I7te eeuto 20ste eeuw flexibel zal moeten kunnen aanpassen aan moder ne eisen. De in het gebouw verankerde waardevolle oude elementen zullen, door die veranderingen heen, ook voor de toekomst bewaard moeten blij ven en hun Speciale stempel op het geheel drukken. Het is deze synthese tussen statische oude elemen ten en de moderne elementen die de oude weer tot nieuw leven wekken, die wij, in tegenstelling tot restaureren, regenereren zullen noemen. In de vele besprekingen over dit soort gevallen duiken regelmatig argumenten op, die op het eerste gezicht juist lijken, doch die dat mijns inziens niet zijn, te weten: I. een kantoor is eigenlijk geen „passende bestem ming" voor een oud grachtenpand. II. Het „verenigen" van verschillende grachtenpan den is in principe verkeerd. III. De grachtenwand mag geen „facade" worden. IV. De nieuwe bestemming moet zich aan het in zijn oude staat teruggebrachte gerestaureerde pand kunnen aanpassen. Een analyse van de gebruiksfuncties van de grach tenhuizen in de periode waarin ze gebouwd wer den geeft een beeld te zien van een combinatie van bedrijfs- en woonruimten. Als „bedrijfsruimten" zijn dan in de eerste plaats te zien het grootste deel der begane grond waarin de receptie en het wonen op zodanige wijze versmolten waren dat het toch de receptie was die de hoofdtoon voerde. Hier werden zowel de bestuurlijke en de zakelijke contacten ge legd en onderhouden, als de persoonlijke contac ten. Deze laatste echter in een veel formeler at mosfeer dan wij ze thans kennen en veelal ver vlochten met zakelijke contacten. Aansluitend aan het beroep van de bewoner zijn de zolders meestal regelrechte bedrijfsruimten ge weest opslag. Het huishoudelijke gedeelte, het souterrain met de keukens provisieberging personeelsruimten dienstingang etc. en de tweede etage met linnen kamers, personeel-slaapkamers e.d., het geheel met de bijbehorende personeelsbezetting, geeft in onze ogen veeleer het beeld te zien van een klein horeca bedrijf dan van een privé-huishouding. Een simpel naast elkaar stellen van de functies van het moderne wonen en van een modern kantoor toont reeds aan dat de bouwkundige vorm van de gróte grachtenhuizen veel meer affiniteit vertoont met het kantoor dan met het wonen. Het bijgevoegde schema tracht een en ander nog te verduidelijken. Inderdaad is het feit dat een kantoor-gebouw 's avonds leeg staat, een verlies ten opzichte van het bewoonde perceel. Daar tegenover staat dat deze grote panden een zeer positieve bijdrage kunnen leveren tot de werkgelegenheid in de city, en dat zonder het beeld van de oude stad te verstoren. In combinatie met de kleinere grachten-panden die wel voor bewoning geschikt zijn leveren zij zodoen de hun bijdrage tot de regeneratie van de binnen steden. Conclusie I: een kantoor is eigenlijk wel een pas sende bestemming voor een grachtenpand. Indien al de organisatorische opzet van deze panden geschikt is voor kantoor-gebruik, de maat is het evenzeer. De meest gangbare diepte van tussen de 13 en 15 meter is ook voor moderne gebouwen in deze zin geëigend. Met een trappenhuis in het midden binnenkomend levert deze maat nl. twee kantoren van 5 1 6 m. diepte met een middengang of één ruimte over de volle diepte die dan nog een zeer goede belichting heeft. 83 opslag opslag werk- en slaapruimten personeel woon- en slaapruimten receptie- en woonruimten personeelsingang, keukens voorraadkamers boekhouding werkafdeHngen w er kafdelingen 2e publiek- en direktieniveau - secretariaten - bespreekruimten le publiekniveau - ingang - receptie ontvangsthall - hoofddirektie - vergaderruimten dienst- en personeelsingang - garderobe, kantine, expeditie archief

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1967 | | pagina 11