3. Het vraagstuk van het afsluiten van delen van binnensteden voor autoverkeer. Verdient het voorbeeld Haarlem navolging? 4. Het behouden van dorpskernen en dorpsgezich ten. 5. De creatie van „reservaten" van landelijke bouw kunst. Men denke aan Orvelte. Een voorzichtiger ruilverkavelingsbeleid? Van de aangeschreven partijen vonden de P.S.P. en de S.G.P. de kwestie kennelijk niet belangrijk ge noeg om te beantwoorden. De Boerenpartij volstond met het toezenden van een niet ter zake doende folder. De C.P.N. zond een briefje waarin onder meer stond dat zij zich positief opstelt ten aanzien van alle vragen. Vermindering van de defensieuit gaven kan ook de monumentenzorg ten goede ko men. Schematisch wil ik nu de visie van de zes partijen die wel op verschillende vragen antwoord gaven, weergeven. Dit schema doet tekort aan de grote aandacht die het probleem heeft gekregen bij verschillende par tijen. Met name het Centrum voor Staatkundige Vorming (K.V.P.) heeft een aantal brochures over monumentenzorg en aanverwante problemen het GPV CHU Ja licht doen zien. Het schema geeft echter, dunkt mij, wel degelijk een karakterisering van het denken in deze richting over de Heemschutgedachte. Samen vattend zou ik mijn indrukken over dit denken in enkele punten willen weergeven: 1. Men beseft in het algemeen niet hoe hachelijk de situatie, met name voor het kleine monument, op het ogenblik wel is. 2. Er bestaat een neiging de zorg voor het monu ment als een sluitpost van de begroting te be schouwen. 3. Er bestaat een neiging het als een probleem van locale aard te beschouwen. Dit is een ernstige complicatie daar de weerstanden op dit niveau in het algemeen groter zijn. Bovendien zijn locale overheden zeker niet in staat een enigszins rede lijk bedrag hiervoor uit te trekken. 4. De uitwerking van de Monumentenwet wordt wellicht overschat. Indien men bovendien nog beseft dat zeker in ver kiezingstijd zekere demagogisch-propagandistische trekjes onvermijdelijk zijn, wordt de situatie nog on gunstiger. Gezien de aard van ons democratisch poli tieke stelsel en de minder gunstige economische om standigheden valt een verbetering op korte termijn niet te verwachten. Een opwekking aan de leden van de bond om op eigen terrein te pogen de Heem schutgedachte uit te dragen is reeds zo vaak gege ven dat ik dit hier achterwege wil laten. Mij moet hier slechts van het hart dat ik meen dat teveel emotionele en te weinig rationele argumenten door de voorstanders worden aangevoerd. Bij de tegen standers is juist het omgekeerde het geval, men be seft onvoldoende de onvervangbaarheid van het mo nument. J. M. J. VAN DEN BERG Fort Rijnauwen Het valt te voorzien dat binnenkort ook het fort bij Rijnauwen zijn militaire bestemming zal ver liezen en door het Ministerie van Defensie afgesto ten zal worden. Heemschut heeft in een brief aan de minister van C.R.M. aandacht gevraagd voor de grote landschappelijke waarde van dit fort dat een der fraaiste punten is van de voormalige water linie en als gaaf bewaard voorbeeld van vesting bouw uit de vorige eeuw als monument dient te worden beschouwd. Het zou zeer te betreuren zijn wanneer het fort Rijnauwen verkocht zou worden aan een particulier bedrijf of door een andere niet- passénde bestemming zou worden ontluisterd. 71 positief Zeer belangrijk als cultureel erfdeel Moet meer reëel ge maakt worden zo veel mogelijk Uitbreiding van Rijkssteun wordt toe gejuicht Verheugende vooruit gang hoogte van het subsidiebedrag „Haarlem niet on verdienstelijk" Het behoud is nu gelukkig mogelijk ge worden door de mo numentenwet Het landschap ver eist meer zorg. Te recht wordt nu reeds Staatsbosbeheer inge schakeld Haarlem een geslaagd voorbeeld Monumentenwet voorziet in de be hoefte aan regels op dit gebied Voorzichtig beleid is nodig onbeantwoord onbeantwoord

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1967 | | pagina 31