SANERING VAN DE JORDAAN
33
De gemeente Amsterdam heeft door haar afdeling
Stadsontwikkeling een sanerings-schetsplan laten ont
werpen en dit in de vorm van een folder aan de
Jordaanbewoners in december 1969 gezonden.
De bedoeling was namelijk, dat de bewoners doel zou
den kunnen nemen aan „inspraak"-avonden over dit
saneringsplan, te organiseren via het semi-officiële
wijkcentrum De Jordaan.
Waarschijnlijk geschrokken door het „clean" groene
kaartje van de „nieuwe" Jordaan en onthutst door
de vriendelijk gestelde woorden van gemeentelijke
zijde, reageerden tot nu toe slechts 500 Jordaners
op de inspraak-uitnodiging.
Toch heerst er grote beroering onder de bewoners.
Deze komt tot uiting in een vraag als: „Ben jij fiets
pad of groen geworden?" Alsmede in de lijsten, vol
met handtekeningen van de aktiegroep „Jordaad".
In december richtte de Bond Heemschut reeds een
adres aan de Gemeenteraad van Amsterdam naar
aanleiding van het in de folder openbaar gemaakte
saneringsplan. Hij vroeg aandacht voor de volgens
zijn mening belangrijke uitgangspunten ten aanzien
van de Jordaan.
In de eerste plaats dient de vervallen toestand van
de Jordaan spoedig krachtig verbeterd te worden.
Bij de te nemen maatregelen moet men aansluiten
bij het bestaande karakter van de buurt.
Als wezenlijke kenmerken van dit karakter ziet Heem
schut de met de buurt vertrouwde bewoners, het
historisch straten- en grachtennet en de monumenten
en nieuwere huizen, die daarbij passen.
Naar Heemschut's mening zou het sanerings-schets
plan, indien het als bestemmingsplan rechtskracht
krijgt in deze vorm, reeds in zijn voorbereidings- en
uitvoeringsfase de volgende konsekwenties hebben:
1. Een tientallen jaren durend proces van afbraak en
ontvolking, zoals in de Weesperstraat en in de
Jodenbuurt.
2. De besteding van de (te geringe) overheidsmid
delen aan kostbare verkeerswerken (viaduct boven
de Rozengracht; verbreding van de Marnixstraat
en Willemsstraat noord-zuid-doorbraken), zodat er
weinig voor woningbouw beschikbaar zal zijn.
3. Het steeds onaantrekkelijker worden van de Jor
daan, met het gevolg, dat de thans groeiende be
langstelling voor het restaureren van monumenten
weer verdwijnt en het handhaven van enkele
grachtenwanden een illusie zal blijken.
Het adres aan de Gemeenteraad wijst verder op het
feit, dat de uitgezonden folder niet genoeg duidelijk
maakt, welke delen van de bestaande bebouwing ge
handhaafd en welk deel gesloopt zal worden volgens
het schetsplan.
Als uiteindelijk beeld valt in ieder geval wel het
volgende te voorzien:
Van de huidige, met de buurt vertrouwde bevolking
kunnen of willen slechts weinigen blijven, terwijl
Hoe het in de Jordaan wel kan: lunzen aan de Egelantiers-
grachtgerestaureerd- door de Stichting Diogenes.
daardoor voor eventuele nieuwkomers de Jordaan
de attraktie van zijn karakteristieke sfeer verliest.
Van de te handhaven bebouwing blijft nog minder
over dan de kaart aangeeft, omdat:
a. daarvan de funktie verzwakt,
b. de sloping van alle achterhuizen het bruikbare
vloeroppervlak vermindert,
c. de strukturele samenhang verloren gaat, aange
zien van nagenoeg ieder bouwblok één of meer
wanden worden geamoveerd.
Nieuwe bebouwing zal slechts in massale eenheden
kunnen ontstaan, welke botsen met de kleine schaal
van de resterende elementen van de oude struktuur
en bebouwing.
Het bovengenoemde angstige kontrast zal worden
geaccentueerd door de aan het wezen van de oude
stad vreemde stedebouwkundige vormen, zoals deze
onder meer geprojekteerd zijn ter weerszijde van
de Rozengracht en ten zuiden van de Westerstraat.
De open ruimten, die ontstaan door het slopen
van de bebouwing langs de oost-west gerichte
straten, zullen maatloze vlakten worden, groter dan
de binnenterreinen van de kernblokken in de
grachtengordel, veel groter dan het Begijnhof welke