van onze tijd om hun eigen vormgeving in de rij te
zetten naast de vroegere, zoals dat zoveel eeuwen
door met goed gevolg gebeurde, vergeet men vaak
deze differentiatie. Grote architecten waren ook
toen zeldzaam. Het gemiddelde niveau van de
gewone bouwproductie lag echter verbazing
wekkend hoogonder meer door de ambachtelijke
werkwijze en door de langzame evolutie van smaak
en stijl. Welvarende dorpen in de 18de eeuw waren
mooi, welvarende dorpen in de tweede helft 20ste
eeuw zijn dat eigenlijk nooit. Zo liggen de zaken
nu eenmaal. De mogelijkheden die de grote stad
heeft om haar kostbaar erfdeel aan oude aanleg en
bebouwing een nieuwe, aparte functie te geven
als onderdeel van het veelzijdige geheel, zijn in
kleine kernen veel geringer. Daar moet een be
stemming gezocht worden die het betrokken gebied
min of meer isoleert van de normale gang van
zaken bij nieuwbouw en bedrijfsvestiging. Dan
komt men tot projecten als St. Anna ter Muiden,
Bronkhorst, de Zaanse Schans of zoals nu in Vel-
sen, eigenlijk een soort reservaten van eertijds
normale, thans bijna uitgestorven, eenvoudige en
harmonische schoonheid.
Velsen is een van de oudste dorpen van Holland.
Diep onder de huidige kerkvloer zijn bewonings-
sporen gevonden van vóór de romeinse tijd. Het
eerste houten kerkje een van de vijf moeder
kerken van Holland moet omstreeks 720 zijn
gebouwd. Het was aan St. Paulus gewijd. Vlakbij
verrees de grafkapel van St. Engelmundus, die met
St. Willibrord naar Nederland was gekomen. Aan
hem werd de wonderdadige oorsprong toegeschre
ven van de Engelmundusbeek die iets ten noorden
langs de kerk liep en nu ter plaatse is overwelfd.
Resten van een karolingisch grafveld rondom de
kerk bewijzen dat Velsen in de 8ste en 9de eeuw
bewoond is gebleven. Het huidige tufstenen kerkje
ontstond toen de Noormannenstorm luwde, in de
10de eeuw of iets later. Een belangrijk deel van het
muurwerk aan de west- en de noordzijde, met drie
dichtgemetselde rondboogramen, is er van over.
Omstreeks 1200 werd aan de westzijde de tufstenen
toren opgetrokken, die in de 14de eeuw met een
verdieping in baksteen werd verhoogd. De heren
van Brederode, die ruim vier eeuwen lang heren
van Velsen waren, lieten aan de zuidzijde een later
weer gesloopte kapel bouwen waarvan onlangs een
rijkbewerkte grafsteen werd gevonden. In de 17de
en 18de eeuw werd de kerk hersteld en uitgebreid.
Toen ontstonden ook de eenvoudige huizen die het
dorp zijn bekoring geven, en de deftige buitens,
zoals Waterland en Beeckestijn dat onlangs uit het
puin herrees. Via een sluisje waterde de Engel
mundus af in het Wijkermeer, en ten zuiden daar
van groef men de Velserhaven, vanwaar de
schuiten naar Assendelft en Amsterdam afvoeren.
Nu varen vlak langs de stille dorpskern van Velsen
de oceaanschepen door het Noordzeekanaal. De
gepruikte heren die in hun koetsen naar hun
buitenplaatsen reden staan even ver van onze tijd
als de Engelse Benedictijner monniken die duizend
jaar tevoren het Evangelie preekten aan de nazaten
der Kaninefaten. Rondom Velsen ronkt en rookt
het haven- en industriebedrijf langs het Noordzee
kanaal, en vreet planmatig elk jaar meer boeren
land weg. De opgave om temidden van dat ge
daver deze kleine oase van schone harmonie te
handhaven is niet gering. Maar het loont de moei
te. G. B.
135