ssn
MM'fffmBi
dium, een ontvangstzaal voor 200 personen, een
voor 100 en twee voor 50 personen, nog afgezien
van de raadzaad voor 75 personen met koffiekamers,
leeskamers, fractiekamers, ontvangstkamers voor de
burgemeester, vergaderkamers voor elke wethouder
en dan nog vier vergaderkamers ten behoeve van
de wethouders samen en ga zo maar door, stuk
voor stuk verklaarbare verlangens maar met elkaar
zoveel ruimte die geheel of grotendeels voor ont
vangsten en ontmoetingen is bestemd dat wij on
willekeurig toch weer bij de demonstratie van eigen
belangrijkheid terechtkomen.
En is dit nu zo nodig in 1967? De machtiging van
1964 om een open prijsvraag uit te schrijven was
een verlegenheidsbesluit. Men moest toch iets toen
de opdracht aan Berghoef en Vegter was mislukt
en alle suggesties om het eens anders'te proberen
op de starre afwijzing door de burgemeester afge
stuit waren. In de twee en een half jaar die sinds
dien verstreken, is er echter het een en ander ver
anderd.
De hoogheid van het gezag is nog verder proble
matisch geworden. Niemand heeft meer de behoef
te om daarvoor een massaal monument op te rich
ten. De toekomstige functie en bevoegdheid van
het gemeentebestuur is problematisch geworden nu
een agglomeratiebestuur—Groot Amsterdam wordt
voorbereid en een bestuurlijke „herverkaveling" in
kleinere eenheden binnen dat grotere geheel mede
ter discussie staat. Helemaal problematisch is de
veronderstelling in het programma dat een agglo
meratiebestuur zonder meer in een nieuw stadhuis
in de Amsterdamse binnenstad zal zetelen.
In het programma staat dat de dienst voor burger
lijke stand, bevolkingsregister, militaire zaken en
verkiezingen in het stadhuis geprojecteerd is om
een levendig contact te bevorderen, benevens in
lichtingen- en bespreekbureaux voor culturele
evenementen, krantenkiosk, toeristenbureau, post
kantoor en dergelijke. Het is een soortgelijke rede
nering bij het metroplan: de ondergrondse is no
dig om de binnenstad bereikbaar te houden en
daarom moet de binnenstad een zo intensieve be-
drijfsbebouwing krijgen dat deze de metro voldoen
de „voedt". Uitgangspunt van de stadhuisplannen
dertig jaar geleden was behalve de behoefte aan
representatie de wens om het gemeentebestuur
met zijn ambtelijk apparaat een bruikbare huis
vesting te verschaffen. Het Prinsenhof, in zijn hui
dige vorm een samenklontering van verschillende
gebouwen, is dat niet. De mededeling in het pro
gramma voor de stadhuisprijsvraag dat men uit
eenlopende zaken wil concentreren om het grote
gebouw een levendige functie te geven, duidt echter
op een ingang zijnde ontwikkeling die evenals dat
met de bestuursorganisatie van Groot-Amsterdam
het geval is, nog lang niet in zijn consequenten kan
worden overzien. Tegenover de vroegere wens naar
concentratie van het bestuursapparaat ten einde
aan de versplintering in vele toevallige, verspreide
huisvestingen een eind te maken, staat de moder
nere organisatieopvatting dat decentralisatie in
overzichtelijke, onderling samenhangende eenheden
grote voordelen biedt.
Het Wibauthuis voor de technische diensten is een
eerste voorbeeld, er zullen meerdere van dergelijke
gebouwen nodig zijn, buiten de oude stad, zeker
als de diensten een taak in agglomeratieverband
krijgen. Even problematisch als de bestuurstaak van
het gemeentebestuur over tien of twintig jaar, is
de omvang en de taak van het ambtelijk apparaat
dat met het gemeentebestuur in een gebouw moet
zetelen. Deze innerlijke onzekerheid komt tot uiting
in de programmaeis om het gewenste gebouw „le
vendig" te maken door concentratie van zaken die
er niet behoeven te zijn. Hoe meer men over de
prijsvraag nadenkt, des te schimmiger wordt het
verlangen om nu een representatief, waardig- im-
66
m
CD IS CD
BBöBE
BBoBE
BBfflBB
||g!
iiSi BBÖ
WATERLOOPUIN
Wat de prijsvraag-deel
nemers verder toege
stuurd krijgentekenin
gen van de triest ge
schonden omringende
gevelwanden die de in
druk wekken dat met
deze omgeving geen
rekening gehouden be
hoeft te worden
MUI Hammam M