De Goede Hoop
Onder de indruk van het huidige welvaartsonbehagen,
de onlust, lokale, regionale en andere rellen, die voor
paginanieuws vormen en in de huiskamersfeer onze ge
dachten indringend beïnvloeden, dringt zich de vraag
op, of de grote lijnen van de betekenis en de invloed
van de Nederlandse cultuur in de wereld, niet al te
zeer in het gedrang komen.
Er zijn geen koloniale rijken meer te besturen, die
zorg is voor goed voorbij, maar er is een stuk Neder
landse cultuur verspreid over de gehele wereld (taal,
bestuurlijke en rechterlijke organisatie, architectuur,
gewoonten en gebruiken, enz.) die naar het mij toe
schijnt wel in het gedrang dreigen te komen en zeker
te weinig de aandacht krijgen die zij verdienen.
Frankrijk met zijn culturele missies, Engeland met
zijn British Gouncil zien dat goed in en in landen,
waar onze invloeden samenkomen, kan men goed mer
ken, dat Nederland op dit gebied ernstig tekort schiet.
Heemschut's taak beperkt zich tot het waken voor de
schoonheid van Nederland, strikt genomen volgens
zijn statuten, maar diezelfde Heemschut heeft nooit
geschroomd zijn adviezen en hulp te bieden, binnen
de grenzen van zijn mogelijkheden, overal daar, waai
de Nederlandse cultuur in de wereld een accent heeft
gelegd.
De contacten met Vlaanderen zijn al oud en dateren
van de stichting van Heemschut, niet minder die met
het voormalige Nederlands-Oost-Indië en met Zuid-
Afrika. Zo werd de grote tentoonstelling in het Ko
ninklijk Instituut voor de Tropen in 1934 dan ook
tezamen met de zusterverenigingen in die landen ge
organiseerd. Contacten over en weer, bezoeken en
drukke correspondentie is er voortdurend geweest, ook
met de West, Ceylon, Brazilië, Holland Michigan
(U.S.A.), om enkele voorbeelden te noemen.
Niet zonder reden omvatte de Heemschutserie 1940
1954 ook deeltjes gewijd aan Antwerpen, Mechelen,
Turnhout, Brugge en het voormalige Batavia.
„iVfeerlusl"Kaaps-Hollandse boerderij nabij Slellenbosch, sinds
1757 bewoond door de familie Mijburg.
Spier", Ka.aps-HoUand.se boerderij nabij Slellenbosch.
EVënmin zonder reden werd de zomercursus „Heem
schut en Monumentenzorg" in de septembermaand
1966 te Amsterdam gezamenlijk georganiseerd door
de Belgische Koninklijke Vereniging voor Natuur- en
Stedenschoon te Antwerpen en de Zuid-afrikaanse
Stigting Simon van der Stel te Pretoria en Kaapstad.
Met de Belgische vereniging zijn, dank zij de gemak
kelijke verbindingen, steeds nauwere contacten met de
besturen over en weer, kleine congressen, bezoeken
over en weer, enz. Met de overige gebieden waar de
Nederlandse cultuur een rol speelt ligt dat zwakker,
niet door gemis aan goede wil of besef, maar door de
hoge kosten, die direkte contacten nu eenmaal met
zich mee brengen.
Er zijn uiteraard reeds particuliere contacten, zoals
die door het Algemeen Nederlands Verbond en de
Stichting Nederland Overzee.
Bredere en hechtere grondslag op cultureel gebied
ook weer in vergelijking met Frankrijk en Groot-Brit-
tannië lijkt wenselijk, omdat duidelijk gaat worden,
dat er onnodig terrein verloren gaat worden, als op
dit gebied niet met meer begrip en besef zal worden
opgetreden.
Politieke tegenwind maakt dat niet gemakkelijker,
maar het is wel opmerkelijk, dat vooral van particuliere
zijde behoefte en het inzicht aanwezig zijn, maar die
onvoldoende gedragen worden van overheidswege,
althans niet in een mate zoals dat wel van Franse en
Britse zijde gebeurt.
Er zijn culturele akkoorden en zo is mijnerzijds, met
instemming van het bestuur van Heemschut, in 1964
de gelegenheid dan ook aangegrepen, toen mij de eer
te beurt viel binnen het kader van het Nederlands-
Zuid-afrikaans cultureel akkoord voor drie maanden
naar Zuid-Afrika uitgezonden te worden, op het ge
bied van de Heemschut mij ter plaatse te oriënteren.
Het effect was verrassend, de noodzaak tot nauwere
culturele contacten overtuigend.
De viering van het tienjarige bestaan van de Stigting
Simon van der Stel, onze zustervereniging, die zich
de bewaring van de historische monumenten in Zuid-
Afrika ten doel stelt, was aanleiding om in april van
101