San Francisco's nieuwe Goudkunst Versiering Een merkwaardig verhaal lazen wij in The Economist van april j.1. Zoals elders raakt in San Francisco een deel van de uitgestrekte 19de-eeuwse haven-empla cementen buiten gebruikt. Meer naar het zuiden bouwt de stad moderne havens. De leegstaande pak huizen en fabrieken worden echter niet gesloopt maai hersteld en inwendig gemoderniseerd. Zij krijgen een nieuwe bestemming als luxe-showrooms, winkels en restaurants. De spreekwoordelijke somberheid van het havenfront maakt plaats voor tuinterrassen, arkaden en pleintjes. „In deze atmosfeer vermindert het normale tempo van het Amerikaanse leven; er wordt een soort ple zierigheid door teweeggebracht die men gewoonlijk verbindt aan het slenteren door de steden van Europa. De organisatoren wensten eveneens de band van de stad met haar verleden in stand te houden door hand having van de zware muren en de Victoriaanse lijsten. Dit is meer dan heimwee; het is een opstand tegen de massieve plannen voor stedelijke reconstructie die een wijk wegvegen en alleen dingen van vandaag bouwen, San Francisco weigert zijn wortels uit te trekken en ontwerpers komen nu uit andere steden om te kijken hoe dit kan worden vermeden. Het zou goedkoper zijn geweest de winkels nieuw te bouwen. Maar het is ge bleken in financieel opzicht de moeite waard te zijn om de oude te behouden." Ghirardelli Square, de eerste van deze ondernemingen, is begonnen met een investering van 4 miljoen dollar, en breidt nu uit voor 6 miljoen, waardoor de ver huurbare ruimte verdrievoudigd wordt. De daar ge vestigde restaurants en winkels verdienden drie keer zo veel als het Amerikaanse gemiddelde voor winkel centra. Er zijn nu 6 restaurants, 2 kunsthandels, 17 winkels, een theater, een radiozender en een grote ondergrondse garage. Geregeld komen er nieuwe zaken bij. Vroeger was het een chocoladefabriek, deze is ver huisd naar de buitenwijken waar de huren lager zijn, en in de vitrines die in de bakstenen muren zijn aan gebracht, worden nu boeken, leerwerk, juwelen en delicatessen geëtaleerd. Het complex is ontworpen door mr. William Wurster en heeft vele architectuur prijzen gewonnen. Deze buurt werd in 1962 gekocht door een familie die daar vroeger een rederij had be zeten, zij wilde een karakteristieke situatie bewaren die door de moderne ontwikkeling werd bedreigd, en bewijzen dat er beter gebruik van bezit aan de water kant gemaakt kon worden dan het vol te bouwen met droge blokken flats en kantoren. Daarbij ligt de Can- nery, de schepping van mr. Leonard Martin, een Rus van afkomst die in 1940 naar Amerika kwam. Als kenner van het Oosten en van de Europese steden, zag hij in een oude conservenfabriek die dienst deed als autopakhuis, de mogelijkheid van een aantrekkelijk complex aan de waterkant. Hij kocht het en stak veel geld in wat algemeen als afbraak werd beschouwd. Hij bracht allerlei liften en verbindingsgangen aan tussen de drie verdiepingen voor winkels en restaurants, het heeft 7% miljoen dollar gekost en na een jaar al blijkt het financieel gezond te zijn. Zo is het ene project na het andere in ontwikkeling, als delen van een nieuw structuurplan voor de gehele noordelijke baai, dat voorziet nu een netwerk van pleintjes en lanen, uitzicht biedend op het water, vol winkels, hotels, theaters e.d. Een van de betrokken architecten merkte op: „wij beginnen te leren dat het niet nodig is om de hele structuur van een stad te vernielen om haar bruikbaar te maken voor onze tijd. Een stad be waart haar gevoel voor continuiteit wanneer zij de dingen die van vroeger over zijn weer een functie geven kan." Tot zover, samengevat, het artikel in The Economist. Een merkwaardig en leerzaam geval. Dan denken wij aan de welbekende zuinige verhalen dat er toch vooral niet teveel geld in herstel van oude gebouwen moet worden gestoken omdat anders „het moderne leven" zich niet genoeg kan ontwikkelen. Of aan die andere verhalen dat de eigentijdse creativiteit belemmerend zou worden door het instand willen houden van aanleg en bebouwing uit vroegere perioden. De driekwart eeuw oude fabrieken, pakhuizen en pieren van San Francisco zijn zeker geen architectonische meester werken. Elke oude Nederlandse stad heeft vervallen buurten en leegstaande pakhuizen die véél mooier zijn. Zou het niet veeleer een tekort zijn aan eigentijdse creati viteit en aan zakelijke durf dat hier nog zóveel staat te verkommeren omdat men er nóch de culturele waarde nóch de economische mogelijkheden voldoende van inziet? De Dam,f ons nationale pleinis voorzien van een sierplaveisel in kleine natuursteenblokjes. Als daar veel mensen op lopen, als er kinderen naar de poppenkast kijken en duiven rondtrip- pelen, is de Dam feestelijk mooi. Waarom moet de Dam dan ontsierd worden door wanstaltige pretentieuze plastic toollem 92

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1969 | | pagina 20