De Amsterdamse monumentenlijst
Twee jaar geleden ontvingen de eigenaars van ca.
5650 monumenten in Amsterdam bericht van de
minister van C.R.M. dat hun pand was vermeld op
de ontwerp-lijst van beschermde monumenten. Aan
deze mededeling was een omvangrijk inventarisatie-
werk voorafgegaan. Men had als uitgangspunten de
oude „voorlopige lijst van monumenten van geschie
denis en kunst" uit de dertiger jaren waarvan on
geveer een kwart sindsdien was verdwenen! en de
aanvulling daarop die na 1953 door het gemeentelijk
Bureau Monumentenzorg was samengesteld. De ge
meenteraad stelde in 1967 een commissie in onder
voorzitterschap van het raadslid D. Dooijes om de
ontwerp-lijst nader te bestuderen. Op voorstel van de
commissie-Dooijes werd de lijst uitgebreid met ruim
1300 panden die meer op grond van hun ligging en
hun functie in het stadsbeeld dan wegens hun kunst
historische waarde bescherming verdienen. Zo aange
vuld ging de ontwerp-lijst terug naar den Haag, waar
van de aanvulling 146 panden werden geschrapt we
gens onvoldoende kwaliteit, maar 62 andere werden
opgenomen, die door de gemeente weggelaten waren
omdat zij volgens bestemmingsplannen zouden moeten
verdwijnen. Terecht oordeelde de minister dat het
voornemen om een monument te slopen niet inhoudt
dat het geen monument meer zou zijn. Dan moet er
sloopvergunning worden aangevraagd. Het eindresul
taat is dat er nu 6845 panden op de lijst staan. Eige
naars kunnen thans in beroep gaan, zij hebben daar
voor twee maanden de tijd. Dan zal de Kroon beslis
sen of de vermelding op de lijst gehandhaafd wordt of
niet. Tot nog toe is de ervaring dat over het gehele
land ongeveer 6 van de eigenaars in beroep gaat.
De vaststelling van de monumentenlijst is ook dan
nog niet zo definitief dat er geen mutaties mogelijk
zouden zijn. Door sloopvergunningen kan het aantal
verminderen.
Omgekeerd bestaat de mogelijkheid dat bij verbou
wing blijkt dat achter een verfomfaaide gevel een
waardevol oud huis schuil ging dat plaatsing op de
lijst verdient, of dat een bouwval herbouwd wordt met
gebruikmaking van zoveel oude gegevens en fragmen
ten dat het als monument moet gelden. Ook kan het
gebeuren dat door wijziging van stedebouwkundige
plannen van vroeger verstrekte sloopvergunningen
geen gebruik wordt gemaakt, zodat die panden op
nieuw op de lijst komen.
Wat er verder veranderen moge, het vaststellen van de
lijst van beschermde monumenten in Amsterdam is
een belangrijke stap. Een woord van erkentelijkheid
namens de Bond Heemschut voor de zorgvuldige wijze
waarop deze zaak door de gemeente en het rijk werd
behandeld is hier op zijn plaats.
Wij hopen dat als volgende fase de te beschermen
stadsgezichten en de bouwwerken uit de laatste 100
jaar die een plaats op de lijst waard zijn, met dezelfde
aandacht en voortvarendheid bestudeerd zullen wor
den.
AmsterdamHerenmarkt 26, links foto van Jacob Olie uit .1860; midden, toestand na de verminking op het eind van de 19de eeuiu;
rechts, de restauratie in 1967 die de oorspronkelijke toestand herstelde.
107