Onbewoond maakt onbemind In het kader van de Woonruimtewet van 1947 is bepaald dat geen woonruimte aan haar bestem ming mocht worden onttrokken. De bevoegdheid tot het naleven van deze bepaling werd door de wetgever gedelegeerd aan burgemeesters en wet houders van de Nederlandse gemeenten. Op deze wijze maatregel, die onder meer beoogde specula tie te voorkomen of althans te beperken, waren en zijn uitzonderingen mogelijk: in speciale gevallen waarin kan worden aangetoond dat er grondige redenen zijn om woonruimte te veranderen in be drijfsruimte, kan door de gemeentebesturen toe stemming hiertoe worden verleend. Waar, dank zij een dergelijke toestemming, woonruimte aan haar bestemming wordt onttrokken, geldt de regel dat compenserende woonruimte moet worden aange boden, dan wel dat een schadevergoeding moet worden betaald aan de gemeente in kwestie; deze bedraagt thans voor woningen in redelijk goede toestand 120, voor krotwoningen 60 per vier kante meter. Deze bedragen komen in een aparte „pot" van de gemeentelijke financiën. Het zal u waarschijnlijk wel verbazen te vernemen dat deze wet nog steeds van kracht is. Vooral Amsterdammers zullen hierover bijzonder ver baasd zijn. Zij zien immers, dag in, dag uit, en al vele jaren lang, dat, blijkbaar ongevraagd en on gestraft, vooral in de binnenstad, maar ook in Oud-Zuid, woonruimte als bedrijfsruimte wordt verhuurd of verkocht. En dit, terwijl de wachtlijst van gegadigden die dolgraag in het Centrum of in Oud-Zuid zouden willen wonen eveneens dag in, dag uit, en ook al vele jaren lang, groter en groter wordt. Voor dit verschijnsel zijn wel enige oorzaken aan te voeren. De meeste huizen in de binnenstad, en zeker al die welke na de Bevrijding niet grondig zijn gerestaureerd, zijn nodig aan restauratie toe. Restaureren kost veel geld en het ligt voor de hand dat de huren van een gerestaureerd of met behoud van de oorspronkelijke gevel herbouwd grachtenhuis heel hoog komen te liggen. Toch kunnen velen zich niet onttrekken aan de gedachte dat voor kantoorruimte aan de grachten waar om tal van redenen die in dit blad waarlijk niet meer hoeven te worden opgesomd, men veel beter niet nóg meer bedrijfsruimten zou moeten toelaten hogere huren worden gevraagd dan die welke, gezien de restauratiekosten, redelijk zijn te noe men. Er bestaat een stellig niet ongegrond vermoe den dat tengevolge van het in feite niet naleven van de bepalingen in zake woonruimtebestemming de speculatie in Amsterdam welig tiert. Tengevolge van het onvolledig naleven van het verbod woonruimte aan haar bestemming te ont trekken, tengevolge van het vragen van vaak ab surd hoge huren voor kantoor- en toonzaalruimte in het Centrum, terwijl aan de periferie van de stad nieuwe kantoorgebouwen leeg staan; mede ten gevolge van het onvergeeflijke gebrek aan voor lichting in zake de gemeentelijke plannen met be trekking tot de binnenstad, staan er langs onze eens zo prachtige grachten veel te veel huizen en etages leeg. De overheid die zulks in de hand heeft gewerkt en nog steeds in de hand werkt schijnt er zich niet van bewust te zijn dat de Amsterdamse grachten wereldberoemd zijn en dat het juist de grachten zijn die de zo begeerde buitenlandse be zoekers met hun geld naar Amsterdam brengen. Veel te veel panden langs de grachten (en in de radiaalstraten) staan al sinds jaren leeg. Ze staan gewoon te vervallen tot het ogenblik is aangebro ken waarop zo'n eens statig grachtenhuis een ruïne is geworden, die zonder meer mag worden afge broken. Dan komt er om zo'n open plek soms een schutting; soms wordt er bewijs van duurzame en moedwillige verwaarlozing een muur voor gebouwd; soms blijft het een niet meer afgeschei den stukje vuilnisbelt. Wie langs de grachten wandelt raakt steeds weer opnieuw ontsteld over deze door onverschilligheid of moedwilligheid ver oorzaakte schending van ons wereldberoemde stadsschoon. Gelukkig zijn en worden enkele van deze huizen wèl gerestaureerd, respectievelijk op voorbeeldige wijze herbouwd. In veel gevallen is dit het werk van verschillende verenigingen, en dan worden dergelijke panden gewoonlijk verhuurd als woonruimtesoms ook zijn het bedrijven die een eigen pand restaureren, en dan uiteraard als bedrijfsruimte. In de laatste ge vallen betekent zo'n restauratie dan soms maar lang niet altijd het behoud van de gevel, maar volkomen verkrachting van het interieur, hetgeen ook van de straat af al te duidelijk is te zien. Dit laatste is des te bedroevender omdat het eventueel onevenredig grote bedragen zou vergen dergelijke huizen zodanig weer te verbouwen dat zij opnieuw als woonruimte dienst kunnen doen. Omdat mij verschillende malen is verzekerd dat ik het aantal leeg staande huizen en gedeelten van huizen op de grachten overschatte, hebben de heer Zilver Rupe en ik op 30 mei j.1. een telling gehou den van de toen zichtbaar leegstaande huizen en etages op de Prinsengracht en Keizersgracht, aan beide zijden, van de Brouwersgracht tot de Am- stel. Aan de Herengracht hebben wij door de in vallende duisternis niet meer toe kunnen komen; 142

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1968 | | pagina 18