Op Heemwacht TON KOOT Zijn wij op de goede weg? In het vorige nummer van ons orgaan wezen wij er op, dat het bedrag op de Begroting 1969 voor Rijkssubsidies ten behoeve van restauraties was ge stegen van 32,4 miljoen naar 34,2 miljoen. Dat is een vermeerdering met 1,8 miljoen ofwel S}/$lo. Het behoeft geen betoog, dat dit onder de huidige omstandigheden geen verhoging betekent van sub sidie en vermeerdering van mogelijkheden, maar een bedrag met hetwelk minder uitgevoerd kan worden dan in het vorige begrotingsjaar. En dat bij stijgende behoefte, zoals uit de Memorie van Toelichting van de Minister van C.R.M. te lezen valt. De reconstructie van stads- en dorpskernen, de kwaliteitsverbetering der huizen en dat zijn in deze kernen veelal monumenten verdienen een betere waardering dan in deze begrotingspost tot uiting komt. Het begint steeds meer door te dringen, dat recon structie, restauratie van onze stads- en dorpsker nen niet alleen een zaak is van estheten, van min naars van mooie huizen, van architecten met be wondering voor goede maat en verhoudingen, voor erudieten. Het is ook een zaak van waardevolle volkshuisvesting en blijkt goede bewoonbaarheid der stads- en dorpscentra ook een zaak van leef baarheid, van sfeer en karakter te zijn, dus een stuk woongeluk. De kracht van Heemschuts betogen, al sinds enige decennia naar voren gebracht, is nog steeds terecht gebleken en nog altijd actueel: restaureer de stads kernen, zodat deze haar karakter en sfeer behou den, grijp alleen dan in met nieuwbouw als dit met zoveel zorg en bekwaamheid geschieden kan, dat de sfeer van de stadskern er niet door ge schaad wordt. Hoe vaak is tegen deze vermaning gezondigd en hoeveel straat-, gracht- en marktwanden zijn daar aan al ten gronde gegaan. Nu wij zover zijn, dat steeds meer burgers belang stelling tonen voor de gedachte van restaureren, steeds meer de betekenis inzien van het behoud van het karakter van onze stads- en dorpskernen, dan is ons Landsbestuur, dan is ons Parlement op de verkeerde weg, als het niet meer gelden be schikbaar stelt voor het herstel van deze kernen. Als het niet gelukt aan het Ministerie van Cultuur alleen, om de reconstructie der kernen door zijn subsidies te voltrekken, dan zal het samen met het Ministerie voor Volkshuisvesting moeten gebeuren. Het is voorwaar niet de eerste keer dat wij hierop wijzen. Er is reeds samenwerking ten aanzien van de be scherming van stads- en dorps gezichten. Waarom niet meer nauwere zichtbare samenwerking ten aanzien van de esthetisch verantwoorde gezond making van stads- en dorps kernen? Het zou een stevige steun in de rug aan de goedwillende ge meentebesturen zijn en niet het minst een krach tige duw in de richting van vele niet al te best willende en eigenlijk kortzichtige lagere overhe den. 60 jaar geleden Heemschut begonnen. Om precies te zijn, op 27 april 1909 riep architect A. W. Weissman een aantal mannen bijeen, om zich te beraden op het probleem, hoe de hand over hand toenemende verwoesting van stads- en landschapsschoon kon worden gestuit. Ambachte lijk goed gevormde woonhuizen vielen voor prot serige steenstapelingen, fraaie grachten werden gedempt om suffe rijwegen te worden in een uit zijn verhouding gerukt stadsbeeld, stoere stads wallen werden geslecht en legden ontnuchterend hele stadszomen open (waarmee de kans op zin volle „groenstroken" verkeken was), sierlijke hou ten wipbruggen werden vervangen door gietijzeren draaibruggen, windmolens werden vervangen door stoomfabrieken, lintbebouwing en ontsierende reklame vierden hoogtij. De initiatiefnemers kwamen bijeen in het Muntge- bouw te Amsterdam. Weissman zat voor. Om de tafel zaten: mr. P. G. v. Tienhoven, Dr. J. Th. Oudemans, Mr. G. A. P. M. van der Aa, de archi tecten: K. P. C. de Bazel, H. van der Kloot Mey- burg, J. H. W. Leliman en S. de Clercq, de publi cist Jan Feith, C. J. Gonnet, J. W. Hanrath, Mr. J. D. Pasteur, G. A. Pos en Mr. J. de Vries van Doesburgh, allen vertegenwoordigers uit kringen, waar het behoud van de schoonheid van het land een wezenlijk begrip was. Bijna twee jaar lang werd vergaderd, hetgeen op 2 februari 1911 des middags om 14.30 uur leidde tot een constitue rende vergadering van de vertegenwoordigers der architectenverenigingen, oudheidkundige vereni gingen, toeristenbonden, kunstkringen, horecabe drijven en ambtelijke opleidingsinstituten. De nieuwe Bond had een duidelijk nationaal en fede ratief karakter, een overkoepelende organisatie om 1

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1969 | | pagina 5