cursies werd gehaald. Dat verschillende gemeenten,
die het gezelschap gaarne hadden ontvangen, teleur
gesteld moesten worden was een opmerkelijke en
met voldoening geconstateerde ervaring.
Hoewel op alle cursus- en excursiedagen enige in
leiders tegenwoordig waren, werden opmerkingen
van de zijde van de cursisten gehoord, dat men voor
het nader ingaan op praktijkzaken graag alle docen
ten regelmatig had willen ontmoeten. Deze vrome
wens kon ons bestuur niet vervullen, hoezeer het
met de strekking ervan eens was.
Het bleek in de praktijk niet uitvoerbaar, wegens
de overbelasting van hen, die aan de praktijk van
de monumentenzorg een aktief aandeel hebben en
er veelal leiding aan geven.
De Amsterdamse binnenstad in studie
Tegelijk met de Zomercursus van Heemschut had in
Amsterdam een internationale conferentie plaats
over de stadskern en binnenstad onder de Engelse
titel: "Urban Core and Inner City". Zij was op
initiatief van de sociografische werkgemeenschap
van de Universiteit van Amsterdam tot stand ge
komen. Helaas kon Heemschut door gebondenheid
aan de Zomercursus, daar niet aan deelnemen, de
gegevens zijn ons uit geschriften ter kennis gekomen
en zijn interessant genoeg om er enkele van te ver
melden. Amsterdam werd wel zeer bijzonder in dit
verband genoemd, omdat de binnenstad met haar
oppervlakte van 700 hectare verreweg de grootste
in Europa werd genoemd, tweemaal groter dan die
van Keulen, die naar grootte geordend als tweede
op de lijst staat.
De sterke bevolkingsvermindering in de binnenstad
werd als een Amsterdams probleem beschouwd, men
noemde cijfers in 1899 nog 300.000 bewoners, nu
nog 85.000. Men zou bij de achtergrond van deze
cijfers wel stil moeten staan, daar men er de indruk
uit zou kunnen krijgen, dat dit een natuurlijke gang
van zaken is. Wij zijn niet bereid dat zonder meer
aan te nemen, maar al te goed wetend, hoe velen
die in de binnenstad woonden en er nu nog zouden
willen wonen, dit onmogelijk wordt gemaakt door
nieuwe bestemmingen. Uitbreiding van zaken, ves
tiging van kleine en grotere bedrijven heeft ontel
bare bewoners verdreven. De voorbeelden liggen
voor het grijpen, de vestiging van de A.B.N. in de
Vijzelstraat en de uitbreiding van de AMRO-bank
aan het Rembrandtsplein zijn enkele der meest
aktuele voorbeelden.
Dr. M. van Huiten, een der organisatoren van de
conferentie, zei over het verlies aan woonruimte,
dat dit grotendeels ten goede kwam aan de vesti
ging van kantoren en winkels. Hij noemde dit een
verandering die nog steeds door gaat en waarvan
allerminst bekend is of deze, als de woningnood
voorbij is, sneller of minder snel zal plaats hebben.
Hij vermeldt wel, hoe verschillende groepen van
de bevolking juist graag in de binnenstad willen
wonen, zoals kunstenaars, studenten, alleenwonen-
den en nieuw aangekomen buitenlanders. Hij uit
ook de vrees, dat ontvolking veel van het gezellige
karakter van Amsterdam zal ontnemen. Dat haalt
je de koekoek!
Wanneer er van overheidswege een bewust beleid
gevoerd zou worden om de bewoning van de bin
nenstad te handhaven en te bevorderen, dan zou
den de grondprijzen niet zo rijzen en de schrikwek
kende city-vorming waar Londen een voorbeeld
van is voorkomen worden.
Op de conferentie werden als gemiddelde prijzen
genoemd per vierkante meter: in de randzóne
300.—; rond Kalverstraat, Nieuwendijk en grach
tengordel 800.—; in de kern van de city tussen
Spui, Singel, Rokin niet minder dan 3000.— per
vierkante meter. Geen wonder dat de bewoners
moeten wijken. Maar als dat dodelijke city-vorming
betekent, zal van hogerhand moeten worden inge
grepen. Wie zei ook weer, dat regeren vooruitzien
is?
Onderzoek heeft als resultaat opgeleverd, dat in
monumenten voor en na restauratie verschillende
bevolkingen wonen, met na de restauratie sterke
oververtegenwoordiging van bewoners met middel
baar en hoger onderwijs, kunstenaars en werkende
alleenstaande vrouwen. Volgens Dr. van Huiten in
een interview in de Volkskrant is het niet duidelijk,
of deze selectie optreedt door de hogere huren die
gerestaureerde panden moeten opbrengen of omge
keerd, dat meer welgestelden graag in een goed
huis in de stadse sfeer van de binnenstad wonen en
daar een hogere prijs voor willen betalen.
Opmerkelijk ook vindt hij, dat vele ondervraagde
gebruikers van monumenten bereid bleken aan
zienlijke bedragen te betalen voor restauratie van
hun panden, hoewel er nog al wat kritiek bleek te
bestaan op de wijze waarop subsidies van Rijk en
Gemeente bij restauraties wordt verleend.
Er zal een verslagboek worden gepubliceerd over
deze conferentie, dat ongetwijfeld met grote belang
stelling tegemoet wordt gezien door allen, wie de
oude binnensteden ter harte gaat.
Amerikanen terug naar de binnensteden
De motorisering van het Amerikaanse gezin deed in
de dertiger jaren al de bewoners der Amerikaanse
binnenstéden naar de buitenwijken en de voorste
den verhuizen. Daarmee begon het leeglopen der
stadskernen, de verpaupering zelfs, en de opbloei
van de winkelcentra in de randgebieden.
Amerika heeft niet zulke historische en stedebouw
kundig belangrijke stadskernen als bijvoorbeeld
Nederland dat heeft. Dat zich daar een grote om
mekeer ontwikkelt is daarom zo van belang voor
ons in Nederland, omdat de les die daaruit te leren
valt, ons voor ernstige fouten en onherstelbaar
verlies kan behoeden en ons onvoorstelbare kosten
kan besparen.
2