VERSLAG TOT JULI 1969 VAN DE „COMMISSIE CULTUURLEVEN 1815-1940" Excursie 19de- en 20ste eeuwse architectuur 80 De „Commissie Cultuurleven 18151940", die op 31 augustus 1967 is opgericht, was oorspronkelijk samen gesteld uit de volgende leden: de heren R. Blijstra, A. Bodon, K. A. Citroen, D. H. Couvée, H. L. J. Jaffé, E. R. Meyer, A. W. Reinink, P. Singelenberg, C. A. van Swigchem (voorzitter) en mevrouw A. A. Ooster- baan-Vissink (secretaresse). In de loop van het ver slagjaar werd het ledental van de commissie uitgebreid met de heren de Kleyn, F. Liefk.es, en A. D. de Pater. De commissie vergaderde in het jaar 1968 drie maal, te weten op 29 maart, 29 mei en 25 oktober. Op deze vergaderingen werd aandacht geschonken aan het be houd van gebouwen en stadswijken die dateren uit de periode waarop het werk van de commissie betrekking heeft. Te memoreren valt hier o.a. het Cruquiusgemaal te Heemstede, de Vondelbuurt in Amsterdam, de ex- boerderij „Oud-Büssum" te Naarden en diverse neo- gothische bouwwerken. Bij de besprekingen werd ook gewezen op het feit dat architecten-archieven zo veel mogelijk voor het nage slacht dienen te worden bewaard. Een „Subcommissie Architectuur", die aanvankelijk was samengesteld uit vier leden van de commissie cul tuurleven, heeft zich in de loop van het verslagjaar uitgebreid met verscheidene historisch geïnteresseerde architecten en kunsthistorici. Zij vergaderde op 22 no vember en 17 december en ontplooide een grote acti viteit. Het feit dat nog veel realia als volkomen waardeloos worden beschouwd kwam ter sprake. Dit heeft uit eindelijk geleid tot de oprichting van een „Sub-com missie Roerende Zaken". In Heemschut nr. 4, 1968 heeft de voorzitter over het ontstaan en de doelstellingen van de commissie ge schreven. Bovendien is hiervan mededeling gedaan in enige vakbladen, nl.„Bouw", „Cobouw", „Bouw kundig Weekblad" en het „Bulletin van de K.N.O.B.". Op deze publicaties kwamen bijzonder sympathieke adhesiebetuigingen binnen, zowel van particuliere als van officiële zijde. Als eerste manifestatie werd een excursie naar het museum „Bisdom van Vliet" georganiseerd op 21 sep tember 1968, die zich in een grote belangstelling mocht verheugen. Dcor een ongelukkige samenloop van om standigheden kon in februari 1969 een excursie naar de „Lettergieterij Amsterdam" geen doorgang vinden. In het jaar 1969 vergaderde de commissie op 7 febr. De subcommissie architectuur belegde vergaderingen op 15 januari en 23 april. Zij publiceerde in Heem schut nr 3, 1969 een schrijven waarin wordt aange boden aan overheidsinstanties en particulieren desver- langd adviezen te verstrekken over de architectonische betekenis van bouwwerken na 1800. A.A.O-V. Voor leden van de Bond Heemschut, belangstellend in de bouwkunst van de 19de en 20ste eeuw, organi seert de „Commissie Cultuurleven 18151940" eind september, begin oktober een drietal wandelingen respectievelijk in Amsterdam, Utrecht en Den Haag. De bedoeling is een aantal representatieve bouwwer ken te bekijken, waarbij deskundige toelichting zal worden gegeven. Natuurlijk zal ook rekening worden gehouden met de mogelijkheid, van ongunstige weers omstandigheden. In dit geval zal een programma bin nenshuis worden afgewerkt. De excursies zullen plaatsvinden op zaterdagmorgen en wel in Amsterdam op 20 september, in Den Haag op 27 september en in Utrecht op 4 oktober, telkens om 10 uur v.m. Het beginpunt is in Amsterdam de westelijke uitgang van het Centraal Station, in Den Haag de hoofduitgang van het Hollands Spoor, in Utrecht de hoofduitgang van het Centraal Station. Voor de excursies is de ochtend gekozen omdat ge durende die tijd de centra van de grote steden minder druk zijn. Halverwege elke wandeling, clie om 12.30 uur geëindigd zal zijn, zal er koffie worden ge dronken. Voor elke plaats zijn een tweetal, deskundigen bereid gevonden een programma samen te stellen, de groep te begeleiden eventueelindien er veel deelneming zal zijn, ieder een groepen voorlichting te geven. In Amsterdam zullen dit zijn: dr. mr. A. W. Reinink en de heer H. F. de Roy van Zuyd.ewijn. In Den Haag: de heer R. B. Blijstra en dr. C. A. van Swigchem. In Utrecht: de heer C. A. Baart de la Faille en drs. P. Singelenberg. Men kan zich desgewenst opgeven voor meer dan één wandeling. Het zal evenwel duidelijk zijn dat bedoelde excursies met een niet te groot aantal deelnemers kunnen worden gehouden. Mochten er te veel aanmeldingen komen, dan is het niet uitgesloten dat sommigen teleurgesteld, moeten worden. Het is daarom van belang dat U zich zo spoedig mogelijk aanmeldt. De bijdragen in de kosten zijn voor Amster dam en Utrecht 3,50, voor Den Haag, waar wij om. verschillende redenen een bus tot onze beschikking zullen moeten hebben, 7,50. Het verschuldigde be drag kunt U storten op gironummer 367139, t.n.v. mevrouw A. A. Oosterbaan-Vissink, Westplantsoen 98, Delft. U gelieve op uw girostrookje te vermelden aan welke excursie(s) U wenst deel te nemen. Wij hopen dat deze wandelingen zullen aantonen dat ook de 19de en de 20ste eeuw hun eigen, boeiende stijl hebben. A.A.O-V.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1969 | | pagina 8