Dijver met O.L. Vromuekerk. De wat starre en ingetogen ar chitectuur ordent zich vooral door de kleur tot een geheel foto v.d. schrijver) In korte tijd wijzigde zich het totale kleuraspect van de stad, n.1. van een baksteen-kleurige tot een witte stad. Naar schatting zijn uit deze periode ruim 800 woonhuizen bewaard gebleven. Het is vooral deze pe riode die een duidelijk stempel gedrukt heeft op het huidige stadsbeeld. Goede voorbeelden hiervan zijn: Peperstraat 21-23 (1837) Hoogstraat 1 hoek Burgplaats (1830) en Oude Burg 21 (1840). d. De periode vanaf 1850 tot heden Deze periode is voor ons van groot belang om een duidelijker inzicht te krijgen omtrent de heersende mentaliteit ten opzichte van het woonhuis als monu ment. Omstreeks het midden van de 19de eeuw komt er een ontwikkeling op gang die getuigt van belangstelling voor het grote monument. De restauratie-activiteit t.o.v. cle grote bouwwerken komt hier zeer vroeg op gang. Deze tendens is ook in ons land merkbaar, met clit verschil echter dat het aantal restauraties in Brug ge verhoudingsgewijs zeer hoog is. Enige voorbeelden hiervan zijn: a. het gotische stadhuis, gerestaureerd in de jaren 1856 tot 1862 cle schepenzaal gerestaureerd van 1889 tot 1905 b. cle Griffie, gerestaureerd van 1877-1882, waarbij al het beeldhouwwerk werd vernieuwd c. Zuidgevel van het Brugse Vrije, begonnen in 1874 d. de bekroning van de St. Salvatorkathedraal van 1844 tot 1846 en de spits in 1871 e. de St. Gilliskerk begonnen in 1872 f. het Gerechtshof in 1881 g. het Jonghof van het St. Jorisgilde in 1903. Deze restauraties getuigen van dezelfde mentaliteit als elders in West-Europa. De restaurateurs deden een bewuste ingreep in het wezen van deze gebou wen. Zij namen de vrijheid deze gebouwen volgens hun inzichten te reconstrueren en te vervolmaken, waardoor deze bouwwerken veel van hun documen taire waarde verloren hebben. In deze periode komt in ons land de Neo Gotiek tot volle ontplooiing. Ondanks cle stuwende invloed van de voorvechter van cle Neo Gotiek in Brugge, Baron J. B. de Bé- thune, vindt deze bouwstijl hier weinig weerklank. De enkele bouwwerken uit deze tijd vinden ook nu weinig waardering. Een van de beste voorbeelden uit de Neo Gotiek, de gevel van de kerk van de Re- clemptoristinnen in de St. Katelijnestraat daterend van 1845, werd in 1962 gesloopt en vervangen door een Neo Barok gevel! In plaats van de Neo Gotiek vond cle Neo Renaissance hier een rijke voedingsbo dem. Men zette zich af tegen de laat 18de en 19de eeuwse bouwstijl van eenvoudige geschilderde of ge pleisterde bakstenen huizen met rechte kroonlijst. Er kwam in 1870 een sterke beweging op gang die een bouwwijze van voor 1750 propageerde, dus Neo Renaissance en Neo Barok. Deze beweging werd gesteund door de tijdschriften „Rond den Heerd", „La Plume" en „de Halletoren". De vooraanstaande mannen van deze stroming wa ren architect Louis de la Censeri (directeur der stads werken en bestuurslid van de Société Archéologique), de bekende kunstliefhebber A. Duclos en de schepen A. Ronse. De invloed van deze beweging was zeer groot en nu nog steeds merkbaar. Ter illustratie de volgende ge beurtenissen. In 1880 werd er door de bewoners van een nieuwe stadswijk een petitie aan het stadsbestuur aangeboden om voortaan te bouwen in een stijl van voor 1750. Men had weinig bewondering voor wat tot dan toe in de negentiende eeuw was gebouwd. Op 23 juli 1900 werd er een bouwkundige wedstrijd gehouden tussen huiseigenaren als aanmoediging op het stedelijk grondgebied sierlijke huizen op te rich ten. Voor datzelfde doel schreef het stadsbestuur eni ge jaren later een prijsvraag uit. Dit alles had een antiquiserende bouwwijze tot gevolg, met als grond slag een steeds minder begrepen Neo Renaissance. 86

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1968 | | pagina 24