iramiliB
iaesmiagMttaagRi
geschreven" architectuur van zijn werk heeft ver
laagd of verzacht of verloochend (men mag zelf kie
zen) dan moeten wij nogmaals wijzen op de voor
een groot deel niet zeer aantrekkelijke omgeving
van dit nieuwe gebouw (afgezien van het museum
dus)De architect is er nu ons inziens in geslaagd
met zijn muziekschool een eigen sfeer te scheppen,
waardoor als het ware het stedebouwkundige karak
ter of liever gezegd de „townscape", het stadsland
schap, wordt versterkt. Doordat het conservatorium
bepaald niet zwak van vorm is (wie weet heeft toch
de navolging van de massa van de molen van Dolk
hiertoe bijgedragen) is hier een geheel ontstaan,
waarin het nieuwe gebouw eerder domineert dan
dient, maar dan zo, dat dit element, hoe overheer
send ook, de tuin en de gevels van het museum
niet „doodslaat". Als geheel kunnen wij dus zeer
tevreden zijn, dat de bouwmeester deze merkwaar
dige uithoek van Maastricht een accent heeft ge
geven, dat het voordien, zelfs toen de molen van
Dolk (buiten gebruik en bouwvallig) nog bestond,
niet bezat. Muur, museum, kloostertuin, Jeker, mu-
seumtuin en conservatorium vormen een stille hoek
in de stad, die in dezelfde toonaard is gezet als j
geheel Maastricht. Het is alleen jammer, dat men
met de bouw van de naburige Van Eyck academie
deze toonaard niet heeft kunnen bereiken.
Een bijna extreme tegenstelling tot het probleem,
dat zich bij de bouw van het conservatorium voor
deed vormt de bouw van het kantoor der Neder
landse Middenstandsbank op het Vrijthof te Maas
tricht. Hier had de architect, G. J. W. Snelder, te
doen met één van de mooiste stedebouwkundige
(stadslandschappelijke) ensembles, die Nederland
rijk is.
Het is duidelijk, dat hier geen schaalvergroting
mocht plaatsvinden, met andere woorden men
mocht niet hoger bouwen dan het aangrenzende
politiebureau en stadsarchief, Vrijthof 46, dat in
1809 is gebouwd. Geen geweldig, adembenemend
monument, maar „van paleisachtige allure" zoals
het in het kunstreisboek voor Nederland heet.
Snelder heeft zich hier moeten „aanpassen", de omi
neuze handeling dus, die de persoonlijkheid van ,de
architect en zelfs zijn integriteit zou kunnen aan
tasten.
Men vraagt zich echter af, wat een „eigentijdse"
architectuur van dit kantoorgebouw eist en dan is
het antwoord met het oog op hetgeen op dit gebied
gewoonlijk tot stand komt: niet zoveel verschillend
van hetgeen nu gemaakt is. Het dak zou wellicht
plat zijn geworden als dit bankgebouw niet in Maas
tricht had gestaan, maar de raamverdeling van de
gevel zou waarschijnlijk net zo zijn uitgevallen. Hier
bij moeten wij echter bedenken, dat het Snelder is,
die dit gebouw ontwierp en wellicht zou hij op een
andere plaats tot een vrijere vormgeving zijn geko
men. De enige vrijheid die hij zich heeft veroor
loofd: het aanbrengen van een openstaande deur