Ter herinnering aan Prof. Dr. M. D. Ozinga Heemschutberich ten Op 21 mei kwam geheel onverwachthet overlijdens bericht van Prop Ozingavele jaren medebestuurder van de Bond Heemschut, eerst in het dagelijks, laat stelijk in het Algemeen Bestuur. Hij vertegenwoor digde in de Heemschutkring de wetenschappelijke kijk op de aan de orde komende vraagstukken. Als architectuurhistoricus was zijn reputatie niet alleen gevestigd door zijn boeken, artikelen en lezingen, maar ook op zijn actieve medewerking aan tal van organisaties, zowel op het kunsthistorische vakgebied als voor de bescherming van het Nederlandse kunst bezit. In 1929 promoveerde hij curn laude over Pro- testantsche kerken hier te lande gesticht. Zijn boek over Daniël Marot (1938) werd rnel de Wynandt Francken-prijs bekroond; hij schreef in de serie „Schoonheid van ons land" de delen over Romaan- sche Kerkelijke Bouwkunst en Gothische Kerkelijke Bouwkunst, en publiceerde in 1959 het standaard- werk De Monumenten van Cura^ao. De monumentenzorg is na de oorlog uitgegroeid van een nauw met de museumwereld verbonden zorg voor zeldzame architectuurvoorbeelden tot een over heidstaak die verweven is met de gehele stedebouw- kundige problematiek der oude stadskernen. Deze ontwikkelingdie door Heemschut steeds krachtig is bepleit, doel de aandacht verschuiven van het en kele bijzondere pand naar de totaliteit van een stads beeld. Men mag daarbij echter niet vergeten dat een grondige wetenschappelijke en technische kennis on misbaar blijft voor de kwaliteit van restauratiewer ken. Dat inzicht in hel authentieke, dat vermogen om het waardevolle te onderscheiden van het in ieder oud gebouw aamuezige lapwerk, was Ozinga's belangrijke bijdrage aan het werk van Monumen tenzorg, Hendrick de Keyser, de Koninklijke Neder landse Oudheidkundige Bond en in hoge mate in het bestuur van de Bond Heemschut. 's-Gravenhage, profiel Lange Vijverberg Bestrating, wegprofiel en beplanting zijn soms even belangrijk in een historisch stadsbeeld als de oude gebouwen zelf. Bij de Haagse Hofvijver bijvoorbeeld horen het schelpenpad en de bomen. Ook daar eist het wegverkeer meer ruimte. Het gemeentelijke plan legt en daarvoor heeft Heemschut zijn waardering uitgesproken de tweede verkeersbaan zo dat de bomen gespaard blijven. Het schelpenpad echter is veroordeeld. Heemschut heeft B. en W. gevraagd de nieuwe bestrating niet te opzichtig te maken, geen sierplaveisel en geen gemetselde bloembakken, maar een kleine straatklinker en verplaatsbare bakken. 68 s-Gravenhagebestemmingsplan Lijnbaan De Haagse Prinsengracht was een van de mooiste Nederlandse stadsgrachten, zorgvuldig geprofileerd en statig volgens strakke voorschriften bebouwd. Door de demping ging veel verloren. Wel is de Prinsengracht daardoor een bewijs geworden dat een straat door druk verkeer niet economisch op leeft maar achteruitgaat. De omgeving is zelfs ern stig verkrot. Het bestemmingsplan Lijnbaan dat nu wordt voorgesteld voor deze buurt, besteedt volgens Heemschut te weinig aandacht aan de in vele op zichten noodzakelijke rehabilitatie van de monumen tale bebouwing langs de Prinsengracht. Ook ten aanzien van het tracé van de geprojecteerde ver keersweg tussen de Brouwersgracht en het Westein de, en tegen de situering van het nieuwe ziekenhuis heeft Heemschut in een brief aan de gemeenteraad bedenkingen naar voren gebracht.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1968 | | pagina 6