Een poging
tot gedachtenwisseling
zakelijk is de Amsterdamse binnenstad te regenere
ren, en wel zó dat deze het gezond levende hart
van Nederlands hoofdstad blijft, en in deze functie
wordt versterkt.
Wij voegen hieraan toe dit slechts mogelijk te achten
in het ruimere verband van een herstructurering
van „Amsterdam vóór 1914" die aan de economische
centrumfunctie voldoende expansieruimte biedt en
de creatieve krachten van onze tijd inschakelt om
een synthese van oud en nieuw tot stand te brengen
die voor een lange periode bruikbaar kan zijn.
Dat de onzerzijds bepleite beleidslijn grote financiële
offers zal vergen behoeft geen betoog. Een beroep
op de rijksoverheid zal daarom moeten steunen op
een helcler en inspirerend toekomstbeeld dat leeft
in brede kringen van de Amsterdamse bevolking.
Dat is alleen bereikbaar indien het gemeentebestuur
open staat voor de inzichten en een beroep doet op
de kunde en de toewijding van hen die zich willen
inzetten voor deze openbare zaak bij uitstek.
Amsterdam 14.12.1968.
Verruil vreet voort, in de Amsterdamse binnenstad zolang er
geen krachtig gecoördineerd, herstelbeleid xuordl gevoerd
(foto Maarten Brinkgreve)
„Heemschut" is altijd de moeite van het lezen
waard. De redacteuren hebben in 1968 samen 66%
van de inhoud van „Heemschut" verzorgd. Dat is
niet mis. Een woord van erkentelijkheid is hier dan
ook beslist wel op zijn plaats: hulde mijne heren, t)
Het zal de kritische lezer echter niet zijn ontgaan
dat er voortreffelijke inlichtingen worden gegeven
over het werk van Heemschut en dat er uitstekende
gedachten worden uitgedragen in „Heemschut",
maar clat er toch ook een ijzige wind van eenzijdig
heid door de artikelen waait. En dat is wel mis.
Het lijkt mij zo geheel in de lijn van de doelstelling
te liggen als er in „Heemschut" ook eens de milde
wind van de veelzijdigheid ging opsteken om het
Nederlandse volk te overtuigen van de noodzaak
mede te werken aan de bescherming van bestaande
schoonheid. Of moet het ontbreken van zelfs de ge
ringste uitwisseling van gedachten worden gezien
als de stilte, die aan de storm vooraf gaat?
O, U kunt gerust zijn, want het bolwerk van onze
bond Heemschut zal sterk genoeg blijken te zijn om
overmoedige stormlopers te kunnen weerstaan, ten
zij ja tenzij van binnen uit storm wordt gezaaid:
eenzijdigheid maakt overmoedig en dan kan het ge
beuren dat ons Heem voor schut staat in „Heem
schut". 2)
In een artikel over „Inspraak in de Nieuwmarkt"
(blz. 127) wordt de ontwikkeling van het wederop-
bouwplan Nieuwmarkt geschetst. Met duidelijke te
leurstelling wordt het verwijt gemaakt dat een aan
het college van B. en W. van Amsterdam gericht
voorstel van de werkgroep Amsterdam 1975 dezelfde
weg opging als de vroegere adressen: de mist in! Is
dat initiatief nu werkelijk geheel de mist ingegaan?
Nee, het college van B. en W. hebben m.i. terecht
gesteld dat de Raad voor de Stedebouw het meest
geschikte orgaan is dat advies kan uitbrengen over
een mogelijke herziening van het wederopbouwplan
Nieuwmarkt. 3)
Elet is duidelijk dat de Raad voor de Stedebouw uit
haar midden met grote zorgvuldigheid een commis
sie heeft ingesteld, die met grote aandacht voor de
veelzijdigheid van haar opdracht aan het werk is.
Dan lijkt het op zijn minst vreemd dat in „Heem
schut" zwart op wit staat dat het voorstel de mist
inging. Dat is minder dan de halve waarheid en ja
clan staat ons Heem voor schut in „Heemschut". Dat
kan onze bond Heemschut gewoon geen goed doen
als wij oog hebben voor de belangrijke bijdrage, die
wij kunnen leveren in de komende jaren van actief
en creatief herstel van onze Amsterdamse binnen
stad.
43