C. W. Royaards de Architect 28 De architect C. W. Royaards is op de avond van vrijdag 16 januari door een noodlottig verkeersongeval om het leven gekomen. Terugkerend van het restau ratiewerk aan het Kasteel Het Loo, daarna van de kerk te Weesp en van een bezoek aan zijn moeder in Amsterdam, is hij in de Beemster vermoedelijk in' een slip geraakt en daar later levenloos aangetroffen. Architect Royaards, die met onomstreden grote esthetische kwaliteiten van huis uit was begiftigd, genoot zijn opleiding in de praktijk sinds zijn 16e jaar; hij was een Heemschutter pur sang, en werd één onzer meest begaafde hedendaagse restauratie-architecten, even onwrikbaar als 'verfijnd. Wij treffen hem dan ook terecht al in 1943 onder de leden van het Algemeen Bestuur van onze Bond aan, die het waken voor de schoonheid als devies heeft. Een schrijver of spreker op vergaderingen was hij niet. Zo vurig als hij voor het behoud van schoon heid kon pleiten in het persoonlijke gesprek, zo weinig liet hij zich horen op openbare vergaderingen. Des te meer getuigt zijn werk van zijn streven naar ver volmaking. In één der weinige artikelen, die hij ooit schreef namelijk in mei 1947 voor Heemschut, met als onderwerp de ruilverkaveling op Terschelling, komt zijn houding in het hedendaagseleven, waarbij de schoonheid zo veelvuldig voor meer materiële zaken van tijdelijke en weinig verheven aard moet wijken, goed tot zijn recht. Zij is daarom het herhalen waard. Ten aanzien van het, door ruilverkaveling, ingrijpen in de bestaande schoonheid van Terschelling, schrijft Royaards „Het is zeker een niet minder moeilijke dan schone taak, hier zoveel waarden van sterk uiteenlopende aard in juiste verhouding tegen elkaar af te wegen en hun plaats in een groot verband te bepalen. Een taak, die niemand volbrengen kan zonder fouten te maken, maar ook zeker niet, zonder enige van 's lands ge heimenissen te hebben doorgrond". En dan komt hij op het plan zelf en zegt dan in de tijd, dat het begrip „industrialisatie" heilig en onaan tastbaar was en een bos van rokende schoorstenen als het summum van welvaart gold: „Het ruilverkavelingsplan ontkent en negeert al deze geheimenissen, het ontkent de waarde van het be staande, dat uit de natuur van dit land is geboren, het negeert de tradities, die zich hier wisten te hand haven en waardoor het grotendeels gespaard bleef voor de vernietigende invloed der bouwindustrie, die het boerenland haast nergens onaangetast heeft ge laten, maar het landschap heeft ontluisterd en het boerenleven heeft verarmd". Zijn credo kan men lezen in de zinsnede uit het zelfde artikel: „De gemeenschap dient tot het besef gebracht, dat voor alles behoud zinvol is, waar nog een levend verband bestaat tussen mens en ding in iDe architect Royaards in het door hem gerestaureerde Johan de Witthuis te 's-Gravenhage. harmonie met de natuur. Men zal dan gaan inzien wat van wezenlijke waarde is en dat juist ieder onder deel, het moge ook op zichzelf van meer of minder belang zijn, toch in een onderling verband pas zijn hoogste waarde krijgt. Dat de restauratie van onze monumenten zonder dit besef gedoemd is het zinloos herstel te zijn van een vorm zonder inhoud, door gemis aan verband met het leven, waar ook deze monumenten haar vorm aan ontleenden, om, zoals prof. A. J. Derkinderen terecht opmerkte, door architecten en geleerden slechts ten dienste van de wetenschap te worden ge ïsoleerd, terwijl zij toch een beroep doen op het volle leven, op alle krachten van de maatschappelijke arbeid". Hij voegt hieraan toe: „De aanwijsbare fout der restauratieleiders is daarom deze, dat ze, in het resul taat der samenwerking van geleerden en architecten der kunst, de beeldende, vormende arbeid zelve, te kort doen. Zij zien in het schone handwerk van vroeger tijden, gegroeid uit het volk in al zijn ge ledingen en staande te midden in het volle leven, slechts het interessante archeologische, wetenschappe-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1970 | | pagina 10