BRIELLE en de zorg voor monumenten
In de oktobernummers 1961 en 1964 van dit or
gaan werd ondergetekende in de gelegenheid ge
steld de lezers op de hoogte te brengen over de
„zorg voor de monumenten in Brielle".
In het eerste artikel werd aandacht besteed aan
de radicale moderniseringen in de binnenstad. Dat
de meeste panden, onbeschermd als ze waren, ge
vaar liepen gesloopt te worden door het grillige
potlood van de stadstimmerman en een slap wel
standstoezicht.
In het tweede kon de heugelijke mededeling wor
den gedaan, dat het getij voorlopig scheen gekeerd.
De raad van Brielle had zich, zij het na enige
aarzeling, kunnen verenigen met het voorstel van
B. en W. om de 209 woonhuizen en 177 panden,
zoals deze door de minister waren voorgesteld, op
de Rijkslijst te doen plaatsen. Brielle als monument
scheen onkwetsbaar. En toch de gevaren waren
ook nu nog niet van de baan. Ja, het zag er soms
naar uit dat het slopen nog gemakkelijker werd
toegestaan. Meer nogde onwil in bepaalde
kringen tegen „het restaureren" scheen zich nog
meer toe te spitsen
Thans is er in Brielle een nieuw onderdeel in de
strijd voor het behoud van het stedeschoon inge
schakeld: „de Vestingstad Brielle N.V."
Het heeft wel wat jaren geduurd eer het zover
was, dat de oprichtingsacte in een kortelings ge
restaureerd notarishuis aan het Maarland N.Z.
kon worden gepasseerd. Reeds tijdens een voor
bespreking ter voorbereiding van een door Heem
schut te voeren actie „red de binnensteden" in
1962 werd door de toenmalige voorzitter, de heer
d'Ailly, aan de aanwezigen de vraag voorgelegd
hoe men in grote lijnen dacht dit probleem te kun
nen bestrijden. Natuurlijk werd door een ieder zijn
mening ten beste gegeven. Redder in de strijd zou
Heemschut moeten worden. Zelf zocht ik de op
lossing in een geheel andere richting. Heemschut
zou in iedere plaats mensen moeten animeren om
in coöperatief verband niet al te dure panden in
de bedreigde buurten in eigendom te verkrijgen.
Aldus zou men vanuit deze punten de strijd kun
nen aanbinden tegen de plaatselijke autoriteiten
of meewerken, al naar gelang de kaarten lagen.
Heemschutstrijders dus overal: in Delft, in Vlaar-
dingen, Leiden, in Hoorn, Edam of waar dan ook.
Helaas mijn woorden vermochten niet die in
druk te maken, als ik had gehoopt. Eerlijk gezegd,
de waarheid dwingt mij dit te erkennen, klonken
ze mij ook tamelijk ongeloofwaardig in de oren. Er
werden immers in eerste instantie financiële offers
gevraagd voor een onderneming die zeker toen nog
allerminst populair was. Thuisgekomen dacht ik,
dat het toch mogelijk moest zijn om in mijn naaste
omgeving enthousiastelingen voor dit doel te vin
den. En dit bleek ook zo te zijn. Al spoedig deed
zich zulk een situatie voor om gezamelijk een
13
Het Maarland te Brielle.