Het Arnring-plan van de heren Bierman, Heine- meijer en Jongens wil geen metro in de binnenstad, zij achten de economische noodzaak daarvan niet aangetoond. Hun radiale lijnen komen niet verder dan de buitensingelgracht, waar ze in kopstations uitlopen op de z.g. Amring, een ringspoorweg via de Singelgracht naar het Centraal Station. Het Amlro-plan (Amsterdamse Maatschappij voor Tracé Reconstructie) wil een spoorlijn, die Amster dam van Noord naar Zuid grotendeels ondergronds doorkruist met daarnaast een fijnmazig net van een sneltramstelsel. De totale kosten belopen 35-40% van het stadsspoorwegplan en het kan omstreeks 1985 voltooid zijn. Het plan bevat vergaande kritiek op het stadsspoorwegplan. Ir. M. van Witsen in „Openbaar vervoer" meent, dat een zo tijdrovend plan als de stadsspoorweg geen oplossing biedt voor de grote verkeersproblemen van vandaag en morgen. Hij rekent voor, dat Amster dam een vervoermiddel van zo grote capaciteit niet nodig heeft en hij pleit voor een sneltramsysteem voor het metro-plan. Ir. T. Hazewinkel is eveneens van mening, dat de metrocapaciteit voor Amsterdam te groot is. Zou die capaciteit volledig worden benut, dan zouden voor al die aangevoerde mensen zoveel arbeidsplaatsen moeten worden gecreëerd, dat de binnenstad volle dig zou worden opgeblazen: immers alleen in wol kenkrabbers zouden zoveel employés ondergebracht kunnen worden. Ir. J. van Dijk verkeersdeskundig adviseur van Amstelveen meent, dat een ondergrondse in de moderne steden geen toekomst heeft, ook niet in Amsterdam, omdat er te weinig publiek voor is. In Amsterdam moeten sneltrams komen, zoals die ook in veel grotere buitenlandse steden goed functione ren. Ir. H. M. Goudappel verkeersdeskundige in De venter, acht de metroplannen van Amsterdam te ci- viel-technisch aangepakt. Buiten de rechtstreeks be trokkenen, meent hij, zal er in Nederland geen ver keersdeskundige te vinden zijn, die de Amsterdamse plannen ondersteunt. Men heeft weinig moeite ge daan om de zaak aantrekkelijk in de publieke be langstelling te plaatsen. De burgerij staat er buiten. Zijn voornaamste bezwaar tegen het stadsspoorweg plan is, dat het als vrijwel uitsluitend civieltech nisch project te weinig geïntegreerd is in het plano logisch totaalbeeld. Daar komt de grote hinder bij die de binnenstad van de bouw zal ondervinden. Dan liever de sneltram die zo veel minder ruimte vergt, een fijnmazig net mogelijk maakt, tijdens de uitbouw voortdurend in functie blijft, bij een ge ringer aanbod van passagiers exploitabel kan zijn en op redelijk korte termijn oplossingen biedt, waar nu zo grote behoefte aan bestaat, aldus ir. Goudappel. Het zal goed zijn, als de burgerij scherp volgt, wat in de Amsterdamse gemeenteraad gezegd wordt en hoe er gestemd gaat worden. Over enige tijd zullen wij allen weer aan de verkiezingen moeten deelnemen. Dan staan wij in het stemhokje om met het rode potlood het vakje in te vullen van degene die ons als lid van de Raad gaat vertegenwoordigen. Dan zal het zaak zijn om zich te herinneren wie het was, die het wezenlijke belang van Amsterdam voor stond, dan wel wie men meent, dat deze belangen zal voor staan. Tenslotte waren er 110.000 handtekeningen van hen, die het wèl meenden met de binnenstad van Amsterdam. Hearing Intussen kreeg op maandagmiddag 29 april het be stuur van de Bond Heemschut de gelegenheid ten stadhuize op een gecombineerde vergadering van de commissie van bijstand in het beheer van de Publie- Schema van het stadsspoorwegplan van Schema van het Amring-plan om de bin P. W. door de binnenstad. nenstad heen. Heemschut tegen metroplanuit Het Parool 9-4-1968.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1968 | | pagina 6