | | pagina 24