Op Heemwacht Brandersbuurt of brandweerwijk TON KOOT De eerste branderijen in Schiedam dateren uit het begin van de 16de eeuw. Zij floreerden dusdanig, dat er in 1885 niet minder dan 415 branderijen in Schiedam geteld werden. Daarna werd door de in dustriële ontwikkeling snel en meedogenloos afge rekend met de kleine branderijen in zo romantische sfeer. De produktie werd overgenomen en verveel voudigd door even machtige als esthetisch af schrikwekkende fabrieken, waar voor de proporties en het rytme der ambachtelijke werkzaamheid, zo als die uit de late middeleeuwen gegroeid waren, geen plaats meer was. De Brandersbuurt in de oude stad gelegen tussen Schie, Korte Haven en Noordvestgracht, verviel tot de zoals uit zovele andere steden bekende trieste buurt waar de al lerarmsten een toevlucht vonden. Door maat en verhouding en niet het minst door historische rij ping behield deze buurt een sterke bekoring. Wie van historische zin en fantasie gespeend is, kan in zo'n buurt slechts een bouwvallige en verkrotte wijk zien, goed genoeg om met bulldozers opgeruimd te worden. Maar voor hen, die oog hebben voor de historische ontwikkeling (u mag hier ook cultuur zeggen) van hun stad en die de visie hebben om zo'n wijk, met handhaving van het historisch ka rakter gerehabiliteerd te zien en voor hedendaags gebruik geschikt gemaakt, voor hen is er geen be hoefte aan de alles vernielende bulldozer, maar aan het gewetensvolle begrip van een herschepper. Het gemeentebestuur voelde voor de bulldozer en zag voor het terrein begrensd door de Breedstraat, Prinsensteeg en Achter de Stoofsteeg een mooie plaats voor zijn nieuwe brandweerkazerne annex oefenterrein. De reactie hierop uit de burgerij en niet het minst uit de ontwikkelde jongeren had tot concreet re sultaat, dat het historische en vervallen zakkendra gershuis, dat een belangwekkend entree tot deze buurt is, met medewerking van het gemeentebe stuur kon worden verworven en met gemeenschap pelijke krachten gerestaureerd en voor modern ge bruik dienstbaar gemaakt. Hiermee was een opmerkelijk, door burgerzin ge dragen, begin gemaakt met de rehabilitatie van de buurt. Van gemeentewege werd echter aan de sa neringsplannen doorgewerkt, waarbij men zijn be geerte om de Brandersbuurt in een brandweerwijk om te zetten niet had losgelaten. Een door vele honderden Schiedammers bezochte teach-in leerde, dat de partijen op de gebruikelijke wijze in deze zaken verdeeld waren. Waar het burgerinitiatief een mogelijkheid zag om de Brandersbuurt te doen herleven met behoud van zijn zozeer aan Schiedam gebonden karakter, zag het gemeentebestuur hier slechts een verkrotte en verrotte buurt, die zo snel en resoluut mogelijk verdwijnen moest. Men zei er een „muffe lijken lucht" te snuiven. Honderden Schiedammers, blijk baar verder kijkend dan hun snuivende neus, bo den zich aan om door allerlei vormen van steun, met inbegrip van financiële steun en zelfwerkzaam heid, met een werkcomité in zee te gaan tot behoud van de Brandersbuurt. Het ontwerp van een Vier- pleinenplan, waarvoor zij ook sympathie verwierf buiten eigen kring, o.m. van mannen als oud-mi nister Vrolijk en oud-staatssecretarissen Egas en Van der Stoel. Een brief van de Bond Heemschut aan de Raad der Gemeente Schiedam gericht, waarin aangedrongen werd op rehabilitatie van de Brandersbuurt, be houd van het stratenplan en van de nog waarde volle bebouwing, met herstel en bevordering van de leefbaarheid, was voor het gemeentebestuur aan leiding om de visie van de Rijksdienst voor de Mo numentenzorg te vragen. Dat de woordvoerder van deze dienst niet gezin speeld heeft op een mogelijke aanwijzing van de Brandersbuurt tot beschermd stadsgezicht en even min in staat was om het geld op tafel te leggen om de restauratie van de gehele buurt te subsidiëren, behoeft geen enkele aanleiding voor het bestuur te zijn om nu zijn bevreemding uit te spreken over de brief van de Bond Heemschut. In de brief van het Heemschutbestuur wordt uit voerig ingegaan op de betekenis van de Branders buurt en wordt de aandacht van het gemeentebe stuur verzocht voor het opnieuw in studie nemen van zijn plan, in het licht van het advies van Heem schut. Dat is krachtens zijn doelstelling de taak van Heemschut. Ter verduidelijking zou wel aan de brief van Heemschut toegevoegd kunnen worden, dat het ge meentebestuur in deze een geheel eigen verant woordelijkheid en taak heeft. Een andere ook dan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg of welke andere dienst ook en het gemeentebestuur kan de- 77

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1967 | | pagina 5