milieu en als trefpunt. Een belangrijk voorstel deed
ir. Tj. Dijkstra namens het Genootschap Architec-
tura en Amicitia: richt een werkgroep op waarvan
zowel ambtelijke als particuliere stedebouwkundigen
en architecten deel uitmaken, met de opdracht een
structuurplan voor de gehele stad te ontwerpen,
een structuurplan dat al in de ontwerpfase in de
openbaarheid wordt gebracht. Plannen en voor
stellen uit de burgerij moeten door de werkgroep
worden onderzocht. Het gemeentebestuur zal het
structuurplan vaststellen of verwerpen; wordt het
aanvaard, dan zullen door het ambtelijk apparaat
op te stellen bestemmingsplannen daarop gebaseerd
zijn.
Ook dit voorstel houdt kritiek in, en wel op het
ambtelijke monopolie van stedebouwkundige werk
zaamheden. Hoe vangt het gemeentebestuur dit op?
Er liggen genoeg ietwat versleten alibi's klaar.
A. De kritici zijn het onderling oneens over wat zij
wèl willen, een binnenstadsbeleid dat het iedereen
naar de zin maakt bestaat niet, en dus is de ge
volgde koers nog zo kwaad niet. B. Het publiek be
grijpt de gemeentelijke bedoelingen niet, indien het
de feiten volledig zou kennen wat uit beleids
overwegingen niet altijd kan dan zou de kritiek
verstommen. C. Zo er al van tekortkomingen sprake
is, dan is het de schuld van „den Haag", omdat de
wettelijke bepalingen ontoereikend zijn en omdat
de gemeente te weinig geld krijgt. Laat de regering
dus eerst maar eens voor dit en dat zorgenZo
zijn er vele te noemen, foute conclusies uit deels
juiste observaties, als argument te gebruiken om de
schemerige plannen en praktijken te laten voort-
sudderen, om niet in te grijpen, om de sterke aan
drang tot een nieuwe aanpak van het binnenstads
beleid zoetjes aan de ambtelijke ijskast in te laten
schuiven.
De hearing was, na de Nota-welstandstoezicht en
na het Vijzelbank-debat, een nieuwe fase van de
„escalation".
De volgende was de actie „Amsterdaad '75". Een
week lang, van 7 tot 14 oktober, bevatten de grote
dagbladen advertenties die opriepen om adhesie te
betuigen aan een acht-jaren-herstelplan voor de bin
nenstad. In 1975 moet het 700-jarig bestaan van
Amsterdam gevierd kunnen worden in een herleven
de, genezende binnenstad; vol nieuwe aktiviteit in
haar oude schoonheid, en niet in een verstikt, on
begaanbaar centrum vol krotten en betonkolossen.
Er stonden kramen op de Dam, Koningsplein, Leid-
seplein en Rembrandtplein, waar voorbijgangers
hun handtekening konden zetten. Het was geen
grondig georganiseerde en betaalde enquête maar
een spontane actie van een handjevol vrijwilligers
die er in regen en wind op uit trokken om bij wijze
van steekproef te peilen of het behoud van de bin
nenstad voor de mensen op straat werkelijk iets be
tekende. Het antwoord was overweldigend. Bij tien
duizenden stroomden de antwoorden binnen,
enthousiast en dankbaar.
112
Greep uit de ruim 75 monumenten die de laatste 2 jaar onder de slopershamer vielen, v.l.n.r. Zwanenburgwal 51, Recht-
boomsloot 21, Kleine Kattenburgerstraat 26-30. Hiernaast: fragment van de advertentie waarmee „Amsterdaad '75" op 7 okt.
startte.