aan een instelling, die zich speciaal belast met de in
standhouding daarvan. Als consequentie daarvan ziet
de nota evenwel, dat de last, uit de instandhouding
voortvloeiende, geheel of vrijwel geheel door de over
heid wordt gedragen. In de komende jaren zal naar
een oplossing van die problemen moeten worden ge
zocht teneinde te voorkomen, dat een aantal belang
rijke grote monumenten verloren zouden gaan. De
nota vraagt zich af „of er geen pogingen in het werk
zouden moeten worden gesteld om het publiek meer
voor dit belangrijke facet van het culturele leven te
interesseren."
Hierbij zij in bescheidenheid opgemerkt, dat onze Bond
Heemschut dat al jaren in alle toonaarden doet.
De nota geeft ook nog een volledige opsomming van
alle instellingen, die zich in de provincie Noord-Hol
land bezighouden met de instandhouding van monu
menten, zowel van de instellingen die het behoud
propageren (waarbij als eerste de Bond Heemschut
genoemd wordt) als van de instellingen, die monumen
ten in eigendom bezitten en deze voor het nageslacht
bewaren. De nota maakt daarbij de opmerking het in
het belang van de monumentenzorg te achten te voor
komen, dat te veel organisaties zich op het onder
havige terrein gaan bewegen, waardoor een te grote
versnippering van krachten zou ontstaan.
Het zij ons vergund, bij deze opmerking een vraag
teken te plaatsen. Zou hier het „getrennt marschieren,
vereint schlagen" niet van toepassing zijn?
Hoe meer publiek met de propaganda bereikt wordt
en hoe meer monumenten de bijzondere belangstelling
en verzorging van bepaalde instellingen genieten, des
te beter het gezamenlijke doel bereikt wordt!
Als perspectief voor het provinciale beleid voor de
komende jaren, geeft de nota aan het slot de volgende
beleidslijnen aan:
1. Het is onontkoombaar, dat ook de provincie haar
steun aan de monumentenzorg blijft verlenen; er
zal gestreefd moeten worden, binnen het kader van
de budgettaire mogelijkheden, naar opvoering van
de jaarlijkse storting in het Fonds voor Monumen
ten.
2. Om het hoofd te kunnen bieden aan de toenemen
de stroom van subsidie-verzoeken dient de provin
cie evenals het Rijk subsidies te gaan toekennen
onder mededeling, dat de uitbetaling niet eerder
zal aanvangen dan in enig jaar na 1969 met voors
hands 1972 als limiet.
3. Het is noodzakelijk er op toe te zien, dat de voor
de monumentenzorg beschikbaar gestelde bedragen
zo goed mogelijk worden besteed en de gerestau
reerde monumenten in een goede staat worden ge
houden. Dit kan geschieden door de Provinciale
Waterstaat; deze controle is van zo eminent be
lang, dat de vraag rijst of daarvoor niet een speciale
kracht dient te worden aangetrokken.
4. Het is van groot belang te achten, indien in samen
werking tussen de bij de monumentenzorg betrok
ken overheden een onderhoudsbijdrage regeling
Monumenten in Noord-Holland: huizen te Broek in Waterland..
voor monumenten in het leven zou worden geroe
pen, welke wenselijke verbeteringen in het onder
houd van monumenten zou kunnen bevorderen. In
het kader van het interprovinciaal overleg zal dat
te berde worden gebracht.
Tot zover de nota over de monumentenzorg in de
provincie Noord-Holland.
Het behoeft uiteraard geen betoog, dat de Bond
Heemschut met grote instemming van die nota heeft
kennis genomen. Zij getuigt van een zeer reële kijk op
de problemen van het onderhavige gebied en van de
ernstige wil, die problemen tot een bevredigende op
lossing te brengen.
Bij nauwkeurige bestudering van de nota rijzen hier
en daar nog wel eens vragen; zo bijvoorbeeld bij het
in de tweede beleidslijn aangekondigde voornemen,
door getemporiseerde toezeggingen de vele restauratie
werkzaamheden op gang te kunnen houden. De daar
voor benodigde voor-financieringen leveren nl. bij de
huidige hoge rentevoet nog wel eens grote moeilijk
heden op. Het zou echter afbreuk doen aan de grote
waardering van de nota, op alle slakjes zout te gaan
leggen.
Het vorenstaande resumerende kan gezegd worden,
dat met vertrouwen het verdere beleid van het pro
vinciaal bestuur op het gebied van de monumenten
zorg kan worden afgewacht.
IR. F. OTTEVANGERS
95