KLOKLUIDEN en LUIDKLOKKEN IN FRIESLAND
Zowel voor religieuze als profane doeleinden worden
er sinds vele eeuwen klokken geluid.
Het was in de tijden zonder T.V. en radio dan ook
het beste medium om mededelingen van algemeen
belang te doen. Want vroeger toen er ook nog geen
auto's en tractoren waren kon men een luid-klok op
zeker 5 km. afstand horen. Dreigde er b.v. oorlogs
gevaar, dan riep één klok de weerbare mannen te
zamen over een oppervlakte van ca. 80 km2. Werd
dit luiden overgenomen door de omliggende dorps
klokken, dan was binnen zeer korte tijd een hele
provincie gealarmeerd.
Zo deelde iedereen ook in de feestvreugde wanneer
er b.v. weer vrede was of een prinsenkind was ge
boren.
Had iemand zijn aardse bestaan beëindigd, dan wer
den de klokken op zodanige wijze geluid, dat men
ook wist of het een man of een vrouw betrof.
Toen nog slechts weinigen een horloge bezaten was
het tijdluiden een algemeen gebruik. Dit gebeurde
meestal cm 8, 12 en 5 of 6 uur. Het laatste varieerde
met het seizoen (zomer en winter).
Om alles waarvoor geluid werd op te sommen zou
veel te veel worden en waarschijnlijk maar een
enkeling interesseren. Toch wil ik nog even noemen
het luiden bij begrafenissen, de aanvang van kerk
diensten en het klokluiden om onweer af te wenden
of boze geesten te verdrijven.
Het luiden bij noodweer heeft vele eeuwen stand ge
houden; zo ongeveer van de 13de tot en met de 17
de eeuw, hetgeen op te maken is uit de klok-opschrif-
ten uit deze periode.
„Hagel ende donder brec ick" staat er op de grote
klok te Goëngarijp, de zwaarste in een houten klokke-
stoel, 1135 KG, die door de beroemde gieter Gerardus
de Wou in 1527 werd gegoten.
„Fulgura frango" (ik verbreek de bliksems) kan men
lezen op de in 1936 hergoten klok van de gieter
Herman uit het jaar 1492, welke te Oosterwolde in
de vernieuwde klokkestoel hangt.
In Aken staat op een klok uit 1502: „Den Duvel
verjagen ich". Dit laatste opschrift doet mij denken
aan het Friese St-Th om as-luiden, dat vroeger ook wel
„duivelsjagen" werd genoemd en nu nog jaarlijks
plaatsvindt o.a. te Oudehorne (gem. Heerenveen) en
wel vanaf 21 december (zonnewende en naamdag
van St-Thomas) tot en met Nieuwjaarsdag. Nog aan
het begin van deze eeuw ging dit dag en nacht door.
Tientallen mannen en opgeschoten jongens stonden
dan op het kerkhof op hun beurt te wachten. Sinds
een paar jaar is dit verwaterende volksgebruik weer
nieuw leven in geblazen door er het wedstrijdelement
in te brengen, waarvoor de Fries erg gevoelig is. De
bedoeling is om, wanneer de grote klok geluid wordt,
de kleinere (stjurklok stuurklok) zó te luiden dat
de slagen van de laatste op een bepaalde manier
steeds tussen die van de grote klok door klinken (de
vierkante slag).
Dit is verbazend moeilijk en wie dit het beste doet,
gedurende 5 minuten, krijgt voor een jaar de wissel-
klok. De beslissing ligt in handen van een 5 man sterke
jury die uit ervaren „klokstjurders" bestaat.
Al kan het koud zijn op het Oudehornse kerkhof, het
is de moeite waard om te komen luisteren. Geoefend
wordt er vanaf 21 december en de wedstrijd zal dit
jaar waarschijnlijk op zaterdagmiddag 27 december
worden gehouden.
Ondergetekende zou gaarne contact hebben met ge-
interesseerden en houdt zich aanbevolen voor gegevens
over luidgewoonten van „vroeger en nu" o.a. wat be
treft het tijdluiden en het luiden bij overlijden en
begrafenis, benevens historische voorvallen, die zich
rond de klokkestoelen hebben afgespeeld.
C. W. TEMPELMANS PLAT
Klokkestoelen in Friesland, van links naar rechts: te Donkerbroek, Langedijli en Wijnjeterp.
134