Veere, Markl 2, 4 en 6, eigendom Ver. Hendrick de Kcyser, met reconstructie van de oorsjrron lic l ijlt e toestand .1600, 1625 en 1600). Amsterdam, Heren gracht 594, eigendom Ver. f-lcudrick de Keyser. zelfde zorg werden onderzocht als een monumentaal gebouw, en in de diepte doordat men de vaak mi nieme sporen van steeds vroegere bouw- en woon vormen ontdekte. Meischke heeft deze hem zo vertrouwde materie nu samengevat. Hij heeft in de veelheid van verschijnings vormen naar de grondtypen gezocht waaruit zich de latere variaties ontwikkelden; van het hallehuis dat de stamvader werd van verschillende boerderij typen, naar het oudste zaalhuis waar de stedelijke bouwvormen uit voortkwamen, en dan verder naar de indelingen en uitbreidingen die er allengs bij kwamen: de zolder, de kelder, de toegevoegde kamers en het achterhuis. Hij wijst er op dat in oude stadsdelen de verkaveling eeuwen ouder is dan de bebouwing. De huizen die bij de oorspronkelijke verkaveling hoorden en waarop deze was afgestemd zijn verdwenen en soms al meerdere malen door andere vervangen. Het grondpatroon is echter blijven bestaan als het stramien waar tussen zich het hedendaagse grote stadsleven afspeelt. Voor men sen die geen zintuig voor historisch perspectief hebben moet het een vreemde gedachte zijn dat de breedte en de diepte van hun huis bepaald is door iemand die- daar zo'n zevenhonderd jaar geleden voor het eerst bouwde: enkele houten jukken achter elkaar, de wan den gevuld met riet of tenen vlechtwerk, met leem dichtgesmeerd, en een stookplaats midden op de vloer. „Met het oog op het brandgevaar mochten deze huizen niet smaller zijn dan een roede van veertien of twaalf 137

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1969 | | pagina 18