Langs de Nieuwezijds
De demping van de Nieuwezijds Voorburgwal in 1884
was niet de eerste.
De Goudsbloemgracht (nu Willemsstraat), de Anje
liersgracht (nu Westerstraat), de Nieuwezijds Achter
burgwal (nu Spuistraat), het Spui en een stuk Dam
rak waren al voorafgegaan. Het water stonk, dempen
was goedkoper dan onderhoud van walmuren en
bruggen, grachtendempen gold als een daad van mo
dern, zuinig stadsbestuur. Toen de Nieuwezijds Voor
burgwal aan de beurt kwam ontwaakte voor het eerst
het protest. De Nieuwezijds was een van de schoon
heden van Amsterdam, anders van aard dan de strak-
gegraven grachten. De in het stedelijk waterwegnet op
genomen Boerenwetering had zijn bochtige rivier-ver
loop behouden, op sommige punten kwam het water
tot aan de huizen, elders waren brede walkanten die
als markt werden gebruikt, het geheel vormde een
schilderachtig stadsbeeld vol afwisseling. Het Konin
klijk Oudheidkundig Genootschap pleitte tevergeefs
bij het gemeentebestuur voor behoud van het water.
Toch heeft de toen verloren strijd de belangstelling
voor het stadsschoon wakker geschud, en de overwin
ning op het dempingsplan-Reguliersgracht in 1901
mogelijk gemaakt.
Ondanks de demping is de Nieuwezijds een boeiend
stuk stad gebleven. Steeds weer verbaast men zich
over de onwaarschijnlijke veerkracht van de eeuwen
oude structuur. Zolang de rooilijnen intact blijven, en
er voldoende overblijft van de bebouwing, het profiel
en de parcellering om het geheel zijn karakter te doen
behouden, kunnen er heel wat verschuivingen ver
werkt worden. Er zijn tal van fraaie huizen verdwe
nen, er zijn botte blokken voor in de plaats gekomen
(het gebouw Candida bijvoorbeeld en het z.g. Geld
kantoor), op sommige punten is de Nieuwezijds be
paald lelijk en rommelig geworden. Elders kwam ech
ter restauratie-activiteit op gang en begon het stads
beeld weer te herleven. Bestemmingen die op een be-
De hoek Rosmarijnsteeg-Nieuwezijds Voorburgwal: geen buit
voor de slopers.
paald moment tot onduldbare overlast uitgroeiden
zoals de bodediensten in de vijftiger jaren vonden
elders in de stad een betere situatie. Datzelfde gebeurt
ook met andere gevaren. Een jaar of tien geleden
stond de verbreding van de Rosmarijnsteeg hoog op
de lijst van de doorbraakplannen.
Het zou een nieuwe radiaalstraat voor het autoverkeer
moeten worden, met sloping van de bebouwing langs
de Rosmarijnsteeg, de Raamsteeg, de Oude Spiegel
straat, de Wolven- en de Berenstraat naar de reeds
lang geleden gedempte Elandsgracht.
Het plan ligt nog wel ergens in de ladenkasten, maar
er wordt niet meer serieus aan gedacht. De groei van
de verkeersstromen heeft inmiddels wel aangetoond
dat de Nieuwezijds de hoeveelheid die er nu doorheen
moet al nauwelijks kan verwerken: een nieuwe brede
aanvoerweg zonder vervolg zou de zaak compleet ver
stoppen. Dat daarmee een moorddadige brekerij dwars
door de grachtengordel heen overbodig wordt bewijst
eens te meer hoe voorzichtig men moet zijn met
„offers ten bate van noodzakelijke verkeersverbeterin-
gen". Wij zijn al voor heel wat flink-doende „oplos
singen" gespaard gebleven omdat de weerstand zoveel
vertraging veroorzaakte dat het niet meer hoefde.
En dan het parkeren. Alle hoeken en gaten staan vol.
De Nieuwezijds heeft door zijn wisselende breedte heel
wat ruimte, maar natuurlijk niet genoeg. Parkeer-
meters hebben op sommige punten enige orde ge
schapen, de rest zit potdicht.
Wij kennen de kreten die klinken zodra ergens getornd
wordt aan het „recht" van de autobezitters om de
openbare weg als privé-stalling in beslag te nemen.
Dat betekent economische ondergang van de omge
ving en zo meer. Soms lukt het echter. Tussen de
Wijdesteeg en de Rosmarijnsteeg ligt langs de Nieuwe
zijds een smal driehoekig pleintje met mooie bomen.
De indruk bestond dat het vooral de occasions van
een nabije garage waren die de gehele ruimte in be
slag namen.
De eigenaars van de huizen achter het pleintje had
den echter nog oude rechten op het gebruik van de
grond, van lang vóór de demping, toen daar de
Deventer houtmarkt en later de bloemenmarkt gehou
den werden. En zie: ineens zette de gemeente er paal
tjes omheen, zo dicht op elkaar dat er geen auto door
kan. Het is nu een kleine oase langs de Nieuwezijds,
een plek waar men veilig lopen kan. De kinderen van
de nabije huizen en scholen kunnen in het speelkwar
tier weer naar buiten, de postzegelmarkt die jarenlang
tussen de auto's door moest plaatsvinden, heeft de
ruimte die de verzamelaars nodig hebben om hun
collecties te vergelijken, te ruilen en te kopen. Dan
beseft men ineens hoe intens het gebruik van een stuk
straat kan zijn zodra het bevrijd wordt van de par
keeroverlast.
G.B.
116