STICHTING
HET DORP
VELSEN
I
„Een kerkje en een handvol huizen". Onder deze
titel vroeg Corneille F. Janssen in ons januari
nummer 1960 aandacht voor het oude dorpje, dat
de naam geeft aan de dynamische gemeente waar
van IJmuiden het zwaartepunt is. „Het dorp is een
aanhangsel geworden van een gemeente die geheel
op IJmuiden georiënteerd is De huizen zijn in
verval, wat in voorbije jaren niet verknoeid werd,
wordt nu verwaarloosd Ten noorden ligt het
Noordzeekanaal pal tegen de kom aan; het moet
verbreed worden Ten oosten vindt men de
oude Rijksweg, het pontveer en de tunnel. Van
zuid naar west loopt, al even dicht langs de kom,
de hoofdweg naar IJmuiden die het dorp afsnijdt
van de oude buitens, zoals Velserbeek. Aan drie
zijden bekneld en bedreigd en inwendig niet onge
vaarlijk verkrot, dreigt Velsen zijn ondergang met
spoed tegemoet te gaan
Ruim acht jaar later kan de oprichting worden
gemeld van de „Stichting Het Dorp Velsen", die
zich ten doel stelt de dorpskern te behouden en te
herstellen door gebouwen en inventarisstukken
ter plaatse aan te kopen en die gebouwen in goede
staat te brengen en te houden. Indien mogelijk zal
onder toezicht van Monumentenzorg worden
overgegaan tot restauratie. Als in deze omgeving
passende bewoners ziet men onder andere kunste
naars en ambachtslieden. De stichting zal ook
adviserend optreden bij aankoop, restauratie en
verhuur.
Wie 10.of meer schenkt aan de stichting,
wordt in een register ingeschreven als „Dorper van
Velsen", en krijgt daarvan een certificaat. Voor
een bijdrage van 100.of meer betuigt de
stichting haar erkentelijkheid door een reproduktie
van een tekening van het dorp; Eredorper wordt de
schenker van 1000.of meer. Het postgiro
nummer is 1 62 17 00, Velsen; de bankrekening
nr. 37 35.10.853 van de Coöperatieve Raiffeisen-
bank te IJmuiden.
Hiermede is een nieuwe stichting toegevoegd aan
de snel groeiende reeks instellingen die oude huizen
verwerven en herstellen. Heemschut heeft dergelij
ke plaatselijke initiatieven steeds toegejuicht. Zij
activeren de belangstelling in de naaste omgeving
en boren locale bronnen aan die voor landelijke
organisaties niet of veel minder bereikbaar zijn.
De vraag rijst of het niet tijd wordt om een federa
tief verband tot stand te brengen tussen de organi
saties die op eigen monumentenbezit en restauratie
zijn gericht. Het behoud van waardevolle stads- en
dorpskernen vergt immers tegenspel van en samen
spel met de burgerij, zowel op landelijk als op
plaatselijk niveau. Het tegenspel bestaat uit het
kritisch meedenken met de overheid en het waak
zaam waarschuwen als er iets mis gaat voor de
133