Op Heemwacht TON KOOT Stadsvernieuwing met stadsvernieling Het is niet te verwonderen, dat Amsterdam zo dikwijls onze aandacht vraagt. Amsterdam, de historische, wereldvermaarde Koop stad, hoofdstad van het huidige Nederland, is de stad in Nederland met verreweg het grootste aantal belang rijke gebouwen in haar binnenstad (6893 beschermde monumenten), maar ook met haar ongeëvenaarde stadsplattegrond, en met daardoor haar eigen karakter en sfeer, die deze stad tot een der aantrekkelijkste ter wereld maakt. Een stad, die „het" heeft, dat onde finieerbare wat trekt en boeit. Och, de vierde plaats na Rome, Parijs en Londen op de Europese toeristen- markt innemen, is zo'n gekke score nog niet. De in komsten daaruit mogen er ook zijn, de 68 rondvaart boten varen elk uur af, en laten in het seizoen rijen wachtenden op de wal staan, de hotelbezetting is zo danig, dat de V.V.V. haar gasten naar omliggende gemeenten moet verwijzen. De straten, en vooral de hoofdstraten, zijn vol. Geen wonder met meer dan een miljoen geregistreerde buitenlandse bezoekers per jaar met meer dan 2.300.000 overnachtingen, zoals de statistiek over 1968 aangeeft. Maar als men de nieuwste nota van het Gemeentebestuur aan de Raad leest, „stadsvernieuw ing", dan is er iets zeer opmerkelijks te constateren in deze stad waar nog altijd meer afgebroken dan gerestaureerd wordt. Van dit geheel uit de technocratische hoek behandelde onderwerp stadsvernieuwing krijgt men vooral tech nische bijzonderheden te horen. Zoals de 101.360 inwoners, die de binnenstad telt, met 35.655 woningen, onvermeld blijft het aantal inwoners dat gedwongen de binnenstad verlaten moest wegens overheidsmaatregelen, zoals: gebrekkig of in het geheel geen onderhoud der woningen, verder: sa nering, sloping, city-vorming, e.d. Het ware menselijk en zou zeker een juister beeld geven van de werkelijke situatie, als men deze gegevens wèl vermeldde. Het aantal arbeidsplaatsen in de binnenstad van Amsterdam is 150.801, dat is 43% van de gehele stad. Het aantal vestigingen bedraagt 12.809 wat 34% van het geheel is. Beide meer dan in de 19de-eeuwse wijken en meer dan in de rest van Amsterdam; overi gens cijfers die een gevolg zijn van een ongenoemde druk van tal van omstandigheden, anders dan de natuurlijke loop der zaken. Men behandelt de verouderingsverschijnselen, de bouwtechnische en woontechnische toestand en gaat dan cijfers geven, ja zeker, een puntenwaardering. Dit geschiedt naar vier gezichtspunten: 1de conditie van de straten, 2. de bestemming en conditie van de binnenterreinen, 3. de kwaliteit van het verzorgingsniveau, 4. het oppervlakte-aandeel van de bedrijven uit de secundaire sector in de totale vloeroppervlakte van het bouwblok. Ter toelichting op het verzorgingsniveau zij vermeld, dat, al naar gelang er meer voorzieningen ten behoeve van de dagelijkse levensbehoeften en van sociaal- culturele, maatschappij-hygiënische en recreatieve aard in de nabijheid van een bouwblok ontbreken, er meer strafpunten zijn toegekend. Overdrijf ik, als ik dit een eenzijdig-technocratische beoordeling noem? De tendens van deze nota in de woningtoestand is zo slecht, „dat zoveel panden gesloopt moeten worden, dat een volledige reconstructie (dat is een nieuw ge ïntroduceerd en verwarrend woord voor sloping) meer aangewezen lijkt dan wijkverbetering of instand houding" (nieuwe woorden voor restauratie). Niets over de architectonische en stedebouwkundige betekenis van de binnenstad. Niets over de wens van velen om juist wèl in de binnenstad te willen wonen, als daar maar de mogelijkheden voor geschapen wer den. Niets over die honderdduizenden toeristen, die deze binnenstad zoeken en de consequenties daarvan. En zeer weinig, althans onvoldoende, over de city vorming (Vijzelstraat, Weesperstraat, Frederiksplein, om enkele recente gevallen te noemen). En geen aanpak van het kwaadde verstikking van die binnen stad door het ongelimiteerd toelaten van het personen autoverkeer. Integendeel: sloping van de Bakkers straat (7 monumenten), sloping van de Rozengracht 50 monumenten), sloping van de noordwand van de Sarphatistraat. Brede wegen, nóg meer verkeers- aantrekking, nóg meer onleefbaarheid van die binnen stad. Om maar te zwijgen van de catastrofale slopingen en vernielingen, die ons te wachten staan, als de tracé's gevolgd worden voor de metro, zoals het huidige Ge meentebestuur die heeft voorgesteld. Een metro, akkoord, maar dan rondom de stadskern. Wat metro-aanleg in de binnenstad zal betekenen, dat laat ons de aanleg van de IJ-tunnel wel zien, in één woord: verwoestend. Stadsvernieuwing? Akkoord, maar dan zonder stadsvernieling; van dit laatste hebben wij de afgelopen 25 jaren volop onze portie gehad. Waarlijke prioriteiten voor Amsterdam zijn: verbetering van het openbare as- en waterverkeer, met snelle en langzame, grote en kleinere vervoer middelen, aanleg van parkeergarages rondom de Singel gracht, zoals in 1955 in het vooruitzicht werd ge steld, beperking van het particuliere autoverkeer, beperking van het langparkeren. 1

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1970 | | pagina 7