Een Parijse wijk herleeft Sinds 1962 vindt in Parijs het Festival du Marais plaats, in de wijk die voor de oorlog bekend was als een van de meest vervallen buurten van de stad en waar de laatste jaren een opvallende herleving waargenomen kan worden. Tegen de achtergrond van enkele gerestaureerde Hotels worden voorstel lingen en uitvoeringen gegeven die van jaar tot jaar een groter publiek trekken, en belangrijker van kwaliteit worden. En toch is dat, vreemd genoeg, niet het hoofddoel. „Het Festival du Marais zo verklaren de organisatoren in „Les Spectacles", is voor ons slechts een klankbodem. In het kader van onze bemoeienissen zien wij het toneel en de mu ziek alleen in dienst van de architectuur". Dat is het standpunt van de Vereniging tot Behoud en Herstel van Toeristisch Parijs, een vereniging met bijna 4000 leden, een tiental vaste medewerkers en ongeveer 500 vrijwilligers die hun avonden en hun weekends ter beschikking stellen. De festival-perio de uitgezonderd, die veel meer mensen vraagt, zijn de vrijwilligers ingedeeld in teams die historisch en archeologisch onderzoek verrichten en boven dien meewerken aan het blootleggen, inventariseren en restaureren van historische bouwwerken. De restauratiekosten worden hierdoor tot een derde teruggebracht. Dank zij onderzoekingen die gelijk tijdig in de Nationale Archieven en ter plaatse worden verricht beschikt de Vereniging over de volledigste documentatie die ooit over een Parijse wijk is samengesteld. De vereniging werkt nauw samen met de gemeentelijke en de regeringsbureaux op dit gebied, en de medewerking van de biblio theken en musea is bijzonder waardevol gebleken. Werken die door de vereniging werden uitgevoerd zijn o.a. het herstel van de fraaie Louis XIII- plafonds in het Hótel de Vigny, van de zijkapellen van de door Mansart in 1632 gebouwde kerk St. Marie, het vrijleggen van de kelders onder de Ho tels de Coulange en de Beauvais, en vooral de in uitvoering verkerende restauratie van de panden Rue Fran^ois Miron 44 en 46, die gesloopt zouden worden maar op het laatste ogenblik door de ge meenteraad aan de vereniging werden toevertrouwd. Het zijn huizen uit het eind van de 16de eeuw, die op het terrein van een middeleeuwse abdij zijn ge bouwd. Daarvan is een onderaardse zaal terugge vonden van 14 bij 18 meter met spitsbooggewelven, die straks als ruimte voor conferenties en tentoon stellingen dienst zal doen. Dit enorme werk wordt grotendeels door vrijwilligers uitgevoerd. „Wat wij nu wensen", zeggen de bestuurders van de Vereni ging Michel Raude en Michel Lecat, „is dat men ons een stimulerende en adviserende plaats toekent bij de instanties die belast zijn met de bescherming van het historische Parijs en zijn stedebouwkundige vernieuwing. Wij willen in de eerste plaats de be schermende brugleuning zijn, de doeltreffende wa kers tegen de afbraak, maar ook de gangmakers van een intelligente restauratie, waarvan wij de bewij zen van onze daadkracht en bekwaamheid geleverd hebben." Jean Montalbetti besluit zijn artikel in „Les Spectacles" aldus: „De menigte toeschouwers van het Festival de Marais was misschien dikwijls niet op de hoogte van de hoofdopzet van de organisatoren. Deze hebben echter hun grandioos doel nooit uit het oog verloren. Dank zij de edelmoedige hulp van de vrijwilligers en de bijdrage van enkele kunst beschermers heeft het historische Parijs de kans om te worden gered. Niet alleen zijn fraaie behuizingen en zijn statige hótels, maar ook zijn huizen die eveneens onsterfelijk zijn, op voorwaarde dat zij worden onderhouden. Het legendarische vuil ver borg wonderen die men weer gaat ontdekken als de parel van het oude Parijs." 59

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1967 | | pagina 19