voorbeeld van is, zij het dan ook een laat. Maar de ornamentprenten bleven zeer lang de ronde doen in de ateliers, ook al is de algemene smaak in ons land na 1630 meer Frans-klassicistisch gewor den. Het is duidelijk dat uit de hele ornamentenschat een liefdesthema gekozen is, zoals vooral uit de putti blijkt. Ook de vlinder en libelle op de deur, sym bool van vluchtigheid kunnen daarmee te maken hebben. Diepere betekenis behoeven we niet achter het thema te zoeken, waarschijnlijk werd de mode van de tijd gevolgd. Dat door de dekorateur ook symbolen van Christelijke liefde gebruikt werden, als granaatappel en druif, mag op een vrij willekeurig uitkiezen van voorbeelden wijzen. De kwaliteit van de schilderingen is zeer verschil lend. Het fraaist is de nabootsing van een betim mering rond de bedstee, nu in het achterhuis. Ook de deur en de paneeltjes boven de ramen zijn van dezelfde kwaliteit. De putti zijn wat stijfjes van uit voering, terwijl het schelpmotief (geliefd motief in deze tijd), dat zich nu in de keuken bevindt wel door een hulpje zal zijn uitgevoerd, gezien de ge lijkenis met een puddingvorm. De schilderingen in het voormalige huis van Bogaert, waarschijnlijk met grijze verf afgedekt toen de ern stige regenten de kamer in gebruik gingen nemen, mogen dan misschien qua uitvoering niet zo belang rijk zijn, zij geven ons toch weer een kijkje op de smaak in de eerste helft van de 17de eeuw en als zodanig vormen zij een welkome bijdrage tot het erfgoed uit het verleden, dat wij te bewaren en te verzorgen hebben. Alle lof voor de heer Zegeling, die met zoveel liefde en geheel belangeloos de restauratie uitvoerde. Het Anjerfonds verschafte de materialen hiertoe. DRS. A. VERSCHUUR-STUTTENHEIM 26 1) Uitgave van de Erven Bohn, Haarlem 1951

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1969 | | pagina 10