IB
■■:v$'-"SW6W8**
laten aanbrengen. Deze kamer nu regentenkamer
bevindt zich ter linkerzijde van de ingang.
De tot welstand gekomen zeepzieder zal graag zijn
huis naar de mode van de tijd ingericht hebben.
Deze was in de eerste helft van de 17de eeuw in de
N. Nederlanden nog vrij sober. In het rijke huis
waren de muren door een lambrizering gedekt, waar
tegen de gewitte bovenmuur markant afstak, terwijl
de balken-zoldering soms in matte tinten geschilderd
was. In de eenvoudige huizen ontbrak de lambri
zering.
Maar voor rijk en arm was het woonvertrek het
centrum van het huis, waar alle bezigheden verricht
werden en waar ook het bed stond, hetzij vrij,
hetzij in een alkoof, die opgenomen was in de lam
brizering.
De woonkamer van Pieter Boogaert stelt ons voor
problemen. Heeft Bogaert, waarschijnlijk toch niet
in staat zich de luxe van fraaie betimmeringen te
veroorloven, door een schilder de illusie daarvan
laten opwekken?
Op de begane grond zijn alle deuren beschilderd
alsof ze uit eikehout met palissander tussenpanelen
bestonden. Dit is vooral het geval in de kleine ka
mer rechts van de ingang, die waarschijnlijk een
geheel heeft gevormd met de daarachterliggende
keuken. De bedstee, die zich nu in verminkte en
vertimmerde toestand in het achterhuis bevindt, zou
een deel van een geschilderde betimmering uitge
maakt kunnen hebben en zou in de woonkamer
gesitueerd geweest kunnen zijn.
De imitatie gecanuleerde pilasters met maniëris
tisch ornament, behoren, met de deur van het woon
vertrek tot het beste van alle schilderwerk, hetgeen
aan deze veronderstelling kracht bijzet.
Wel moet worden opgemerkt, dat het pleisterwerk
op de muren van het vertrek nog niet onderzocht is,
zodat men niet weet of daar eveneens een imitatie
lambrizering aanwezig is, terwijl gebleken is dat
ook op de bovenverdieping „iets geweest" moet zijn,
waar fragmenten van beschilderde paneeltjes elders
in het huis getuigenis van afleggen. Een konklusie
is vooralsnog niet te trekken.
Behalve deze imitatie van kostbare houtsoorten, een
verschijnsel, dat mét de imitatie van marmer veel
voorkwam, vinden we in het huis ook nog figurale
en ornamentale decoraties en wel aan de balken
van het plafond in de woonkamer en op de deur,
die naar deze kamer leidt. De balken zijn gesierd
met aardige putti, die bloemfestoenen dragen. Op
een ruwe schets in olieverf zijn de figuurtjes ge
hoogd in een paar tinten wit, waarover heen in
donkerbruine lazuur details zijn aangegeven. Het
lijkt aannemelijk dat zij het voornamere stucwerk
nabootsen en als voorlopers beschouwd mogen wor
den van de „witjes". De velden tussen de balken
zijn gesierd met festoenen van vruchten waaraan
linten hangen. Het lintmotief komt ook op de deur
voor, in kombi natie met een bolvormig schild, een
vlinder en een libelle.
Al deze, zo duidelijk renaissancistische motieven
waren in ons land ingevoerd en populair geworden
in de loop van de 16de eeuw door de voorbeeld
boeken, zoals van een Hans Vredeman de Vries, die
hun dienst deden in werkplaatsen van schrijnwer
kers, zilversmeden en dekoratieschilders. Begin 17de
eeuw was de ornamentstijl kwabbiger, vleselijker
geworden, waar de dekoratie van de deur een goed
25
•A**»
#,3KïS"ëï|»i*«feS*«3ii
/'V'."UJ5ï!S®»&SSÖSJ
iSUilV, «y U'VtWSXïKSI
.- - -* -'3 JU—:JU..
Xf'vSL >>a' m?*. t
Foto's bij dit; artikel:
Jac. B. Rieder