s-GravenhageHoofdwacht
Een monument van grootse allure is de voormalige
Hoofdwacht, later politiebureau, aan het Haagse
Buitenhof, zeker niet. Dat zijn Buiten- en Binnen
hof als geheel echter wel, en in dat geheel vervult
het zijn plaats goed. De bescheiden architectonische
waarde wordt bovendien versterkt door de plaats
die de Hoofdwacht steeds heeft ingenomen in de
geschiedenis van Den Haag. De Inspectie der Do
meinen heeft het gebouw onlangs verkocht aan een
makelaar die het thans te koop aanbiedt. Heem
schut richtte zich tot de Minister van C.R.M. met
het verzoek geen medewerking te willen verlenen
aan plannen om de v.m. Hoofdwacht te slopen of
zodanig te verbouwen dat de architectuur zou wor
den geschaad. En wij vragen ons af of het tot de in
spectie der Domeinen is doorgedrongen dat er, sinds
hun voorgangers aankondigden dat op 16 juli 1825
op het Raadhuis ter plaatse het Slot te Muiden
publiek voor afbraak verkocht zou worden, toch iets
veranderd is in de betekenis die hier te lande wordt
gehecht aan historische bouwwerken.
Schiedam, Brandersbuurt
Stedebouwkundige maatregelen in oude stadskernen
zijn voor zover geen verkeersverbeteringen ge
woonlijk saneringen, d.w.z. dat gehele straten of
buurten worden geamoveerd en vervangen door een
nieuw stratenplan met een nieuwe bebouwing. De
laatste tijd komt als alternatief van deze kind-met-
het-badwater-methode de z.g. revalidatie of rehabili
tatie op, waarbij het historische stratenplan zoveel
mogelijk intact wordt gelaten, en van de monu
menten en overige karakteristieke bebouwing de
contructieve toestand en de bruikbaarheid wordt
verbeterd.
Heemschut heeft hierover een uitvoerige brief ge
richt aan de gemeenteraad van Schiedam naar aan
leiding van het bestemmingsplan voor de Branders-
buurt. Hoewel er gestreefd is naar het behoud van
enige karakteristieke panden de pakhuizen langs
Achter de Teerstoof o.a. valt het accent wel sterk,
te sterk op de sanering. Nu is de Brandersbuurt op
zichzelf geen groots stedebouwkundig monument
maar een kenmerkend deel van de Schiedamse stads
kern is het toch wel. Dat geldt ook voor de z.g.
branderswoningen, die een beeld geven van de so
ciale omstandigheden waaronder vroeger het perso
neel van de branderijen leefde. Voor dergelijke ou
dere panden, ook van kleiner formaat, is veelal een
goede bestemming te vinden, als studentenhuisves
ting bijvoorbeeld, of studiegelegenheid voor leerlin
gen van muziekscholen. Een belangrijk monument
is het Zakkendragershuisje. Om dit pand tot zijn
recht te doen komen dient de omgeving hiermee in
harmonie te blijven. Ook al om die reden verdient
het aanbeveling de bebouwing aan de Prinsensteeg
te restaureren en niet door een modern gebouw te
vervangen.
Voor de leefbaarheid van de buurt zou het voorts
wenselijk zijn de grote tuin achter de oude huisjes
aan de Breedstraat te handhaven als een openbaar
plantsoen, dat zeker in een veelzijdige behoefte zal
voorzien. Dit zijn slechts enkele van de vele moge
lijkheden die de Brandersbuurt zou kunnen bieden.
Heemschut heeft de gemeenteraad daarom verzocht
het plan aan te houden en opnieuw in studie te
doen nemen.
Rotterdam, windmolen „De Hoop"
Er is een nieuwe vijand van de schaars geworden
windmolens, namelijk het luchtverkeer. Daarvan
dreigt de uit 1712 daterende molen „de Hoop" ei
gendom van de N.V. Speelmans Oliefabrieken, het
slachtoffer te worden. De gemeenteraad heeft beslo
ten met deze firma een overeenkomst aan te gaan
welke inhoudt dat de molen tot aan de omgang
moet worden afgebroken in verband met de veilig
heid van de luchthaven.
Heemschut heeft nu aan B. en W. verzocht om te
onderzoeken of de molen naar een andere plaats
kan worden overgebracht, en met het oog daarop
de afkomende onderdelen en materialen op te slaan.
's-Gravenhage, boerderij Meer en Bosch
Aan B. en W. heeft Heemschut aandacht gevraagd
voor de historische boerderij „Meer en Bosch" die
in mei 1966 ernstig door brand werd geschaad. De
boerderijen zijn wel het meest bedreigde deel van
ons monumentenbezit. Stadsuitbreidingen en mo
dernisering van de landbouwbedrijven doen er jaar
lijks vele verdwijnen. In dit geval gaat het om een
z.g. heren-boerderij, waarin een deel van de woon
ruimte voor de landheer was bestemd, een type dat
in de Noordhollandse droogmakerijen nog spora
disch voorkomt. In de omgeving van Den Haag zijn
geen andere voorbeelden bekend. Na restauratie is
voor dit gebouw zeker een goede exploitatie moge
lijk.
Amsterdambankgebouw A.B.N. Vijzelstraat
Wie menen mocht dat het meerderheidsbesluit van
de Amsterdamse gemeenteraad om een grondruil aan
te gaan met de Algemene Bank Nederland, ook be
tekent dat het fel-bekritiseerde bouwplan nu ook zó
gebouwd moet worden, heeft toch de kracht van de
tegenstand onderschat. Tegen de door B. en W. ver
leende bouwvergunning is nog een beroep op de
Kroon lopende van het Kamerlid Van der Spek.
Bovendien hebben de besturen van de Bond Heem
schut, het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap,
het Genootschap Amstelodamum, de Vereniging
Hendrick de Keyser en de Vereniging voor Heem
kennis Ons Amsterdam een brief gericht tot de Di
rectie en de Commissarissen van de A.B.N. waarin
wordt verzocht alsnog rekening te houden met de
allerwege geuite wens de begane grond tot winkel
galerij in te richten, de bouwhoogte te beperken en
de hoeken bij de Prinsen- en Keizersgracht nader te
detailleren. Voorts ging ook Heemschut in hoger
beroep.
30