DE FIBULA HEEMSCHUTREEKS IS UITGEKOMEN Het aangekondigde voornemen, om een nieuwe Heemschutreeks te doen verschijnen is verwezen lijkt. De eerste twee deeltjes zijn uitgekomen, ver schillende andere staan op stapel. Op maandag 25 november was een schare Roer- monders en Heemschutleden in de raadszaal van Roermond bijeen, om de geboorte van de nieuwe Heemschutreeks bij te wonen. Burgemeeester Mr. M. M. L. G. M. Custers ver welkomde de in groten getale opgekomen belang stellenden. Ton Koot, als secretaris van de Bond Heemschut, sprak er zijn voldoening over uit, dat na het succes van de Heemschutserie, in de moei lijke oorlogsjaren in samenwerking met de firma Allert de Lange C.V. uitgegeven, en na het be ëindigen van deze serie, die in 74 delen was uit gekomen, nu Fibula-Dishoeck N.V. de taak op zich heeft genomen om in samenwerking met het bestuur van de Bond Heemschut een nieuwe reeks in modern gewaad en op nieuwe leest geschoeid op te zetten, onder de naam Fibula-Heemschut reeks. De oude reeks, waarvan het laatste deel 14 jaar geleden verscheen, bleek nog steeds zoveel belang stelling te hebben, dat een nieuw opgezette reeks verantwoord leek. Roermond had de primeur, met een boekje „Roer mond, vroeger en nu" geschreven door de ar chivaris van Roermond J. G. F. M. G. baron van Höevell tot Westerflier. Intussen is in Den Haag het tweede deeltje verschenen, onder de titel „Den Haag, vroeger en nu" door Dr. C. de Wit, terwijl als derde deel op stapel staat „Gouda, vroeger en nu" door Dr. J. Schouten. Nadat in Roermond vanwege de directie van Fibula-Van Dishoeck N.V., door de heer H. Dijk stra de eerste verschenen deeltjes werden uitge reikt aan de burgemeester van Roermond Mr. Cus- ters, aan het bestuur van de Bond Heemschut in de persoon van de heer Ton Koot en aan de schrij ver zelf, werd in het Haagse gemeentemuseum het eerste Haagse deeltje overhandigd aan de voor zitter van de Bond Heemschut, Dr. R. Hoegen, de wnd. directeur van het Haagse gemeentemuseum en aan de schrijver. De boekjes zijn nu in de han del a 7,90 per deel. Leden van de Bond Heem schut kunnen deze boekjes via het secretariaat van Heemschut bestellen, tegen de prijs van 6,90. Ideeën voor nieuwe deeltjes in deze serie worden graag ingewacht bij het secretariaat van onze Bond. 19 De heer H. Dijkstra overhandigt het eerste deel uit de Fibida-Heemschut-reeks aan burgemeester mr Custers van Roermond en aan Ton Koot. „De Nederlandse boerderij in het begin der 19e eeuw", door Drs. R. C. Hekker en Dr. J. M. G. van der Poel is een publicatie van de Stichting Historisch Boerderij Onderzoek te Arnhem. Zoals onze lezers weten werd deze stichting in 1960 opgericht om van het meest bedreigde deel van ons monumentenbezit want in die positie verkeren de oude boerderijen een zo volledig mogelijke documentatie tot stand te brengen voordat het te laat is. Verschillende instel lingen (Openluchtmuseum, Rijksmonumentenzorg e.a.) wer ken in de stichting samen. Het bestaan van dit documenta tiecentrum heeft het verheugende effect dat eigenaars van belangrijk materiaal dit aan de stichting afstaan. Zo kwam Ir. A. M. Kuysten te Arnhem bij de stichting met een pak oude tekeningen. Tot grote vreugde van de deskundigen bleken dit de reeds lang verloren gewaande opmetingen te zijn die in de eerste helft van de vorige eeuw vervaardigd waren in opdracht van Jan Kops, commissaris tot de Zaken van den Landbouw. De historie van deze merkwaardige fi guur geeft een hoogst boeiend beeld van het ontwaken van de officiële belangstelling voor het agrarische bedrijf. Ons land kwam in dit opzicht achteraan, wat niet zo vreemd is omdat hier, sterker nog dan in andere Europese landen waar de feodale adel een duidelijk belang had bij een wel varende landbouw, de politiek, de economie en de cultuur stedelijke aangelegenheden waren. Het boerenbedrijf was een traditionele zaak, door de stedeling (als het mooi weer was) welwillend gadegeslagen, maar niet zo erg belangrijk geacht. In de 18e eeuw tekende zich, het eerst in Engeland en Frankrijk, een 'verandering af. Mede onder invloed van de arcadisch-romantische verheerlijking van de „landelijke onschuld en rust" begonnen verlichte geesten zich al thans theoretisch met de landbouw bezig te houden. De boeren „ploegden voort", hen raakten de discussies en trac- taten niet van de heren met kanten lubben die nooit een spade of riek hadden gehanteerd. De economische crisis waarin de Bataafse Republiek ver keerde dwong de nieuwe bestuurders tot een bewuster eco nomisch beleid. Handel, nijverheid, scheepvaart en geldver keer verkeerden in een noodtoestand. De assuradeur J. Goldberg werd tot Agent van Nationale Oeconomie be noemd, hij koos in 1800 tot Commissaris voor dé Zaken van den Landbouw de Doopsgezinde predikant Jan Kops uit Leiden. Samen reisden beide heren door het land om zich van de toestand op de hoogte te stellen. Dit was de eerste keer dat in ons land stelselmatig economische gegevens wer den verzameld. Ds. Kops pakte de zaak energiek aan, hij richtte gewestelijke Commissiën van Landbouw op, hij gaf het eerste agrarische vaktijdschrift uit, het „Magazijn van Vaderlandschen Landbouw", en hij organiseerde het „Kabi net van Werktuigen voor den Landbouw", dat een belang rijke functie heeft gehad als documentatiecentrum. In 1880 werd wat er van de verzameling over was naar Wageningen overgebracht en de collectie die nu een grote historische waarde zou hebben is vrijwel geheel verloren gegaan. Voor dit kabinet liet Kops de nu weer aan het licht gekomen

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1969 | | pagina 23