Hier is opmerkelijk, dat hij op de grafzerk Johan
van Riebeeck wordt genoemd. Het Dagregister in
het Kasteel te Batavia vermeldt: Joan van Riebeecq,
terwijl hijzelf Jan van Riebeeck tekende, o.ra.- op het
huwelijkscontract uit 1649, dat zich te Schiedam be
vindt. Men ziet hem ook Jan van Riebeeck tekenen
op de rekening uit het scheepsboek van „De Co-
ningk van Polen" no 10 in het Algemeen Rijksar
chief te 's-Gravenhage. Hij noemt zich daar „Jan
van Riebeeck van Culemb. coopman".
Dr. E. C. Godée Molsbergen vermeldt in zijn „Jan
van Riebeeck en zijn tijd", dat op 5 september 1651
een som gelds op wissel wordt gezonden ten name
van Jan Anthoniszoon van Riebeeck, doch tekent
daar eveneens bij aan, dat Van Riebeeck zelf het
Anthoniszoon nooit schreef. Hij deed dit ook niet
tijdens zijn Kommandeurschap aan de Kaap.
Naar mr. P. J. W. Beitjes vermeldt in zijn lezens
waardig artikel in „Het huis De Fonteyn te Culem-
borg" in „Gelders Oudheidkundig Contactbericht"
van januari 1967 was grootvader Govert Anthonisz.
een gezien man in Culemborg. Hij was procureur
en notaris en bekleedde tal van functies, zoals die
van ouderling, kerkmeester en schepen-burgemees
ter.
Jan's vader was de chirurgijn Anthony van Rie
beeck, die tijdens de geboorte van zijn zoon op een
expeditie buitenslands vertoefde, aldus Godée Mols
bergen. Volgens familie-overlevering zou Anthony
in mei 1639 in de Sao Paolokerk te Olinda (Pernam-
buco) begraven zijn. Deze Anthony verklaarde in
1621 (dus twee jaar na de geboorte van zijn zoon
Jan), dat hij „dagelix in sijne huisvrou vaders huis
verkeert heeft". Dat was dus in De Fonteyn te Cu
lemborg. Hieruit volgt de conclusie, dat Jan van
Riebeeck, die in zijn eerste levensjaren veel in De
Fonteyn vertoefd heeft, er zelfs wel geboren is, daar
zijn moeder tijdens de reizen van haar man in 1619,
wel in de vaderlijke woning zal hebben verbleven,
blijkens de hiervoor vermelde mededeling van zijn
vader.
In 1623 wonen Jan's ouders Anthony en Lysbeth
van Riebeeck in Schiedam, waar hun dochtertje
Geertruydt in de Grote Kerk gedoopt wordt. Hun
huis in de Lange Kerkstraat aldaar is verbouwd
nog in wezen. Een gedenkplaat houdt dit levend.
Tijdens een bezoek, dat Jan van Riebeeck aan zijn
familie in Schiedam bracht, ontmoette hij zijn a.s.
vrouw Maria, dochter van de Waalse predikant
Abraham (de) la Quellerie.
Op 28 april 1649 trouwt hij met haar in de nog be
staande Grote Kerk te Schiedam voor de uit 1600
daterende en nog in gebruik zijnde preekstoel, welks
panelen versierd zijn met architectuur-perspectieven,
waarin hoog-reliefvoorstellingen voorkomen van
de Goede Herder en de vier Evangelisten. Jan
was van 1639 tot 1648 in dienst geweest van de Oost-
inclische Compagnie. Onder het toeziend oog van
zijn neef, de eveneens uit Culemborg afkomstige
Gouverneur-Generaal (1636-1645) van Öost-Indie,
Antonie van Diemen, heeft hij belangrijke posten
bekleed, zoals scheeps-onderchirurgijn, „assistent
tot de penne-' öp de Algemene Secretarie te Batavia,
secretaris van commissaris Pieter Soury op een ge
zantschap naar de Koningin van Atjeh, oncler-koop-
man in Tonkin en koopman. Hij vestigde zich in
1648 te Amsterdam in het huis De Samaritaan aan
de Egelantiersgracht nu de plaats, waar no. 96 in
half afgebroken toestand staat.
Op 20 maart 1650 werd in de Zuiderkerk te Amster
dam (nu niet meer als kerk in gebruik) hun zoontje
Anthony gedoopt, dat kort daarop stierf. In 1651
werd hun zoontje Lambertus geboren (hun zoon
Abraham, die het tot Gouverneur-Generaal van
Oost-Inclië zou brengen, werd in Zuid-Afrika gebo
ren). Zeker is, dat Jan van Riebeeck in zijn Amster
damse tijd nog naar Groenland en West-Indië is ge
varen.
Na een sollicitatie bij de Heren Zeventien van de
V.O.C. naar de post van Opperhoofd om aan de
Kaap, een „rendez vous en sterckte" te maken, en
na een rapport, door hem uitgebracht over de Kaap,
die hij uit eigen aanzien kende, werd hij op 32-jari-
ge leeftijd benoemd en vertrok hij met zijn gezin op
24 december 1651 als Koopman en Opperhoofd met
de Kommandeursvlag in top, op „De Drommecla-
ris" begeleid door de „Reyger" en „De Hope" naar
de „Cabo de Bona Esperanza". Op 6 april 1652
kwam hij daar aan. De verdere geschiedenis wordt
in zijn Daghregister beschreven.
Portretten van Jan van Riebeeck
Een anoniem portret in het Rijksmuseum te Am
sterdam, in de catalogus van 1934 genoemd onder
no. 224a heet Jan van Riebeeck. Links boven het
portret ten halve lijve is het familiewapen te zien
der Van Riebeeck's en op de achtergrond rechts is
duidelijk de Tafelberg te onderscheiden. De gepor-
47
49
Het Jan van Riebeeckhuis in zijn verkommerde toestand.
(foto Ton Koot)