mr t§K V olkskundedag In zoverre geloven wij ook niet erg in de uitvoerbaar heid van het voorstel van de heer P. M. Adriaanse in een brochure „Het verkeer in de Amsterdamse binnen stad." Toch is het de moeite waard kennis te nemen van deze onlangs gepubliceerde beschouwing die in hoofdzaak ruim 5 jaar geleden geschreven werd n.a.v. de eerste metroplannen. Uiteraard treft men er ge dachten in aan die óf gemeengoed zijn geworden, óf niet meer kloppen met wat er sindsdien aan de ver- keerstoestanden veranderde. De heer Adriaanse is een fervent tegenstander van de metroplannen van P.W., en in dat opzicht staat hij niet alleen. Wat hem bo vendien dwars zit is dat het metro-plan mede beoogt de staat vrij te maken voor het autoverkeer. Hij stelt inplaats daarvan een „eigen verkeersregiem voor de oude stad" voor, bestaande uit een grote rondweg met parkeergarages buiten de Buitensingel om, wering van privé-auto's daarbinnen, en vervanging van tram door aangepaste bussen. De verwende automobilisten, en de overheidsdiensten, die zich zo naarstig beijveren het die automobilisten naar de zin te maken, worden gauw kriegelig over de belangstellende burgers met verkeersoplossingen. Die belangstelling wordt dan met een schouderophalen „voor kennisgeving aangenomen". Wat weten buiten staanders er van? Natuurlijk, zij zitten niet met hun neus op de dagelijkse moeilijkheden. Het zou echter wel eens kunnen zijn dat de afstand die zij daardoor hebben, ook voordelen heeft boven de instelling van een deskundige, die de toekomst uit de statistiek en het recente verleden afleidt. Dat heeft de Bond Heem schut ook herhaaldelijk ondervonden. De tekeningen bij dit artikel zijn van Marlen Bierman, uit „Autogram". De Bond Heemschut werd vertegenwoordigd op de Volkskundedag, die op 4 oktober werd belegd door het „Beraad voor het Nederlands Volksleven" en het „Nederlands Volkskundig Genootschap". De bijeen komst werd gehouden in de aula van het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem. Er waren ruim zeven tig deelnemers, onder wie enige belangstellenden uit België. Als onderwerp was gekozen „het kinderspel". Inleidingen werden gehouden door de heren R. van der Kooy (Groningen) en B. W. E Veurman (Was senaar) Na een psychologische verhandeling over de essentie van het spel voor de ontwikkeling van het kind werd een uiteenzetting gegeven over kinderspel en kinder lied in verleden en heden, waarbij o.a. werd gewezen op de onbewuste zin voor traditie, die zo dikwijls blijkt uit de inhoud van spel en lied. Ofschoon het onderwerp slechts zijdelings het werk terrein van Heemschut betrof, was het goed samen te zijn met mensen, die een gelijkgerichte belangstel ling hebben en er werden interessante contacten ge- legd. Het aanwezige documentatiemateriaal was belangrijk. Naast de in de laatste jaren verschenen uitgaven van het volkskundig tijdschrift „Neerlands Volksleven" (uitgaven van het Nederlands Volkskundig Genoot schap in samenwerking met het Beraad voor het Ne derlands Volksleven) met onderwerpen als volkslie deren, toneel en volksleven e.a., werd de aandacht ge trokken door de onlangs verschenen publicaties iri de serie „stad en dorp", met name: „Zeven heerlijkhe den", uit de geschiedenis van Oud-Schoten en „Drie baarsjes en een ham", over de geschiedenis en het volksleven van Spaarndam. Een wandeling over het terrein van het openlucht museum op deze stralende herfstdag deed beseffen hoe belangrijk het is de belangstelling voor de schoon heid van Nederland levend te houden en niet alleen door te tonen „hoe het was," maar ook door te wa ken over de nog bestaande schoonheid van Neder land, die in velerlei opzicht gevaar loopt. H.C.D.-C. 145

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1969 | | pagina 26