HUIS TE BLOKZIJL
met de zorg voor het stadsschoon in zijn geheel
belast zouden moeten worden, zowel in verband
met de voorbereiding van bestemmingsplannen als
met de andere gemeentelijke bemoeiingen op dit
gebied, en niet in het minst met de contacten met
de in deze vraagstukken geïnteresseerde organi
saties uit de burgerij. De hiervoor vroeger ge
bruikte naam „stadsconservator" wekt in dit ver
band gauw misverstanden, beter ware te spreken
van het hoofd van nieuw in te stellen bureau bin
nenstadszaken. Heemschut heeft in een brief aan
B. en W. opnieuw aandacht voor deze gedachte
gevraagd.
Warmond, bestemmingsplan Zwanburg
Het is nu al anderhalf jaar geleden dat Heem
schut aan de Raad der gemeente Warmond zijn
bezwaren kenbaar maakte tegen het ontwerp-be-
stemmingsplan Zwanburg. Deze bezwaren waren
van tweeërlei aard: de aantasting van het uit een
oogpunt van natuurschoon en recreatie waarde
volle polder- en plassengebied, en de onvoldoende
kwaliteit van de ontworpen woonbebouwing op
zichzelf, die te klein zou worden om een eigen le
ven te kunnen ontwikkelen en te zeer geïsoleerd
zou liggen om zich goed te kunnen oriënteren op
de kern van Warmond. Het ontwerp-bestem-
mingsplan is inmiddels door het gemeentebestuur
en door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Heem
schut heeft zich nu tot de Kroon gewend en, onder
verwijzing naar de op gemeentelijk en provinciaal
niveau ingebrachte argumenten, enkele kant
tekeningen geplaatst bij goedkeuringsbesluit van
G.S.
Heemschut ontkent niet dat de ontwikkeling van
de randstad ingrijpende veranderingen meebrengt.
Er moet nu eenmaal gebouwd worden, er zijn wo
ningen nodig, wegen, kantoren en fabrieken. Juist
in dit verband is de grootste zorg vereist voor de
gebieden die voor de actieve en passieve recreatie
een natuurlijke attractie hebben. Het is niet juist
dit algemene belang aan te tasten voor een betrek
kelijk gering aantal woningen.
Het belangrijkste argument van G.S. was dat
Warmond geen andere bouwgrond ter beschikking
heeft. Dat is inderdaad een kernpunt van de ruim
telijke ordening in ons land. Zolang de historische
gemeentegrenzen en de autonomie van de gemeen
tebesturen binnen die grenzen doorslaggevend zijn,
en deze wettelijke uitgangspunten dateren uit
een periode waarin Nederland nog een overvloed
aan ruimte had, een zeer eenvoudig wegenstelsel
en een grotendeels locaal gebonden economie
zolang loopt een weloverwogen regionaal en na
tionaal ruimtelijk beleid telkens vast in beperkte
gemeentelijke belangen. Er wordt tegenwoordig
veel gesproken over samenvoeging en samenwer
king van gemeenten. Dat bewijst de noodzaak van
aanpassing van vorige-eeuwse bestuursverhoudin-
gen aan de eisen van onze tijd.
Bij het ter perse gaan van dit nummer be
reikten ons de overlijdensberichten van twee
hoogst verdienstelijke Heemschutbestuur
ders; Prof. Ir. T. H. van Wisselingh en J.
Trouw. Prof. van Wisselingh was sedert 1954
voorzitter van de commissie „De weg in het
landschap" (W.I.L.) en lid van het Alge
meen Bestuur. Als bekend deskundige op
het gebied van landschapsverzorging en we
genbouw heeft hij in ons blad herhaaldelijk
artikelen gepubliceerd over dit onderwerp.
De heer Trouw heeft van 1945 tot 1968 deel
uitgemaakt van het Algemeen Bestuur.
Weinigen waren zo goed thuis als hij in de
vraagstukken van de Vechtstreek en de
veenplassen. De voor dit deel van ons land
karakteristieke schoonheid had in hem een
warm verdediger, in Heemschut en in an
dere organisaties.
De Vereniging „Hendrick de Keyser" voltooide
onlangs de restauratie van het 17 de eeuw se pand
Kerkstraat 16, in het centrum van Blokzijl, dichtbij
het aardige haventje. Het huis bevat drie vertrek
ken: voorhuis, keuken en zolder, en is te huur voor
100,p. m. onmiddellijk te aanvaarden.
Gegadigden dienen zich te wenden tot het secre
tariaat van „Hendrick de Keyser"Herengracht
284 te Amsterdam, telefoon 232224.
17