40
huis daarin, ook van het eenvoudige burgerhuis, tref
fend onder woorden. Terwijl echter de lezers van
Jan Veth gevonden werden in de toch vrij beperkte
kring van reeds geïnteresseerden, van hen die lid
waren van Amstelodamum en het Koninklijk Oud
heidkundig Genootschap en in de komende jaren de
Bond Heemschut en de Vereniging Hendrick de
Keyser in het leven zouden roepen, bereikte Wencke-
bach het grote, anonieme lezerspubliek. Het is niet na
te gaan in hoeverre de „boodschap" van Wenckebach's
platen daar weerklank heeft gevonden. Het feit echter,
dat er, toen in 1907 de reeks ophield, spoedig een
boekje van werd gemaakt, bewijst dat de tekeningen
gewaardeerd werden.
Die waardering is gebleven. In 1926 verzorgde de
uitgever J. H. de Bussy, die de nog bestaande zinco-
cliché's met het auteursrecht had verworven, een her
druk van 200 platen.
Een volgende herdruk, nu beperkt tot 64 afbeeldingen,
verscheen bij de antiquair H. D. Pfann. In 1962 gaf
de Bezige Bij ter gelegenheid van het 75-jarige be
staan van de Amsterdamse boekverkopersvereniging
een geïllustreerde reuzenpocket uit „Amsterdam om
streeks 1900", met 231 reprodukties van Wenckebach's
tekeningen, aangevuld met foto's uit het Gemeente
archief en contemporaine tekstfragmenten.
De bekende Amsterdam-kenner A. M. van de Waal
zorgde voor de keus en de beschrijving. Deze als
documentatie zo waardevolle uitgave is echter wat
de kwaliteit van de platen betreft niet beter dan de
voorgaande herdrukken van de oude cliché's.
Wenckebach was meer dan een gewetensvolle en be
kwame afbeelder, hij was ook een gevoelig kunstenaar.
De nuances van de lijnen en de toonwaarden van het
zwart-wit zijn in de latere reproducties verloren ge
gaan. Die grafische kwaliteiten zijn alleen terug te
vinden in de originele pentekeningen, waarvan er door
een schenking van Ir. H. de Vries Robbé niet minder
dan 167 terechtkwamen in de veilige haven van het
Rijksprentenkabinet.
Daarvan komt nu een facsimile uitgave en wel ter
gelegenheid van het tienjarig bestaan van de Stichting
Diogenes op 25 mei 1970.
De uitgever-drukker C. Hesseling van „De Toorts"
is met dit idee gekomen. Hij kreeg de welwillende
medewerking van het Rijksprentenkabinet. Het Ge
meentelijk Bureau Monumentenzorg heeft een his
torische inleiding en een topografische verantwoording
van de afgebeelde stadsbeelden toegezegd. „De Toorts"
en zijn drukkerij, de Grafische Industrie Haarlem, die