ZEEUWS-VLAANDEREN
III
Heemschutdag 1967
De Heemschutsdag voert dit jaar naar Zeeuws-
Vlaanderen, een voor vele van onze leden wellicht
vanwege de afgezonderde ligging tamelijk onbe
kend gebied. Wij zijn ervan overtuigd, dat het veel
te bieden heeft voor hen, voor wie de schoonheid
van stad en land een lafenis is voor de ziel.
Zeer in het kort wordt in de onderstaande regels
een beeld geschetst van wat de reiziger te wachten
staat die Nederland aan de overkant van de Wes-
terschelde bezoekt. Wie meer bijzonderheden ver
langt, kan deze vinden in het „Kunstreisboek voor
Nederland".
Het platteland van Zeeuws-Vlaanderen verschilt
enigermate in karakter van dat van de Zeeuwse
eilanden. Het bestaat voor een deel uit oud vast
land van het graafschap Vlaanderen en voor een
deel uit latere polders. Het ontleent een apart ca
chet aan de grillige kreken, die als restanten van
vroegere waterlopen achterbleven, als ook aan de
vele dijken, herinnerend aan de opmars van de in
polderingen. Een karakteristiek element vormen de
hoge populieren, in reeksen langs de dijken en de
wegen en in kavels in het land.
Het landschappelijk schoon wordt ondersteund
door de aanwezigheid van een aantal oude stad
jes. Hulst in het Oosten, Biervliet, IJzendijke, Aar
denburg en Sluis in West Zeeuws-Vlaanderen vor
men de kroon van de landstreek. Hulst in het bij
zonder vormt een historisch stadsbeeld van hoog
gehalte. IJzendijke heeft bij de markt en de kerk
een goede kern, aansluitend bij een gedeelte van
de wal, met de mooie, zo gelukkig gerestaureerde
wal molen.
In Sluis levert de na de oorlogsverwoesting ver
nieuwde bebouwing een goed geheel op met de
wallen en het prachtig herstelde belfort. Aarden
burg is van het grootste belang vanwege Romein
se vondsten en de gerestaureerde St. Bavo Kerk.
Het kanaal van Terneuzen naar Gent voor binnen-
en zeescheepvaart deelt Zeeuws-Vlaanderen door
midden. De bedrijvigheid van scheepvaart en in
dustrie bepalen in deze strook het karakter van het
landschap en van de plaatsen Terneuzen, Sluiskil
en Sas van Gent.
Aan de Westerschelde-oever vindt men, behalve de
belangrijke veerhavens Breskens en Perkpolder, een
aantal polderhaventjes, waaraan buurtschapjes zijn
vastgegroeid van opslag en bedrijf; ze zijn van wat
levendigheid, zonder enige allure: Emmahaven,
Kruispolderhaven, Paal, Baalhoek, Walsoorden,
Zeedorp, Hoofdplaat, Nummer Een.
Langs de Belgische grens strekt zich een reeks van
lintvormige dorpen uit, waarvan de bebouwing
misschien bij gelijksoortige in het aangrenzende
Vlaanderen nog vrij gunstig afsteekt; toch kan men
deze plaatsen vanwege de opdringerige kleuren
van stenen en verf, de onharmonische indeling van
vele gevels, en het „onlandelijke" van de meeste
bouwseltjes van latere datum nu juist geen parel
snoeren noemen aan de zoom van Nederland:
Nieuw Namen, Clinge, Kapellebrug, St. Jansteen,
Heikant, Koewacht, Oude Molen, Nieuwe Molen,
Westdorpe en Eede.
Van de overige dorpen kunnen de meeste helaas
ook al niet bogen op een gaaf bewaard historisch
dorpsbeeld. In tegenstelling tot de parochiekerken
op de Zeeuwse eilanden zijn die in Zeeuws-Vlaan
deren bijna geen van alle van zeer oude datum.
Enkele zaalkerkjes met dakruiter zijn overgebleven
van de reeks van protestantse kerken die met over
heidssteun gebouwd zijn in de periode toen de
79
Het voormalige Raadhuis van St. Anna ter Muiden.
(foto W. Zilver Rupe.)